Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Het Verlaten van de Oase » Hoofdstuk zes

Het Verlaten van de Oase

8 mei 2016 - 22:31

1405

3

314



Hoofdstuk zes

Tot zijn schrik ontdekte Albus dat hij niet de enige was die een bezoek bracht aan de ziekenzaal. Hij opende de deur om professor Lubbermans in gesprek te zien met madame Strout. Albus kende hem goed genoeg om meteen te zien dat hij zich niet helemaal op zijn gemak voelde. Hij wilde in stilte wegsluipen om later terug te komen, maar werd opgemerkt voordat hij zijn plan uit kon voeren.
“Ha Albus,” begroette professor Lubbermans hem enthousiast. “Wat brengt jou hier?” Met grote stappen liep hij op hem af, liet hij het voorgaande gesprek achter zich.
Wetende dat het hem niet ging lukken om het te verbergen, stak hij ter verklaring zijn hand op. Zijn middel- en ringvinger stonden in een onnatuurlijke houding.
Het gezicht van zijn professor betrok direct. “Hoe is dat gebeurd?” vroeg hij bezorgd.
Albus haalde zijn schouders op. “Ik probeerde een nieuwe spreuk uit, maar er ging blijkbaar wat mis. Mijn toverstok vloog met een enorme kracht uit mijn handen.” Hij wist dat professor Lubbermans hem niet zou geloven.
Die benoemde het echter niet letterlijk. “Ik denk dat we een keertje gezellig een boterbiertje moeten drinken,” zei hij enkel, een bezorgde blik in zijn ogen.
Albus sputterde niet tegen.
“Overmorgen om vier uur, in mijn kantoor.”

Madame Strout stelde geen vragen terwijl ze zijn vingers heelde. Moeiteloos toverde ze zijn botten weer aan elkaar. Voor de zekerheid bracht ze een klein spalkje aan. “De eerste paar uren zijn de botten nog wat kwetsbaar, maar voor het slapen gaan zijn ze alweer sterk genoeg.”
Albus vroeg zich af of alle leerlingen een spalkje kregen, of enkel degene die hun eigen vingers hadden gebroken. Hij mompelde een bedankje en vertrok weer om de rest van zijn lessen te kunnen volgen.

Toverdranken ging voorbij in een waas. Zijn vingers zeurden van pijn, maar de blikken waren erger. Het was zijn medeleerlingen niet ontgaan dat hij een extra accessoire droeg sinds de pauze. Niemand vroeg wat er gebeurd was.
Griffoendor volgde Toverdranken samen met Huffelpuf, wat voor Albus betekende dat hij het volgde met zijn neef Louis. Toen Albus aan het eind van de les weg beende, werd hij door zijn neef tegengehouden. “Ik hoorde dingen over jou en Josephine.”
Albus rolde met zijn ogen. “Dat is niets, ze is simpelweg verve-”. Hij verstomde toen hij zijn neefs gezichtsuitdrukking zag. Hij zag er treurig uit, iets wat Albus niet vaak had meegemaakt.
“Laten we ergens gaan zitten,” stelde Louis voor en Albus kon niets anders dan hem volgen.

Het was opvallend hoeveel aandacht Louis bleef trekken, het was duidelijk dat Glamorganabloed in zich had. Zelfs na zes jaar nog bleven meisjes naar hem kijken en zwijmelen alsof ze hem voor het eerst zagen. Sommige meisjes liepen onbewust een stukje achter hem aan, om daarna verdwaasd om zich heen te kijken. Het leek hem allemaal niet te deren. Hij zocht een rustig plekje uit en gebaarde naar zijn neef ook te gaan zitten. Even viel het stil. Albus realiseerde zich dat dit het perfecte moment was om informatie in te winnen over het meisje, maar durfde het woord niet te nemen. Hij wist niet goed wat Louis van hem wilde.
Louis verbrak de stilte met verrassende woorden. “Ik mis haar, man.”
Het verdriet voelde recenter aan dan Albus verwacht had. Toen Roos vertelde over hun vroegere relatie, was Albus er simpelweg vanuit gegaan dat het ver in het verleden was, minstens een jaar. Hij merkte dat de wonden echter rauwer waren.
Albus had met een bekrompen blik naar hun relatie gekeken. Hij was er vanuit gegaan dat Louis het uit had gemaakt, dat hij het niet meer met haar volhield. De optie dat zij de relatie had verbroken, had hij nog niet overwogen.
“Ze maakte het zomaar uit, man.” Louis schudde zijn hoofd. “Ik weet nog steeds niet goed waarom.” Hij zat met zijn handen in zijn haar.
Albus wist niet wat hij moest zeggen, dus wachtte tot Louis het woord weer zou nemen.
Opeens keek Louis hem strak aan, Albus schrok er een beetje van.
“Ik wilde een betere versie van mezelf zijn door haar, spontaner, meer ontspannen, liever.” Hij zuchtte diep. “En ik weet niet hoe ik het verpest heb.”
“Ik hoef niets van haar,” gooide Albus er tussendoor, hopend dat het Louis gerust zou stellen.
Zijn opmerking werd compleet genegeerd.
“Wist je dat ik al vier maanden achter haar aan zat voordat ze met me op date wilde?” Hij glimlachte waterig. “En toen duurde het alsnog twee maanden voordat ze mijn vriendin wilde zijn.”
Twee Ravenklauwers liepen langs, Louis wachtte tot ze uit zicht waren voordat hij verder sprak. “Het is nu een maand later, man. Twee dagen voor de kerstvakantie was het boem, over. Ik had mam al verteld dat ik haar mee zou nemen.”
Het was duidelijk dat Louis zijn verhaal kwijt moest, dus Albus fungeerde als het luisterend oor dat hij nodig had. Zonder iets te vragen of te zeggen luisterde hij naar zijn bedroefde neef. Zijn liefdesverdriet kleurde een beeld van Josephine dat nauwelijks aansloot aan Albus’ beeld van haar. Louis schetste haar als open, sociaal, vriendelijk, zorgzaam.

“Wat is er tussen jullie?” vroeg Louis uiteindelijk.
Albus haalde zijn schouders op. “Ik hoef niets van haar,” herhaalde hij. “Ik snap niet wat ze aan het doen is,” voegde hij er aan toe.
Louis grinnikte, voor het eerst sinds ze het over Josephine hadden. “Laten we het er maar op houden dat ze mysterieus kan zijn.” Hij schudde zijn hoofd, haalde zijn hand door zijn haar. “Ik wil haar terug, man. Help je me?”

Albus had toegezegd, het ging om zijn neef. Hiermee plaatste hij zichzelf echter in een situatie waar hij liever niet was: midden in het drama. Hij had besloten Josephines spel mee te spelen, maar hij had amper het veld betreden voordat Louis hem buitenspel zette. Josephine weigerde gewoon contact te onderhouden met Louis, dus Louis wilde hem als tussenpersoon gebruiken. Dit stond echter loodrecht op zijn plan om haar zijn leven juist uit te werken. Met het schuldgevoel dat hij hun relatie had gemist op zijn schouders rustende, zette hij de belangen van zijn neef voor zijn eigen. Er was een verschil tussen iemand zijn leven uit werken en haar doen stoppen met bemoeien; misschien zou ze vanzelf stoppen als ze weer samen zou komen met Louis.
Voor hun wegen scheidden, zei Louis nog een ding: “Ze ziet er de laatste dagen nog mooier uit, was dat jou ook opgevallen?” Hij was duidelijk in de wolken.
Albus grinnikte en zei bijna dat hij ook bedankjes in de vorm van Smekkies in alle Smaken accepteerde, maar besloot dat het beter was als Louis niet wist dat hij het meisje waar hij stapelverliefd op was een neusverkleining had aangepraat.

Niet geheel tevreden met de situatie bevond Albus zich naar de leerlingenkamer. Een rustige entree leek niet meer aan de orde voor hem.
Lily stormde meteen op hem af. “Bij Merlijn, Albus, heb je je arm gebroken?”
Hij stak zijn hand op. “Enkel twee vingers.”
“Je bent echt niet normaal, Al,” constateerde ze. “Ik ga mama schrijven.”
Albus kreunde luid. “Doe dat nou niet, Lil.”
“Eigenlijk heb ik mam al geschreven,” gaf ze toe. “Ik moet alleen even een briefje schrijven dat het niet om je hele arm ging.” Ze liep weg.
Albus liet zich op de bank zakken. Hij had het idee in het nauw gedreven te worden. Vanuit verschillende hoeken begonnen steeds meer mensen zich met hem te bemoeien, tot ze hem in een positie duwden waar hij zich helemaal niet wilde bevinden. Het ontvangen van een bezorgde brief van zijn ouders was geen prettig vooruitzicht.

“Pff, het leven is best druk hè, als er opeens mensen met je praten?”
Albus keek haar niet aan. “Josephine, rot op.”
Ze rotte niet op; integendeel. Ze nam het als een uitnodiging om weer eens een enthousiast monoloog te houden. “Uiteindelijk zal je het wel gaan appreciëren, Albus, ik weet het zeker. Misschien is het nu nog intimiderend dat mensen om je geven en krijg je spierpijn van het meer dan vijf woorden per dag zeggen, maar je raakt er wel aan gewend. Ik moet wel zeggen dat je wat agressiever bent dan ik had verwacht, maar zolang je alleen je eigen vingers breekt en niet de mijne, hoeft dat niet echt een probleem te zijn. Dat papa Potter dit echter toe-”
Albus onderbrak haar schreeuwend. “Louis wil met je praten.” Hij wist niet waarom hij specifiek dit zei.
Josephines gezicht betrok. “Oh.”
Albus zag dat ze zich direct ongemakkelijk voelde. Josephine stond weer op en liep weg.
Hij had ontdekt hoe hij het spel kon winnen.


Reacties:


RivLovee
RivLovee zei op 24 mei 2016 - 20:53:
Why yes let's break my own fingers, perfect plan.

Ik kan wel nog dertig keer vertellen hoe leuk ik Albus' karakter vind, maar volgens mij heb je dit door. I love iittt <3


Rukia
Rukia zei op 9 mei 2016 - 12:31:
Oh ik had Albus en Joos al in gedachte als koppel, maar nu die arme Louis...
ben echt benieuwt hoe dit verder gaat.


Kayley
Kayley zei op 9 mei 2016 - 9:18:
Louis is ook al zo'n fijn personage. Ik weet niet hoe je het doet om ons (mij) altijd meteen van nieuw-geïntroduceerde personages te gaan houden, maar je doet het toch.
Alleen is het dan jammer dat buiten Josephine niemand echt lang in de hoofdstukken blijft hangen. Maar dat geeft niet - het verhaal is nog niet af, dus alles kan nog, en misschien moet ik je dan maar vertrouwen en rustig afwachten. :'

Also, Marcel. <3333 Wat hou ik toch van Marcel.

Ik ben heel benieuwd wat je met dit verhaal gaat doen. Elke keer ik het denk te weten, gooi je er een twist in. Dat is op zich wel fijn, maar ik ben echt fucking nieuwsgierig nu. x)
Bedankt voor al je snelle updates. <3