Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Final Fantasy » De Ramp van Altissia - Final Fantasy XV » 4: Kanselier van dit Land

De Ramp van Altissia - Final Fantasy XV

8 april 2018 - 20:25

702

0

142



4: Kanselier van dit Land

Misschien ken je het gevoel wel. Het gevoel van een onaangename verassing. Een ogenblik dat er voor zorgt dat de wereld een moment stil lijkt te staan, waardoor je licht in je hoofd wordt en misschien zelfs flauw kan vallen.

Nou, als jij je zo wel eens gevoeld hebt, hoef ik je niet te vertellen hoe ik me op dat moment voelde. De wereld leek even stil te staan en ik verslikte me in het water.

Ravus en Weskham keken me verbaasd aan terwijl ik half stierf en het water uit mijn longen hoestte. Toen zette ik met trillende vingers mijn glas water aan de kant en glimlachte met tranen in mijn ogen naar de barman.

"S-Sorry," zei ik hees. "Dat ging niet zoals gepland."

Ik durfde niet eens achter me te kijken of hij er echt stond. Ravus draaide zich wel om en met dezelfde bittere expressie op zijn gezicht keek hij naar de kanselier.

"Ah, ik hoop niet dat dat een slecht voorteken was," grinnikte de kanselier en hij klopte vriendelijk op mijn rug. Ditmaal trok niet alleen mijn oog spastisch, maar mijn hele lichaam. "Het spijt me voor dit plotselinge bezoek, meneer, maar ik was op zoek naar Ravus."

"Is er een probleem?" vroeg de commandant met een lage stem.

"Wellicht," zei Ardyn. "Het kan een probleem worden wanneer ik de zaak hier met je bespreek. Ben je bereid mee te komen?"

"Zodra ik mijn koffie op heb," zei Ravus, "heb ik tijd voor een discussie. Het is nog vroeg in de ochtend."

"Ach, maar natuurlijk," zei de kanselier met een emotionele stem. "Nou, nu we er toch zijn..."

Tot mijn schrik nam Ardyn geen plaats naast Ravus, zoals logisch zou zijn. Nee, hij pakte de barkruk aan de linkerkant naast mij en schoof aan. Nu zat de bittere, wraakzuchtige Ravus aan mijn rechterzijde, en de psychopathische, gestoorde Ardyn aan mijn linkerzijde. Ik staarde emotieloos voor me uit.

"Ik zou ook wel iets te drinken lusten," verkondigde Ardyn toen. "Een glas water, alstublieft."

Weskham knikte zuchtend.

"Water, water... Het leven is te kort om water te drinken met zo'n groot assortiment aan heerlijke dranken," mompelde hij ontevreden.

Ardyn glimlachte en tikte zijn fedora aan.

"Vergeef mij," zei hij beleefd, "maar het leven is naar mijn mening ook te kort om het te verspillen aan cafeïne en alcohol."

Ik keek nu voorzichtig naast me. De kanselier zocht meteen oogcontact en ik verschoot.

"Natuurlijk," grinnikte hij, "als je je verslikt in water en sterft, wordt het leven alleen maar korter."

Voordat ik het doorhad had ik ook een glimlach op mijn gezicht. Meteen schudde ik de lach weg en verward staarde ik weer naar mijn halflege glas. Dit was absurd. 'Het leven is te kort'? Zei hij dat nou echt? Ik mocht niets laten merken. Zeg iets, beval ik mezelf. Zeg iets nuttigs.

"Dus..." zei ik toen, me omdraaiend naar Ravus, en ik zag dat hij me al aankeek, "...wat brengt jullie naar Altissia?"

Ik hoorde opnieuw wat gefluister in het restaurant.

Ravus en Ardyn keken elkaar aan en toen keken ze weer naar mij. Ik glimlachte dom en wist precies waarom ze hier waren.

"Voor de bruiloft!" zei Ardyn toen uitbundig.

Ik keek hoe hij zichzelf leek te dirigeren met zijn handbewegingen. Deze man sprak met zijn handen net zo veel als met zijn stem.

"De beeldschone Lady Lunafreya," ging hij verder. Ik rilde. "Zij was dood verklaard, maar tot onze grote opluchting blijkt ze ongedeerd te zijn. Gezond en wel, ons jongste Orakel!"

Ravus zuchtte diep, maar ik kon niet inschatten op dit ter opluchting of verveling was. En ik zuchtte ook, maar ik deed het door de leugen die de kanselier aan mij verkocht.

"Jullie zijn niet de enige," mompelde ik. "Volgens mij zijn alle toeristen hier voor Lunafreya."

Ardyn staarde me nu even aan met een vreemde blik in zijn ogen. Ik slikte en verbrak oogcontact, maar ik voelde zijn blik niet afwijken. Als een idioot nam ik een klein slokje van het water.

"Jij noemt ons toeristen?" zei hij toen, en ik keek schokkerig weer zijn kant op. Hij had een absurd duistere blik op zijn gezicht.

"N-nou," zei ik met een onschuldige glimlach, "ik, eh, had het vooral over mezelf. Ik ben zelf namelijk wel een toerist, maar ik zou de kanselier en hoog commandant van Niflheim nooit... nooit uitmaken voor toeristen. Hahaha... ha."


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.