Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Criminal Minds » Nooit meer dezelfde » Hoofdstuk 3

Nooit meer dezelfde

7 sep 2016 - 21:45

1306

2

229



Hoofdstuk 3

Hoewel zijn handen nog steeds aan elkaar geketend waren, at Dean Winchester zijn appeltaart met veel gusto. De bijhorende smak- en slurpgeluiden waren een aanslag op de trommelvliezen van Spencer Reid, die zuinigjes van zijn slechte koffie sipte en probeerde alles te verwerken dat hij geleerd had.
Sam was gelukkig veel rustiger als gezelschap.
“Een skinchanger laat huid achter zoals een slang dat zou doen, zonder al te veel bloed achter te laten. Maar dat wil niet zeggen dat hij zijn slachtoffer niet eerst zou kunnen martelen.” Hij nam een slokje lauwwarme koffie en keek Spencer aan. “Ze zijn vaak mentaal niet zo stabiel… Hun families gaan niet goed met hen om, ze zijn een heel leven lang op zoek naar hun eigen identiteit… We zijn al eens een skinchanger tegengekomen en de dingen die hij deed…”
Daar kon Spencer zich onrustwekkend gemakkelijk dingen bij bedenken. “Dus hoe vangen we hem dan?”
“Laat dat maar aan ons over,” blafte Dean om zijn laatste hap taart heen. “Zou ‘k amateurs niet aanraden.”
“Wat ik eigenlijk wil weten,” ging Sam tentatief verder, met een waarschuwende blik naar zijn broer, “is waarom je ons überhaupt gelooft.”
Sinds Tobias Hankel was Spencer dezelfde niet meer. Zijn hersenen kronkelden in nog meer onverklaarbare wendingen dan daarvoor, meer nog dan wat zijn genetische bagage kon verklaren. Hij had neigingen en fysieke reacties, een bijna constante hoofdpijn omdat hij aan het afkicken was, en hij zág dingen. Het zou zoveel makkelijker zijn als hij daar iets anders de schuld voor kon geven. Het bovennatuurlijke, bijvoorbeeld.
Maar daar bovenop hadden Sam en Dean zo goed als niets verkeerd gedaan, behalve dan zich uitgeven als FBI-agenten. Ze leken allebei mentaal gezond en het klonk alsof ze wisten wat ze deden.
Zijn team kwam nergens. Misschien de Winchesters wel.
“Als het de moorden stopt, zou ik zelfs in eenhoorns geloven. En jullie kunnen toch niet weg, dus als jullie iets van plan zijn, hoef ik maar aan deze ketting te trekken.” Dat deed hij, maar het verwachte tegengewicht bleef uit. De handboeien bonkten over de tafel, los van de polsen van zijn gevangenen.
Dean grijnsde en zwaaide met zijn verbogen taartvorkje, waarmee hij de slotjes opgewrongen moest hebben.
“Wij zijn pleite. Bedankt voor de taart.”
Maar nog voor Dean van de tafel weg kon lopen, had Sam hem aan de achterkant van zijn jas weer terug op de bank getrokken. “Kom je met ons mee? Ik denk niet dat je veel kan dóen, maar op z’n minst kan je dan zien dat deze zaak tot een goed einde komt.”
“Sam…”
“Denk je dat hij ons niet zou kunnen vinden als we hem nu dumpen? Hij heeft de hele FBI in zijn zak.”
Dean bleef een paar seconden stil en zuchtte dan. “Vooruit. Maar hij zit op de achterbank.”

De achterbank kraakte onder zijn gewicht. Nog voor hij zijn gordel om had, scheurde Dean de straat op. De Impala ronkte uiterst aangenaam; Spencer wist dat ze goed verzorgd werd aan dat geluid.
“We hebben een beetje research kunnen doen voor jullie ons opsloten,” mompelde Sam, die vanop de passagiersstoel Spencer bij probeerde te praten. “Er zijn een aantal leegstaande panden binnen een straal van een kilometer van alle huizen waarin slachtoffers gevallen zijn, dus dat zijn mogelijke schuilplaatsen. Misschien zit hij onder de grond, dat kan ook. Dat deed de vorige, in ieder geval.”
Dean was ondertussen zilveren kogels in zijn geweer aan het steken, terwijl hij aan het rijden was. Als Spencer niet bang was dat hij dan uit de auto getrapt zou worden, had hij zijn gezelschap op de hoogte gebracht van de verkeersregels.
“Hoe zit het met de kinderen? Heb je daar al wat van gehoord?” vroeg Sam, die niet eens naar zijn broer leek te willen kijken. Dat kon Spencer maar wat goed begrijpen.
Hij haalde zijn telefoon boven en keek naar de sms’jes die hij in de loop van het lunchuur ontvangen had. “Ze zijn allemaal onschuldig verklaard. Behalve… nou, er is een jongen die liever bij zijn eigen psycholoog wilde gaan.”
De remmen sloegen dicht en Dean keek woest achter zich. “En dat vind je niet klinken alsof hij iets verbergt?”
Nu hij erover nadacht… Misschien had het dan toch niets met vertrouwen en comfort te maken en alles met het willen ontwijken van een onderzoek. “Hij woont in Chestnut Drive. Nummer zeventien.”

Natuurlijk was hij niet te vinden. Het huis voelde opressief aan; alles deed hem denken aan de ouders die er vermoord waren, het kleine meisje dat spoorloos verdwenen was, en de jongen die hun voornaamste verdachte was geworden.
Hij was nog maar zestien jaar, maar zelfs op zo’n jonge leeftijd konden ze verschrikkelijke daden begaan.
De straten waren één waas. Spencer had zijn handen stevig om zijn benen geklemd om ze stil te houden, terwijl zijn ogen vastgepind bleven op het scherm van Sams laptop waarop een rood puntje aangaf waar Michael Keaton, hun verdachte, zich bevond.
Want hoewel ze hem niet in zijn huis hadden aangetroffen, was het gemakkelijk te achterhalen dat de jongen een mobiele telefoon bezat. En blijkbaar had hij hem niet uitgeschakeld, zodat ze hem met een hackprogramma konden traceren.
Zijn hart klopte in zijn keel.
Misschien was Michael onschuldig. Misschien waren ze helemaal niet dicht bij het oplossen van de zaak. Misschien deed hij er verkeerd aan de Winchesters te vertrouwen.
Maar waarom zou Michael zich in een verwaarloosd overheidsgebouw bevinden aan de rand van de stad, zich niet melden bij zijn psycholoog of ingaan op het verzoek van de politie als hij onschuldig was?
Spencer hoopte maar dat dit het was. Deze zestienjarige jongen die mishandeld werd door zijn ouders en van wie het zusje spoorloos verdween.
“Je blijft in de auto,” beval Dean nadat hij geparkeerd had een straat verwijderd van hun doel. “Je kan daar niets doen om ons te helpen, je zou alleen maar in de weg lopen.”
“Oké,” mompelde hij zachtjes zijn antwoord.
Hij keek toe hoe de lange, brede gedaantes van Dean en Sam over de parking van het gebouw liepen, toen in de schaduws glipten en uiteindelijk uit zijn zicht verdwenen. De parking lag vol gebroken glas en onkruid had door het wegdek gebroken om zichzelf tentoon te stellen. Het gebouw zelf zag er even verwaarloosd uit, met haar lege raamkozijnen en muren vol met graffiti gespoten.
Vijf minuten gingen voorbij. En daarna nog vijf. Na vijftien minuten zat Spencer met zijn vingers in zijn mond furieus aan zijn nagels te bijten. Nog nooit was de drang om regels te breken bij hem zo groot. Of de drang naar…
De lucht was een koude klap in zijn gezicht en precies wat hij nodig had. Hij dacht er nog aan terug in de auto te kruipen, maar dan zou hij binnen de korste keren helemaal krankzinnig worden.
Hij controleerde de kogels in zijn vest, had nog net genoeg breinruimte om zich te beseffen dat hij geen kogelvrij vest omhad en begaf zich toen naar de open deuren. Hoe dichter hij kwam, hoe duidelijker hij stemmen kon ontwarren. Daar was ongetwijfeld Michael Keaton, die nog jonger klonk dan zestien. En daar waren Dean en Sam. En – een vierde stem?
Twee unsubs?
Plots klonk er een schot, gevolgd door gegil en gevloek, een stoel die omver getrapt werd. Spencer haastte zich naar binnen om beeld bij de geluiden te kunnen voegen en sprong meteen verschrokt weer achteruit.
Een man lag bloedend in het midden van de ruimte; achter hem zat Michael Keaton vastgebonden aan een stoel. Een klein meisje (zijn zusje?) liep huilend van wat eruitzag als een speelhoek special voor haar weg, om bij de man te knielen en aan zijn arm te trekken. Er lagen lijken en afgescheiden huiden door de hele ruimte verspreid; de geur was bijna ondraaglijk.
Sam hield zijn wapen op de bloedende man gericht, maar Dean wees naar iemand anders, naar Michael. De jongen toonde geen grijntje vrees, geen grijntje afschuw van wat er zich voor hem afspeelde.
“Wat is hier aan de hand?” vroeg hij uiteindelijk.
Dean zuchtte. “Jij moest in de auto blijven.”


Reacties:


MoonRocker zei op 10 nov 2016 - 19:22:
Natuurlijk die fucking appeltaart x'D
Sinds Tobias Hankel was Spencer dezelfde niet meer.

Damn, right in the feels D:
“Wij zijn pleite. Bedankt voor de taart.”

En na-tuur-lijk.

De personages zijn zo accurate EN HET IS ZO SPANNEND.


xNadezhda zei op 8 sep 2016 - 13:18:
Als Spencer niet bang was dat hij dan uit de auto getrapt zou worden, had hij zijn gezelschap op de hoogte gebracht van de verkeersregels.
Hoe is dit verhaal zo grappig en zo spannend tegelijkertijd??

I NEED ANSWERS.