Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Ik, dood? » Hoofdstuk 2.

Ik, dood?

25 juni 2009 - 11:55

873

3

190



Hoofdstuk 2.

Ze gingen dus naar opa en oma xD En Dankjee voor die lieve reacties <3

In de auto is het een ramp. Mijn vader die flauwe grapjes maakt en mijn moeder die erom lacht. Mijn broer die de hele tijd zijn mobiel in zijn hand heeft om smsjes naar zijn vriendinnetje te sturen. Layla heet ze. Het is niet dat ik haar niet mag hoor, het is meer dat ze met mijn bróér verkering heeft. Ik snap écht niet wat ze ziet in mijn broer. Oké, hij í­s knap en heel soms kan hij ook wel aardig zijn, maar verder? Uit verveling begin ik maar een beetje naar buiten te staren. We rijden op een doodnormale weg, met bomen aan beide kanten en vogeltjes die vrolijk fluiten. Het enige rare is dat wij de énige auto zijn die hier rijden. Mijn moeder lijkt zich geen zorgen te maken en mijn vader al helemí¡í¡l niet. Hij is namelijk gigantisch vals een liedje aan het meezingen. Een liedje uit het jaar 3. Nog steeds kijk ik naar buiten. Een schok gaat door mijn lichaam, wanneer de auto over een heuveltje rijdt. Mijn blik gaat heel even richting mijn ouders, maar als ik zie dat het weer goed is, ga ik verder met naar buiten staren. Nog een schok gaat door mijn lichaam. Dit keer ní­ét van de auto, maar van het gene dat ik buiten zag. Ja, zí¡g. Het leek namelijk net alsof er iets voor mijn raam langs zweefde. Iets zwarts. Iets groots. Iets wat me rillingen bezorgd. Ik word uit mijn gedachten gehaald door mijn vader. ‘Yara, kom je nog?’ gilt hij vanaf de voordeur. Ik kijk even rond en realiseer me dan pas dat we al bij opa en oma zijn aangekomen. Snel stap ik de auto uit en loop langs mijn vader heen naar binnen. Naar de gezellige, maar knusse woonkamer van mijn opa en oma.

Na een glaasje ranja gedronken te hebben en een paar van oma’s zelfgemaakte koekjes te hebben gegeten, begin ik me een beetje te vervelen. Er is niks te beleven, behalve luisteren naar hoe mijn broer in de keuken met zijn vriendinnetje belt. ‘Ja schat’ ‘Tuurlijk! Ik mis jou ook.’ ‘Ik hou van je!’ Bah, wat een geslijm. Ik snap werkelijk niet wat iemand dí¡í¡r leuk aan vindt. Ik probeer iets te bedenken om te doen en staar uit het raam. Dan spring ik op. ‘Mam, Ik ga naar buiten!’ deel ik mee en ik loop snel door naar de keuken, daar zit immers de deur naar buiten. ‘Laat wel je mobiel aan, zodat ik kan bellen als we weer weggaan!’ Hoor ik mijn moeder nog net roepen voordat ik de deur dichtsmijt.

Dan sta ik buiten. Heerlijk in het vrolijke, zomerse zonnetje. Ik slenter een beetje over straat en kijk af en toe rond, maar er valt niet veel te zien. Als ik genoeg heb van het slenteren, plof ik op een grasveld tegen een hoge boom en pak mijn ipod uit mijn broekzak. Ik zet mijn muziek keihard op en kijk naar de mensen die langs me heen lopen. Allemaal in grote drukte, niemand die aandacht besteed aan mij. Maarja, waarom zou er ook iemand aandacht besteden aan mij? Ik ben niets, tenminste, niets belangrijks. Gewoon een meisje, een doodnormaal meisje van 15 jaar oud. Ik sluit mijn ogen en geniet van de zon die mijn gezicht streelt. Als ik mijn ogen weer open, valt me gelijk een jongen op. Niets bijzonders zou je zeggen, maar in vergelijking met de andere mensen wel. Hij heeft namelijk geen haast en loopt gewoon relaxt over straat. Als hij ziet dat ik hem aankijk, komt hij naar me toe lopen. Hoe dichterbij hij komt, hoe beter ik zijn lichaam kan zien. Hij heeft best een lekker lichaam en een goede smaak voor kleding. ‘Hii.’ Zegt hij als hij bijna bij me is. ‘Hii.’ Zeg ik terug. Misschien wat afgezaagd, maar op dat moment weet ik niks beters te zeggen. ‘Mag ik naast je komen zitten?’ vraagt de jongen. Ik kijk hem even aan en knik dan. Net als ik me afvraag welk normaal mens dat vraagt land de jongen met een zachte plof naast me op het gras. Er valt een stilte, maar geen pijnlijke of écht stille stilte. Nee, het is juist een fijne stilte. Een stilte waarin je rustig kan nadenken en een stilte waarin je even kan genieten van het fijne weer en de vogeltjes die vrolijk fluiten. Dan verbreekt de jongen de stilte. ‘Ik heb je nog nooit gezien hier.’ Komt er uit zijn perfect gevormde mond. ‘Kan kloppen’ antwoord ik. ‘Ik ben bij mijn oma en opa op bezoek. Zelf woon ik hier helemaal niet in de buurt.’ De jongen kijkt me begrijpend aan. ‘Ik wel. Ik woon aan de overkant van de straat. Nummer 139.’ Antwoordt hij en hij wijst, ter verduidelijking, met zijn hand naar een huis aan de overkant van de straat. Ik knik en kijk hem aan. Hij ziet er echt gewéldig uit. Jammer genoeg, heb ik geen kans om hem langer aan te blijven kijken, omdat hij merkt dat ik naar hem kijk. Hij kijkt terug en er staat een vrolijk glimlachje om zijn gezicht. Een perfect glimlachje. Ik glimlach terug en kijk dan weg. Het is onbeleefd om iemand aan te staren.


Reacties:


KolaLollie
KolaLollie zei op 17 aug 2009 - 19:40:
waah. dit verhaal is LEUK.
en je maakt me bang met je enge zwarte ding


KawaiiGirl
KawaiiGirl zei op 26 juni 2009 - 11:01:
leuk verhaal!
k gaat naar volgende hoofdstuk


xJackie
xJackie zei op 25 juni 2009 - 15:28:
Oeh. Jongen. Jongeeeens. <3
Anyway. -vliegt door naar volgend hoofdstuk-