Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijden » The One

Schrijfwedstrijden

16 aug 2009 - 3:12

1607

2

495



The One

Ik ben er zelf niet zo trots op. Mja, het is wat.. ik hoop gewoon dat ik er meer door kom [a] -I know, niet de goede instelling, blablabla-

Het maakte niet uit wanneer ik over de kade liep, ze zat daar. Helemaal alleen, onbewegelijk en starend naar de zee. Haar vingers om de houtenrand van de pier gekruld en haar rug naar ons toegekeerd. Eens in de zoveel tijd liet ze haar benen zwiepen boven het golvende water en zag ik hoe ze haar haren uit haar gezicht streek, maar voor de rest deed ze niks.
Ik werd nieuwsgierig. Steeds vaker, en totaal niet nodig, nam ik de route over de kade. En steeds langer bleef ik hangen om haar te bekijken. Mij afvragend wat ze dacht. Waarom dat ze juist daar zat. Hoe ze heette en hoe oud ze was. De vragen in mijn hoofd werden steeds persoonlijker. Ik wilde alles weten. Wat haar lengte was. Of ze ook zo’n adoratie had voor katten. Had ze haar haar wel eens geverfd. Was ze een bokser type of een slipjes type?
Het was raar. En naar mijn idee hoorde het niet te kloppen, maar ik hield van haar. Ik wilde naast haar kruipen en mee staren naar die eindeloze zee. Haar die woorden toefluisteren en wachten wat haar reactie zou zijn. Was ze een persoon die emotioneel werd, of meer iemand die gewoon een lieve lach schonk en zuchtend haar hoofd op mijn schouder liet rusten.
Nog nooit had ik de moed genomen om naar haar toe te stappen. Zeggen wat ik zo graag wilde zeggen. Ik raakte in de knoop met mijn eigen vragen. Ik wilde losbranden. Maar was zij wel een openboek. Zou zij wel alles voor mij beantwoorden? Misschien zou ze mij negeren en blijven staren naar de zee. Ik wist dat ik het nooit zou weten als ik nooit die stap zou nemen.
Twijfelend keek ik voor de zoveelste keer naar haar schim. Het was een broeierige dinsdag avond. De kade werd verlicht met de lichtjes van kleine restaurantjes die zich hier hadden gevestigd. In mijn hoofd had ik besloten dat dit de avond zou zijn, maar mijn lichaam was er nog niet aan toe. Alles voelde verlamd. Het was alsof ik een zak vol lucht overeind probeerde te houden. Maar ik wist dat ik het nu moest doen, dat ik spijt zou krijgen als ik weer alleen onder de dekens kroop met mijn denkende ogen gericht naar het plafond. Ik wist dat ik het kon.
Met een diepe zucht zette ik grond op de pier. Het was nog een aardig stuk lopen om helemaal bij het einde te komen, om bij haar te komen, maar het gaf me wat denktijd. Welke vraag zou ik als eerste stellen?
“Vind je het erg als ik hier naast je kom zitten?”ť Mijn stem klonk beheerster dan verwacht. Zonder antwoord zette ik mij naast haar en gooide mijn benen ook over de rand. De zee klonk zoveel harder vanaf hier.
Ik keek voorzichtig haar kant op. Ze had lichtbruine haren die stijl langs haar gezicht viel. Donkere wenkbrauwen stonden geconcentreerd boven haar gesloten ogen. Ze droeg geen make-up, het maakte haar nog mooier. Haar neusje was klein, waarvan het topje omhoog wees. Mijn ogen gleden naar beneden en bewonderde haar lippen vanaf die zijkant. Het waren geen dikke lippen, maar ook niet dun. Ze waren precies goed.
Ik begreep dat ik haar al die tijd aan het aanstaren was. Het was gewoon dat ik elke detail wilde opslaan in mijn herinneringen. Hoe langer ik keek, hoe meer ik mijn gelijk begon te krijgen. Ze was zo mooi, misschien mooier. Ik had haar gezicht nog nooit gezien, alleen haar achterkant. Maar toch kon ik haar een bepaalde manier inbeelden. En toch werd ik smoorverliefd. Op een hele vreemde manier.
“De zee is prachtig, vind je niet? Ik krijg er geen genoeg van. Steeds denk ik dat het hetzelfde blijft als die laatste keer, maar toch kom ik telkens terug. Het is nog geen één keer hetzelfde geweest.”ť Ze sprak rustig met haar ogen gesloten. Nam geen moeite om de vreemdeling te bekijken. “Met gesloten ogen is de zee nóg mooier. De mens heeft zo’n grote fantasie, alleen niet iedereen weet het hoe te gebruiken. Met mijn eigen verbeeldingen en het geluid van de zee maak ik de mooiste golven, de helderste blauwe zee. Ik krijg er gewoon geen genoeg van.”ť
Mijn ogen hadden zich terug aan haar gezicht vast gezogen.
“Om welke rede ben jij helemaal tot hier aangetrokken? Heeft de zee ook een bepaalde invloed op jou?”ť
Ik slikte. De vragen die op mijn tong brandde durfde ik niet vrij te laten. Mijn liefdesverklaring had ik terug ingeslikt. Wat zou ze dan welniet van mij denken? “Het is hier lekker rustig,”ť loog ik met veel pijn aan mijn hart.
“Je liegt.”ť Haar harde stem overdonderde mij. Ze trok haar ogen open en ik kon ze voor het eerst bewonderen. Met moeite kon ik er een groene kleur eruit halen, het was te donker. “De zee laat het niet eens toe om het hier rustig te maken. De golven zijn zo wild vandaag, dat als je hier nu ter plekke er in zou vallen, je het diepen in werd gezogen en uiteindelijk tegen die pilaren van de pier zou geslagen worden. Dat allemaal zonder enige medelijden.”ť
“Zou jij mij niet redden dan?”ť
“Kan ik niet.”ť Een korte zucht. “Niemand niet,”ť vlocht ze nog snel vast aan haar zin.
Ik was verbaasd hoe haar manier van praten zo kon veranderen.
“Als je het echt wil en je geeft om die gene, dan lukt alles, toch?”ť
Ze keek me met haar grote ogen aan. Het groen was nu duidelijker te zien door de lichtinval van de maan. “Al wou ik het graag, zelf dan niet.”ť
“Je kan niet zwemmen, hè?”ť Voorzichtig schoof ik mijn hand over de hare, ze had die laten rusten op het hout. “Is dat het?”ť
Haar perfecte lippen verbeet ze tot een priel streepje. “Waarom ben je hier? En nu de waarheid.”ť Ik zag aan haar dat ze zichzelf dwong om mij aan te kijken.
“Het zal vast raar klinken, zo klonk het voor mij ook, maar de enige rede waarom ik hier ben is omdat ik van je hou.”ť Eerlijk gezegd klonk het nu helemaal niet meer vreemd voor mij. Het was alsof ik dit hoorde te zeggen tegen haar, en niemand anders.
Ze was even verbaasd. Maar toen zag ik dat ik één van mijn veelgestelde vragen in mijn hoofd kon doorstrepen wanneer ze lief glimlachte en haar hoofd zuchtend op mijn schouder liet rusten. Ze zei niks en liet toe dat ik met mijn vingers door haar haren streek.
“De zee is altijd al een grote angst voor mij geweest. Sinds ik die kramp heb gehad in mijn benen toen ik klein was en op het punt stond om te verdrinken, heb ik al het water vermeden en mezelf wijsgemaakt dat ik niet kon zwemmen.”ť

Ik luisterde aandachtig naar haar verhaal. Elk woord die ze sprak gaf me een gevoel dat ik nog dichter naar haar toe groeide en de vlinders in mijn buik vermenigvuldigden. Ze vertelde over haar angsten en haar passies. Haar geloven en herinneringen. Ze kroop steeds dichter tegen mij aan en haar ademhaling was tegen mijn hals aan te voelen. Het voelde allemaal goed. Ik had nooit gedacht dat ik zo ver zou durven gaan. Dat ik de kracht had om haar aan te spreken. Maar het was me wel gelukt en ik wilde haar ook helpen om over een angst heen te komen, net zoals ik dat had gedaan.
Met een rustige toon sprak ik tot haar in. Vroeg of ze mee ging lopen. Met verrukte ogen stemde ze toe en liep met mij de pier af. Ze kletsten over dingen waar ik nooit over zou denken. Liet me denken. Liet me beelden zien vanaf een ander perspectief. Maar ze stopte plots met alles wanneer ze zag waar ik haar naar toe bracht. Golven kwamen en verdwenen. Ik had haar hand vast, ik voelde dat ze tegen begon te stribbelen. Ik wilde haar niet dwingen en liet los. Alleen ging ik naar het zoute water en liet mijn voeten badderen. Ik draaide mij om en bekeek haar van een afstand. Ze stond half in elkaar gedoken. Alsof ieder moment iemand haar in elkaar kon slaan. Ik wist dat er nu nare herinneringen door haar hoofd ging, maar ik wilde haar helpen.
“Ik verplicht je tot niets,”ť zei ik rustig. “Ik vraag alleen of je wat dichter naar me toe komt.”ť
Stapvoets kwam ze mijn kant op. Uit zenuwen bleef ze een lok achter haar oor strijken. Ik glimlachte bemoedigend en bekeek haar gezicht goed van dichtbij. Op haar voorhoofd kon ik nog een moedervlekje vinden en een klein pukkeltje op haar kin. Ik begon een zenuwtrekje van haar te ontdekken, constant kleine snuifgeluidjes maken met haar neus.
“Vertrouw je mij?”ť
Ze keek me nauwlettend aan en knikte dan.
“Hou je van mij?”ť
Een zoete glimlach toverde zich op haar gezicht en haar ogen straalde. Het zei genoeg voor mij en pakte haar beide handen en vroeg of ze haar ogen wilde sluiten. Aarzelend deed ze wat ik zei en liet zich door mij begeleiden. Ik zag hoe ze haar lippen verbeet bij het voelen van lauw water langs haar voeten. Het trok op tot haar kuiten, tot dat uiteindelijk haar witte jurkje tegen haar lichaam plakte. Bevend had ze zich tegen mij aangeklampt met haar ogen stevig dichtgeknepen. Zonder haar maar voor één moment los te laten, kantelde ik mijn hoofd zodat ik haar recht kon aankijken. Ze durfde nog steeds niet te kijken. Haar lippen trilde gebeden uit zonder klanken.
“Nu heb je een mooie herinnering aan de zee,”ť fluisterde ik terwijl ik zachtjes haar lippen beroerde. Met glanzende ogen keek ze op en kuste verlangend terug.


Reacties:


butcherknife
butcherknife zei op 3 juli 2009 - 14:11:
* ik zoek een emotie die mijn gedachte uitdrukt*
- deze komt in de buurt
maar dan toch met woorden.
Deze is echt heel mooi.
meer dan mooi - hij is prachtig
ik snap niet hoe je erop komt
maar ik vind hem echt fantastisch
en ik heb zin om naar de zee te gaan.
Als ik de zee zie zal ik aan je verhaal denken
(:


CosmicPurple
CosmicPurple zei op 2 juli 2009 - 22:13:
Cabron.
Dat is alles wat ik zeg.






















Of toch niet.
Lieve schat, hij is mooi.
Maar misschien ligt het aan mij, want ik hou van jouw schrijfstijl en ik ben absoluut dol op de zee. Voor mijn eigen redenen.
Ik ben echt weer een beetje verliefd, denk ik...
En ik ga dit weekend zeker en vast naar zee.

Te quiero, cabron.
Tienes mi corazon.

<3