Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » OneShot-bundel » Rood Sneeuw

OneShot-bundel

3 juli 2009 - 22:15

751

0

169



Rood Sneeuw

Goed. Dit moest ik een keer schrijven voor een wedstrijd enne... Eigenlijk ben ik er nog niet tevreden mee xD Daarom post ik hem hier, in de hoop dat jullie hem lezen en me kunnen vertellen wat er aan verbeterd kan worden?

Adam zat daar maar. Hij keek naar de steen tegenover hem, de oorspronkelijke kleur bedekt onder een dikke laag sneeuw. De erin gegriefde letters waren erdoor onleesbaar, onzichtbaar zelfs. Zonder de vorm zou je er geen steen uit herkennen. Zonder de vorm, zou je niet weten wat eronder lag, wat het überhaupt wí¡s. Het was maar goed dat stenen met die doelen juist die vorm hadden. Misschien was er over nagedacht.
Het was koud. Adams lippen waren blauw en zijn huid trilde, al was dat niet alleen vanwege de warmte. Het was kouder dan gewoonlijk, zelfs in deze tijd van het jaar. Neerslag kwam neer in een mengeling van hagel en sneeuw, en het vroor op z’n minst zo hard als op de Noordpool. Het oppervlak van de weg zou op de terugweg nog gladder zijn dan de heenweg. Hij zou makkelijk kunnen uitglijden. En dan… BAM!
Het trillen werd heftiger terwijl hij zijn ogen sloot. En toen zag hij alles wat een jaar geleden gebeurd was helder als glas.

‘Broer! Ik vervéél me!’ zei Nouska op bevelende toon. Adam keek verstoord op naar zijn jongere zusje. Ze was irritant, vreselijk irritant. Hij besloot ter plekke nooit kinderen te krijgen, uit angst dat ze net zo zouden worden als zij.
‘Nou en? Wat heb ik daarmee te maken?’ reageerde Adam geïrriteerd.
‘Je hebt nóóit tijd voor me. Nooit meer!’ was het weerwoord.
‘Ik moet studeren!’ antwoordde Adam. Hij moest ook studeren. Alleen niet zo vaak, hard en lang als hij beweerde dat hij moest. Maar technisch gezien loog hij niet, en dus had hij geen schuldgevoelens. Bovendien werkten die woorden - drie maar! Ongelooflijk hoeveel effect dat kon hebben - magisch. Bij dat woord gaven hun ouders hem gelijk, vertelden ze Nouska dat, als hij arts wilde worden, hij hoge cijfers moet halen en dat hij niet afgeleid zou mogen worden. Dan stak Nouska haar neus op en scheerde ze weg als een vleermuis.
Maar nu waren hun ouders er niet, en dus hield Nouska niet op.
‘Kom op! Er is veel minder aan, zonder jou in mijn leven!’ viel Nouska melodramatisch uit.
‘Ach, zolang de wereld maar niet vergaat,’ antwoordde Adam. Hij was vrolijk omdat hij Nouska zo chagrijnig maakte. Nouska bleef zeuren en uiteindelijk sloot Adam zichzelf op in zijn kamer, zijn tv net hard genoeg om zijn zusje niet te kunnen horen.
‘Ga maar buiten spelen!’ riep hij tegen de dichte deur. In gedachte hoorde hij haar gevloek en gestommel naar beneden toe, want hij wist dat ze zou doen wat hij zei. Macht was heerlijk. Het bleef ook in gedachten vanwege de volume van de televisie. Met dat ding nog steeds aan begon hij ook met het studeren.
Ver kwam hij niet. Hij hoorde al snel een ijselijke kreet. Het duurde even voor hij besefte dat het niet uit de geluidsbox kwam, maar van buiten. Geïrriteerd stond hij op en liep hij naar het raam toe - waar zijn hart plotseling ophield met kloppen. De hemel was even grijs als eerst, en de sneeuw viel nog net zo heftig naar beneden. Maar op de grond veranderde de kleur. Deels, althans. Het meeste bleef spierwit. Maar door dat witte stak het rood extra fel af. Adam zag hoe de bestuurder van een auto uit zijn auto stapte en snel naar een meisje op grond liep. Een kleine heks. Het beeld van Nouska’s levenloze lichaam was voor eeuwig en altijd in zijn geheugen geprint.

Even sidderde Adam. Die flashback zorgde voor een traan in zijn ogen, en hij schrok op, bijna bang, bij de aanraking van een vrouw. Een jonge vrouw met lichtblond haar en een bolle buik.
‘Adam…’ fluisterde ze.
‘Ik word vast een slechte vader,’ gromde hij, terwijl hij zijn ene arm om haar heen sloeg en met de ander over haar buik streelde.
‘Niet zo negatief, pessimist. Ik weet dat je het fantastisch zult doen!’
‘Ik kon haar ook niet redden,’ mompelde Adam nauwelijks verstaanbaar.
‘Ze zal je geweldig vinden. Een held,’ antwoordde de vrouw. Adam glimlachte weinig overtuigend. De eerste Nouska had van hem gehouden. Genoeg om keer op keer tegen beter weten in te vragen of hij tijd voor haar vrij wilde maken. Maar hij had haar laten stikken, hij had gewild dat ze weg ging. Hij was niet in staat geweest haar te beschermen van loerend gevaar, hij had niets gehad aan zijn artsenopleiding. En dit keer zou hij het anders doen. Zijn toekomstige dochter die naar zijn zusje vernoemd zou worden, zou een geweldig leven krijgen. Met alle aandacht die ze verdiende, misschien wel meer.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.