Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Rebella Potter » Hoofdstuk 26: Remember, Remember we stick together

Rebella Potter

6 juni 2017 - 14:29

1459

3

531



Hoofdstuk 26: Remember, Remember we stick together

Hou jezelf vast, het is vrij emotioneel.

Een zacht briesje blies over mijn wangen. Maar ik kreeg het niet koud. Ik keek om me heen zag een blauwe lucht met een paar plukjes van wolken. Ik kreeg de neiging om mijn handen te spreiden, maar ik wist als ik dat deed dat ik dan zou vallen. Maar wat maakte dat uit? Er zou niets gebeuren, ik kon nu immers alles. Ik was al een grote meid.
Vaag wist ik dat ik naar beneden moest gaan omdat ik anders zou bevriezen. Maar ik kon het niet. Nog niet. Ik sloot mijn ogen en liet los. Vreemd genoeg viel ik niet. Tenminste, zo voelde het niet. Verward opende ik mijn ogen en keek nog steeds naar de blauwe lucht, alleen was ze nu veel verder weg. Ik tilde traag mijn hoofd op en voelde me licht. Een grijns spreidde zich langzaam over mijn gezicht. Zorgeloos.
Ik stond op van mijn vertrouwde plekje onder de beuk en liep rustig door het park terug naar het kasteel, gewoon omdat het mijn favoriete huis was. Professor Anderling groetend liep ik door, niet door hebbend dat ze beduusd nakeek. Ik klom het bordes op en liep zachtjes neuriënd verder. Ik voelde me goed, het was mooi weer en het leek wel alsof niets me meer kapot kon maken.
“Reb?”
“James! He, mooi weertje buiten he?”
“Wat? Het sneeuwt!”
“Oh? Daarnet was de lucht nog blauw… Dat is vreemd...” Vrolijk liep ik naar het raam en keek naar de lucht. Blauw.
“Huh, sneeuw? De lucht is hartstikke blauw… James?”
Hij keek me fronsend aan, “wat in Merlijns sokken heb jij gedaan?”
“Hm? Zie ik er vreemd uit? Ik ben toch niet veranderd in een marsmannetje?”
“Nee, je doet vreemd,” James pakte mijn arm en stroopte mijn mouw omhoog. Rode, ontstoken vlekken verschenen. Maar ik zag enkel moedervlekken. James echter vloekte.
“Tsk tsk, wat een taal James!” De grijns bleef, ik keek hem bestraffend aan. “Weet je we zouden eigenlijk een scheldwoordenboek moeten maken...”
James pakte mijn hand en begon me mee te slepen.
“He, waar gaan we heen? Ik stond daar best goed weetje...”
“Kan me niet schelen!” Boos.
“Eh, nee, gelijk heb je, overal is het leuk. Maar waarom ben je nou boos?”
“Oh Reb, wat doe je me aan!”
“Huh? Jij hebt mij vast, en ik trek jou geen kleren meer aan hoor, je bent al zo groot.”
James stopte met lopen en ik botste tegen hem op, “oops, sorry pilaa- oh James, James de pilaar.”
Mijn broer zuchtte diep en begon me verder mee te slepen.
“Niet zo snel, pj, ik kan niet zo snel… Mijn benen zijn van stroop.” Ik giechelde, stroopbenen, wie had er nou stroopbenen?
“Moet ik je dragen?”
“Nee, ik ben al groot, ik kan al mijn tanden poetsen hoor!”
Eindelijk verscheen er een grijns over James gezicht. Helaas verdween hij net zo snel weer, nog altijd liepen we door.
“Zeg, James?”
“Hm? Wat?”
“Ligt het aan mij of is deze gang heeeel erg lang?”
“Dat ligt aan jou, zus.”
“Oh, da’s raar… Ik dacht dat jij en Sirius weer bezig waren.”
“Nee, deze keer niet.”
“Morgen wel?”
“Geen idee.”
“Oh...”
Bij een deur waar een levende slang op geschilderd was bleven we staan, iets wat voor mij wel een dag leek, maar in feite twintig seconde, gingen we naar binnen. Wit.

“Potter! Wat nu weer?”
“Deze keer mijn zus, madame, ik zou graag willen weten hoe ze aan deze bui en deze nare vlekken komt.”
Hij wist het antwoord al, maar liet de zuster onderzoek doen. Ze zuchtte diep, stopte me in bed en gaf een slaapmiddel. James, mijn gekke broer had me naar een zaal om te slapen gebracht? De wonderen waren de wereld nog niet uit.

James POV
Waarom? Waarom had mijn zus dit gedaan? Ze zag er eng uit zo… Bleek lag ze in het bed op de ziekenzaal. Magerder dan een slecht behandelde huis-elf. Nu met gesloten ogen en een vredige glimlach. Ik had Sirius en Remus laten weten wat er gebeurt was en die lichtte de anderen in. Dit was dus wat mijn zus de afgelopen zes dagen had gedaan, in plaats van naar de lessen gaan. Het was een wonder dat ze niet was doodgevroren.
Ik bleef zitten, ook al zei madam Pleister dat ik niks kon doen. Angst vulde mijn lijf. Angst omdat ik het niet begreep. De deur ging zachtjes open en lichte voetstappen kwamen dichterbij. Een hand, Lily’s hand, landde op mijn schouder.
“James?”
“Ik ga niet slapen Lily, ik kan niet weg.”
“Ik hoorde van Remus wat er gebeurt is, hoe gaat het met haar?”
“Nog steeds hetzelfde, slecht.”
“Wil je dat ik blijf?”
“Maakt niet uit, ik kan niks doen.”
“Jawel, dat kun je wel.”
Lily had een stoel gepakt en kwam naast me zitten.
“James, luister naar me. Rebella houdt van je, dat zal ze altijd doen.”
“Waarom noemt ze me dan eikel?”
“Omdat ze niet begrijpt dat iemand zijn gevoelens niet laat zien, niet begrijpt dat iemand ondanks alles nog vrolijk kan zijn.”
“Waarom doet ze dit dan?”
“Omdat ze het niet meer kan.”
Ik keek op, haar woorden raakten me, haar ogen stonden verdrietig. Ik merkte niet dat mijn wangen nat waren. Ik keek alleen maar naar Lily, terwijl mijn hand die van mijn zus vast hield.
“Kan wat niet meer?” Ik wist ergens het antwoord al, maar ik moest het horen.
“Het vechten voor zichzelf, voor jou, voor haar vrienden, de dood van jullie ouders, de bedreiging van buiten.”
“Maar vluchten heeft geen zin!”
“Ze vluchtte ook niet.”
“Nee?”
“Nee, ze had of heeft opgegeven.”
“Nee…! Nee! Nee!” Ik balde mijn vrije hand, ze mocht niet weggaan. Niet nu! Nee! Ik merkte dat ik huilde. Voor het eerst in een hele lange tijd in het openbaar. Lily schoof dichterbij en omhelsde me. Zachtjes streelde ze over mijn hoofd. Dit was waarom ik van haar hield.
Zonder me te zeggen dat het goed kwam, zonder te zeggen dat ik stil moest zijn, zonder te zeggen dat ik niet moest opgeven, ze liet me gewoon huilen, alles eruit te laten. De emoties lieten zich zien.
Ik zou mijn zus verdomme niet verliezen.

Rebella’s POV
Warmte. Een vreemde warmte nam bezit van me, iets dat ik niet kende. Na een poosje merkte ik dat ik een zacht bed lag. De warmte kwam van haardvuur en zonlicht dat op mijn lijf scheen. Was dit de hemel?
Ik opende mijn ogen en keek in een vermoeid, betraand, en bezorgd gezicht dat me vaag bekend voorkwam. Ik kende het, waarom kwam er geen naam? Ik sloot mijn ogen en dacht na.
Toen ik ze weer opendeed was de zonnige warmte verdwenen en lag de persoon met zijn hoofd op mijn bed. Nu herkende ik hem. James.
Ik tilde langzaam mijn hand op en streelde zijn warrige zwarte haren. Hij zag er zo anders uit als hij sliep. Echter, completer en op een of andere manier ook menselijker. Door mijn strelen opende hij zijn ogen, en terwijl hij bleef liggen, keken we elkaar aan. Langzaam, maar toch te snel, kwamen mijn herinneringen terug, mijn gevoelens, alles. Ik voelde alles in me verkrampen en mijn tranen kwamen vanzelf. James kwam overeind en gebaarde dat ik moest opschuiven, en kwam naast me liggen. Zoals we als kind ook deden als we bang waren voor onweer. Zo lagen we in het donker van de ziekenzaal. Ik in zijn, nu sterke, armen. Dicht tegen elkaar aan, huilend, in stilte. We vergaven elkaar, eindelijk.
Dat was hoe ze ons de volgende ochtend vonden, slapend, in elkaars armen met natte vlekken op het kussen. Ik was ze dankbaar dat ze het lieten gebeuren.

Een paar dagen later.
Ik was ontslagen van de ziekenzaal, maar naar de lessen mocht ik nog niet. Ik las veel, en voorzichtig pakte ik de draad van het vele huiswerk weer op. De naald hadden we ritueel verbannen van school. Elke keer als een les voorbij was, kwam een van de vrienden, of meer, langs om te zien hoe het ging.
James en ik opende ons voor elkaar. Vele uren zaten we in stilte, of in gesprek bij het haardvuur. De week voor kerst kreeg ik toestemming om bij het kerstfeest te zijn. James en ik, samen met de anderen hadden ons als vanzelfsprekend opgegeven om op school te blijven. Veel was er thuis niet meer over. Mijn volle manen werden weer verdraagzaam. James en Lily vonden het wel grappig dat ze herten waren. Ik was blij dat al mijn vrienden nu alles wisten, en dat James en Sirius eindelijk volwassener werden, of was het dat ik het eindelijk los had gelaten ze willen te veranderen? Remus werd weer mijn vriendje, hoewel hij en Lily de beste vrienden bleven, zoals ik met Sirius. Kerst werd dan wel ouderloos, maar ik dacht dat het wel de beste ooit zou worden.
Ik vond langzaamaan werd lust om leuke dingen te gaan doen; schaken, leren, wandelen, de sneeuw, en zelfs de kneuterige grapjes die alleen wij begrepen. Eten was nog steeds een issue, maar heel voorzichtig begon ik er weer van te genieten. Ik heelde.


Reacties:


Rukia
Rukia zei op 11 april 2017 - 16:04:
hoe slaag je er in om mij met iets te laten lachen dat eigenlijk zielig moet zijn. Reb klinkt echt alsof ze te veel cocke gesnoven had. En James is eigenlijk best lief


narcissa
narcissa zei op 11 jan 2017 - 14:06:
Aww, arme Rebella. Gelukkig gaat het aan het einde al weer wat beter met haar. En James blijft gewoon een idioot. Al was het wel heel lief van hem om haar naar. De ziekenzaal te brengen. Ook zo lief dat opgeven moment samen in dat bed liggen. Echte broer zus liefde.


Merula
Merula zei op 5 jan 2017 - 22:19:
I know it's horrible, maar ik moest werkelijk grinniken om Reb. Zo klinkt high zijn best.... geinig. En leuk. Het duurde wel even voor ik het doorhad.