Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen n schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Oude(re) SA's » Liever geen antwoord [zm]

Oude(re) SA's

21 juli 2009 - 9:02

3895

0

156



Liever geen antwoord [zm]

Bills pov:
Hoi, even een beetje introductie.
Je zou nu verwachten dat dit stuk over de band gaat. Toch? Of zit ik fout? Ik kan je vertellen, als jij dat dacht, dan zat jij fout.
Er waren een paar maanden geleden zo veel haters. Ze verstoorden onze concerten, saboteerde de boel, en noem maar op. Hierdoor lieten steeds meer fans ons in de steek. En je snapt het misschien wel, het was beter om te kappen.
Dat was voor ons natuurlijk ook een enorme klap. De muziek was alles voor ons.
En zoals in veel verhalen van jullie, pak ik ondertussen vaak het mes erbij. Enerzijds hoop ik ooit te diep te gaan, anderzijds kan ik Tom toch niet in de steek laten?
Meer heb ik niet te zeggen. Back to the story.

Vandaag is het een mooie dag, maar binnen in mij kan het niet anders dan regenen.
Een beetje versuft zit ik op bed. Ik ben wel moe, maar kan niet slapen.
Ik kan Tom straks ook nog eens uit bed helpen. Gisteren heeft hij zijn eigen zuipfeestje gehouden, dus hij zal wel een flinke kater hebben. Het zou bijna lijken alsof hij het gehoord heeft. Aaauw een kater. Bill! Wis je asje- asje- asjeblieft een glas water voor me halen? Zeurt hij. Ben al onderweg. Zeg ik. Beneden vul ik voor hem een glas. Als ik in zijn kamer kom heeft hij zijn hoofd diep in de kussens geduwd. Tomsie, water voor je. Zeg ik en giet een beetje in zijn nek. Biiill! Waarom doe je dat nou. Ik heb zon koppijn. Zeurt hij. Ja, je bent sneu. Zeg ik. Ik kijk zijn kamer rond. Hoe krijgt hij het voor elkaar om er zo snel weer een bende van te maken? Iets mis mee? Vraagt Tom. Zijn hoofdpijn lijkt ineens weggetrokken te zijn. Nee hoor, als jij dit prettig vind. Ik houd je niet tegen. Zeg ik. Tom zet het lege glas weg en gebaart dat ik moet komen zitten. Ik schud nee. Even kijken wat hij doet. Hij pakt mijn pols en wil me op bed trekken, maar ik trek snel mijn hand terug. Bill, wat is er nou. Ik wil gewoon even praten. En het is irritant om telkens omhoog te kijken. Zegt Tom. Ik deed het maar om j ete plagen. Zeg ik een beetje nep-lachend, mijn pols doet hartstikke pijn. Ik ga voor hem op bed zitten waardoor ik bijna op zijn voeten land. Lekker op dreef? En je weet toch wel dat dat bij jou meer pijn doet dan bij mij. Zegt hij lachend. Ik weet gewoon dat jij gelijk je voeten intrekt, Zeg ik. Maar je wilde praten? Waarover? Over daarnet. Oh shit, ik hoopte dat hij dacht dat het een geintje was. Laat het please een ander onderwerp zijn. Je trok gelijk je hand weg, en op je gezicht was af te lezen dat het pijn deed. Hoe lang doe je het al? Valt hij gelijk met de deur in huis. Ik kijk hem even niet aan. Hoe wil hij dat ik erop reageer? Hij snapt toch ook wel dat ik het niet voor de lol doe? Ik probeer er maar onderuit te komen. Wat bedoel je? Vraag ik. Je weet best wat ik bedoel. Houd jezelf niet voor de gek. Ik hoor je s avonds zacht huilen, je trekt je pols weg omdat het pijn doet, stiekem hoop je dat er snel een einde aan komt. Of zit ik nu fout? Vraagt Tom. Hij weet het precies te vertellen. Tranen bederven mijn zicht, ik probeer ze te verstoppen voor Tom, maar hij heeft het al gezien.

Toms pov:
Ik was misschien wel een beetje te hard voor Bill. O nee, nu heb ik hem aan het huilen gemaakt. Daar kan ik echt niet tegen. Ik wil hem troosten. Ik ga naast hem zitten en wrijf over zijn rug. Je kunt alles aan me vertellen Bill, dan was dit niet nodig. Zeg ik. Hij snikt nog even. Zacht veeg ik zijn tranen weg. Ik weet het. Maar hoe moet ik het dan uitleggen. Zegt Bill. Hoe je je voelt, waar je mee zit. Dan had je nu het probleem met je polsen niet gehad. Zeg ik. En weer heb je gelijk. Het is ook stom om te doen. Maar dan nog één ding; hoe kom ik er vanaf? Vraagt Bill. Dat zal ik je laten zien. Zeg ik. Bill komt achter me aan naar zijn kamer. Waar is dat mes? Dan gaan we even laten zien dat jij beter bent dan zon stom ding. Zeg ik. Bill krijgt een glimlach op zijn gezicht en haalt het te voorschijn en geeft het aan mij. We gaan naar beneden. Daar geef ik het aan Bill. Hij kijkt me vragend aan. Gooi maar weg. Zeg ik. Hij moet lachen en gooit het ding in de vuilnisbak. En tot nooit meer. Zegt hij lachend als de deksel dicht valt. Zo, en nu heb ik honger. Wat wil jij eten? Vraag ik. Hmmm Verras me maar. Zegt hij. Oké, ga jij dan maar vast de tafel dekken, dan maak ik jouw verrassing klaar. Zeg ik. We gaan meteen aan de slag.
Ik de vriezer liggen nog 2 pistolets, die laat ik ontdooien. Ik kook 2 eitjes. Ondertussen ga ik op zoek naar sla, ham, kas, komkommer en tomaat. Tegen de tijd dat ik alles heb gesneden zijn de eieren gekookt. Even alles op het broodje leggen en klaar.
Als ik de kamer in kom met de borden schiet Bill gelijk overeind. Lekker, broodje gezond. Hoe wil je dat opeten zonder te knoeien? Vraagt hij. Niet. Gewoon opeten met knoeien. Lach ik. We beginnen met eten. Echt heel charmant, allebei in onze boxer en onze hele mond vol van het broodje. Er zit ei op je wang. Zeg ik lachend. Bij jou ziet het er leuk uit wil je zeggen. Het zit nog net niet tot aan je oren. Lacht Bill. Al lachend gaan we weer verder met ons broodje. Ik zit vol. Zegt Bill als hij klaar is. Hij holt zijn rug en zegt. Hij nou hoe groot dat broodje nu is. Weer een lachbui. Ik hoef ook niet meer. Laten we ons maar gaan omkleden. Zeg ik.

Bills pov:
Tom gaat eerst douchen, en dan ga ik. Het warme water stroomt over mijn rug en ik geniet ervan. Kennelijk sta ik er nogal lang onder want ik hoor Tom roepen. Ben je nog van plan om eronder uit te komen? Vraagt hij. Misschien Als je het heel lief vraagt, anders blijf ik eronder. Zeg ik lachend. Billy, kom je asjeblieft onder de douche vandaan, want ik wil zo graag met jou naar de kermis. En als je er niet onder vandaan komt dan breek ik het slot open en trek ik je eronder vandaan. Zegt Tom. Oeh, oké, ik kom al. Zeg ik. Snel kleed ik me aan en ga naar beneden. Daar ben je eindelijk. Zegt Tom en staat op om weg te gaan. Oja, armbanden vergeten. Moet nog even naar boven. Zeg ik en ren weer naar boven.
Na een paar minuten staan we eindelijk op de kermis. Wat wil je eerst doen? Vraagt Tom Hmm De Heartbreaker. Zeg ik. We gaan er samen in. Weet je wat ik raar vind? Vraag ik. Nou? Vraagt Tom. Ze noemen dit een 1 euro kermis, maar je betaalt overal 2 euro of meer. Zeg ik. Ja, je hebt gelijk. Dat klopt niet. Weet je wat ik raar vind? Vraagt Tom. Euh 1 euro kermis? Weet ik veel. Zeg ik lachend. Ja dat ook. Maar ik bedoelde eigenlij jou. Vanmorgen was je zo sneu als ik weet niet wat, en nu spring je vrolijk rond. Jij verandert echt snel van stemming. Lacht Tom. Moet ik dan weer net zoals vanmorgen doen? Vraag ik. Nee, dan kan ik weer opnieuw beginnen. Zegt Tom. Lekker, nog een broodje gezond. We kunnen er nu nog om lachen. We gaan in allerlei attracties die we leuk vinden.
En nu? We hebben alles zon beetje gehad. Zegt Tom. Ik kijk nog even rond. Zullen we even lachen? Kom, daar zit zo iemand die denkt dat ze een waarzegster is. Zeg ik. Oké, het is weer tijdverdrijf. Zegt Tom. We gaan naar haar toe. Aah, goede dag jongens. Zegt een vrouw als we het tentje binnengaan. Hoi. Zeggen we in koor. Dus jullie willen een kijkje in de toekomst? Wie eerst? Vraagt ze. Ga jij maar. Zegt Tom. Wat jij wilt. Zeg ik en haal mijn schouders op. Oké, mag ik misschien iets persoonlijks van je? Zo krijg ik beter contact. Zegt de vrouw met een accent. Ik heb vandaag een ketting omgedaan die ik ooit samen met Tom gekocht heb. Hij heeft er ook en. Veel mensen weten het niet, maar hij draagt hem net zoals ik elke dag. We hechten er veel waarde aan.
Ik heef het aan de vrouw. Ze sluit haar ogen. Oei, jij hebt een probleem jongeman. Je wilt er vanaf komen, maar het is moeilijk, heel moeilijk. Wat is dit? Hulp. Hulp heeft ook moeilij, maar doet er alles voor om te helpen. Zegt ze ineens. Ze opent haar ogen weer. Ik weet niet of het goed gaat komen. Zegt ze een beetje droevig. Zou het kloppen wat ze zegt? Krijg ik problemen met het snijden, of andere problemen? En wie is die hulp? Ik krijg mijn ketting terug en doe het weer om. Nu is het jouw beurt. Zeg ik tegen Tom. Hij gaat zitten en geeft de vrouw zijn ketting. Aha, zelfde ketting. Jullie tweeling. Tweelingband erg sterk, ik voel het. Zegt ze. Ze moest eens weten.
Weer concentreert ze zich. Arme jongen, carrière net kapot, maar blijft positief. Zie ik daar iemand om hulp roepen? Jongen doet goed en helpt persoon. Je hebt het moeilijk, maar hebt hoop. Maar nu? Veel licht, heel veel licht. Wat heeft dat te betekenen? Ik heb geen idee. Jongen moet het zelf ontdekken. Zegt ze en opent haar ogen weer. Veel succes en sterkte allebei. Jullie hebben het nodig. Zegt ze voordat we weg gaan.
De voorspelling van Tom en mij kunnen als puzzelstukjes in elkaar vallen. Maar het kan ook dat het met een andere persoon te maken heeft. Ik weet het niet.
Joehoe, aarde aan Bill. Zegt Tom. Wat is er? Vraag ik snel. Ik vraag al de hele tijd of je nog wat wilt doen of dat je naar huis wil. Zegt hij. Euh, laten we maar naar huis gaan. Zeg ik.
Eenmaal thuis bestellen we pizza. Wat een verrassing.
Als het bezorgt is en we aan tafel zitten heb ik helemaal een trek meer. Alles in orde? Vraagt Tom. Ik haal mijn schouders op. Dat betekend nee. Zegt hij. Even is het stil. Komt het door dat waarzegster vrouwtje? Vraagt hij. Ik knik. Daar moet je niet zo over inzitten. Waarschijnlijk verzint ze het ter plekken. Zegt hij. Het klopte anders wel. Nouja, het kan nog gaan kloppen. Zeg ik. Waarschijnlijk was het een gok die per ongelijk goed was. Zegt hij. Dat kan niet. Er zijn zo veel dingen te verzinnen. En zij pikt er zomaar de goeie uit. Ik raak een beetje geïrriteerd maar vooral gespannen. Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer het gaat kloppen. Wat zoek je er dan achter? Vraagt Tom. Ze zei dat ik in de problemen zat, dat ik er vanaf wil komen, maar dat het moeilijk is. Zeg ik Tom knikt. Ik denk dat ze dat gedoe met het snijden bedoelt. Daar wil ik vanaf komen, en ja, het is moeilijk. Tom knikt weer. Dan is er hulp, en die heeft het er ook moeilijk mee. Ik denk dat ze jou bedoeld. Zeg ik. Daar zit wat in. Dan wist ze bij jou precies te vertellen dat het net over is met de band, maar dat je toch over het algemeen positief blijft. Dat klopt volgens mij ook. Weer knikt Tom. Dan roept er iemand om hulp en jij helpt, maar je hebt het er moeilijk mee. Dat past precies in het verhaal dat ze mij vertelde. Zeg ik. Weer knikt Tom. En dat van dat licht begrijp ik niet. Misschien ga je wel een lampje vervangen. Zeg ik lachend. Nu jij het zo verteld klinkt het best freaky. Maar we doen er alles aan om het niet zo te laten lopen. Zegt Tom Oké hulpje. Zeg ik lachend en krijg een por in mijn zij. Het merendeel van de pizza laat ik staan, ik heb echt geen trek meer. Ik ga al vroeg naar bed, en Tom zo te hoen ook. Truste. Zeg ik als ik hoor dat hij naar boven komt. Slaap zacht, droom van mij. Zegt hij lachend. Ik moet ook lachen. Al snel val ik in slaap.

Ik ben in een kamer. Helemaal alleen. Het enige wat er staat is een bed en een bureau. Aan de muur hangt een spiegel, geen idee wat die daar doet.
Ik ben op zoek naar iets. Ik zoek in alle lades van het bureau en onder het bed, maar ik vind het niet.
Uit woede sla ik de spiegel aan diggelen. Alle stukjes vallen op de grond. De spiegel laat zien hoe ik me voel; Gebroken.
Mijn hand zit onder het bloed, maar ik negeer het. Ik pak een groot stuk op en bekijk het aandachtig. Er zitten een aantal scherpe kanten aan. Een van de punten staat me wel aan.
Ik ga met mijn rug tegen het bed zitten. Nog eens bekijk ik de punt aandachtig. Ik stroop mijn mouw op. Mijn onderarm zit vol met krassen. Ik zet de punt tegen mijn arm aan en trek het vanaf mijn pols naar boven.


Ik schrik wakker. Snel knip ik mijn lamp aan en check beide armen. Alleen de krassen van de laatste maanden zitten er. Er is niets gebeurt. Het was maar een droom. Zeg ik tegen mezelf. Ik kijk op mijn klok, half 2.
Het is nog te vroeg om uit bed te gaan. Ik ga maar weer slapen. Ik krijg het beeld van daarnet weer voor me. Een rilling trekt dor mijn rug.
Ik ga bij Tom kijken.
Hij ligt nog te slapen. Nog even, en hij ligt van zijn bed af. Ik verplaats he wat meer naar het midden en leg zijn deken goed. Hij lijkt er niets van gemerkt te hebben. Ik kruip naast hem in bed en ga tegen zijn rug aan liggen. Hij mompelt wat en draait zich naar me toe en legt een arm over me heen.
Ik kruip nog dichter bij. Geen idee of hij weet dat ik hier lig, maar ik vind het wel prettig.

Toms pov:
Als ik wakker word schrik ik even van de gedaante die tegen me aan ligt. Maar ik zie dat Bill het is. Die zal vannacht vast wakker geweest zijn en is er hier in gekropen. Ik blijf wel zo liggen totdat hij wakker wordt. Ik vind het echt helemaal niet erg. Bill kruipt nog wat dichter tegen me aan. Zacht ga ik met mijn hand door zijn haren. Na een tijdje merk ik pas dat hij wakker is. Hij kijkt omhoog. Goede morgen. Lekker geslapen? Vraag ik. Mwah, vannacht had ik een nachtmerrie. Maar het leek zo echt. Zegt hij. Oké, vandaar dat je nu hier ligt. Zeg ik. Hij knikt. Hoe lang ben je al wakker? Vraag ik. Niet zo lang. Toen ik wat dichter bij ging liggen was ik net wakker. En jij? Vraagt Bill. Nog niet zo lang. Zeg ik. Ik merk dat Bill een beetje onrustig is. Waar denk je aan? Vraag ik. Aan mijn nachtmerrie. Het leek zo echt dat ik daarna gecheckt heb of ver niets was gebeurd. Zegt hij. Ik ben een beetje bezorgd, hij lijkt er nogal mee te zitten. Als je het kwijt wilt kan dat. Dat weet je toch. Zeg ik voor de zekerheid. Ja, dat weet ik. Maar het was maar een nare droom. Zegt hij.

Bills pov:
Tom lijkt zich nogal zorgen te maken, maar iedereen heeft wel eens dat hij niet goed slaapt, toch?
De nachten daarop slaap ik ook niet al te best. Telkens dezelfde droom, hooguit een kleine verandering, maar het idee blijft hetzelfde.
Ik krijg steeds meer neigingen, maar weet ze telkens tegen te houden.
Maar vandaag is het zover. Ik ga op de automatische piloot op zoek naar een schaar, maar die kan ik zo gauw niet vinden. In woede sla ik de spiegel aan diggelen. Het gaat precies zoals in mijn droom. Ik zou het eigenlijk tegen moeten gaan, maar de wil ervoor is weg. Ik laat het gebeuren. Ik pak een van de scherpe stukken en neem het mee naar mijn kamer. Daar ga ik met mijn rug tegen het bed zitten. Ik zoek de scherpste punt uit en zegt het tegen mijn arm. Een pijnscheut gaat door mijn arm als ik het stuk van de spiegel over mijn pols trek. Maar het voelt niet als pijn, het voelt als voldoening.
Nog een kras volgt. Dan laat ik het stuk spiegel uit mijn hand vallen. Ik besef nu pas echt wat ik heb gedaan. Ik heb Tom en mezelf teleur gesteld. Ik ben razend op mezelf. Sukkel! Waarom doe je dit?!
Ik hoor Tom de trap op rennen. Tranen stromen over mijn wangen. Verdriet en woede gaan door me heen. Als Tom mijn kamer binnen komt voel ik me vreselijk schuldig. Hij komt voor me zitten en huilend laat ik me in zijn armen vallen. Zijn mooie witte shirt kleurt langzaam een beetje rood en zwart. Hij lijkt het niet erg te vinden.
Troostend wrijft hij over mijn rug en fluistert me lieve woordjes toe.
Blijf even zitten, dan haal ik de verbanddoos. Zegt hij als ik een beetje gekalmeerd ben. Gehoorzaam blijf ik zitten, niet van plan iets anders te doen.
Al snel komt hij weer boven met een gaasje en een verbandje. Hij maakt voorzichtig de wonden schoon en doet het verband er omheen. Zonder iets te zeggen hijst hij me overeind en neemt me mee naar beneden. Daar ga ik op de bank zitten. Tom geeft me een glas water. Dank je. Zeg ik zacht. Hij geeft me even de kans om te drinken. Gaat het weer een beetje? Vraagt hij. Ik knik. Sorry. Zeg ik zacht. Zeg dat maar tegen jezelf. Je maakt voornamelijk jezelf ermee kapot. Ik wil je alleen maar helpen. Zegt hij. Dat weet ik Ik ga die spiegel maar even opruimen. Zeg ik om een moeilijke situatie te vermijnen. Oké, ik kom je zo wel helpen. Zegt Tom. Hoeft niet, het lukt wel. Zeg ik en ga naar boven.
Sommige stukken zitten nog in de spiegel zelf, anderen zijn eruit gevallen. Ik zie twee stukken die precies in elkaar passen. Er is ook een kleiner stuk. Die is erg scherp. Ik neem ze mee naar mijn kamer en doe ze in een lade van mijn bureau.
Voordat Tom eraan komt ga ik voor de zekerheid snel weer naar de gebroken spiegel toe. Alle grote stukken kieper ik gelijk in de vuilnisbak, de kleine stukjes haal ik weg met de stofzuiger. Als ik net klaar ben komt Tom naar boven. Ik zie dat het al is gelukt. Zegt hij. Ik zei toch dat ik het wel alleen kon. Zeg ik. Ja, maar die heel kleine dingetjes zie je meestal niet zo goed, dus met zn tweeën zie je meer. Zegt hij. Nouja, het is in ieder geval weg. Zeg ik. Hij knikt.
In de dagen erop merk ik wel dat Tom me in de gaten houdt. Dat is soms best irritant. Wat? Vraag ik geërgerd. Niets. Hoezo dat? Vraagt hij. Je houdt me zo in de gaten. Dat is vervelend. Zeg ik. Tom zucht. Ja, ik weet het, ik heb het er zelf naar gemaakt. Zeg ik. Ik ga naar mijn kamer. Daar draai ik de deur op slot. In de bureaulade liggen nog steeds de gebroken stukken van de spiegel. Ik pak het kleinere stuk. Dan ga ik op bed zitten. Tom is ondertussen naar boven gekomen en staat aan mijn deur te trekken. Bill, doe die deur open. Wat doe je? Vraagt hij. Ik weet dat hij bezorgt is, maar hij slaat erin door. Ik sluit mijn hand waar ik het stuk spiegel in heb zitten. Doordat er scherpe stukken aan zitten bloedt mijn hand nu, ik knijp harder. Bill! Doe die deur open! Roept Tom. Ik concentreer me alleen op het stuk glas in mijn hand. Bill Asjeblieft. Nu klinkt het meer alsof hij smeekt, hij geeft het bijna op. Asjeblieft Bill, doe die deur open. Toe nou. Zegt hij. Er klinkt veel verdriet in zijn stem. Dit gaat op deze manier niet werken. Ik leg het glas weg en veeg mijn hand af aan een doek. Ik maak de deur open, daar staat Tom. Nou je zin? Zeg ik. Hij schudt van nee. Die blik Die zorgt dat ik zoveel medelijden met hem krijg. Hij zakt op zijn knieën. Kijk nou wat je jezelf aandoet, wat je mij aandoet. Wil je dat zo? Wil je dat we beiden elke dag pijn lijden? Was dat je plan? Als dat zo was, dan is het gelukt. Zegt hij triest. Ik bijt op mijn onderlip. Ik wilde Tom geen pijn doen, ik wilde alleen mezelf verlossen van het leven. Je hebt stukken achtergelaten, ik weet het zeker. Hoe kan je anders telkens nieuwe lidtekens hebben. Zegt hij. Ja, je hebt gelijk. Ik heb stukken achtergehouden, so what! Ik wil dit gewoon niet meer. De laatste zin is bijna onverstaanbaar. Houd er dan mee op. Ik wil niet toekijken hoe mijn broertje lijdt. Zegt hij. Ik weet niet wat ik moet doen. Tom gaat naar de bureaulade en haalt de stukken eruit die in elkaar passen. Waarom heb je die bewaard en er nooit wat mee gedaan? Terwijl je die kleine keer op keer gebruikt. Vraagt hij. Ik Voor alsAls jij erachter zou komen. Anders had ik niets meer. En nu had ik dan nog nog die twee stukken. Zeg ik tussen de snikken door. Zeg eens eerlijk. Echt heel eerlijk. Wil je nu de knoop doorhakken? Vraagt Tom. Hij heeft het er ook moeilijk mee. Even denk ik na, maar ik weet het 100 procent zeker. Ik knik ja. Waar wacht je op? Je hebt de benodigdheden Zegt Tom. Hier sta ik verstelt van. Zei hij dat echt? Nu snap ik er helemaal niets meer van. Ik moet wat opbiechten. Zegt Tom. Wat dan? Wat is er? Nu is het mijn beurt om bezorgd te zijn. Ongeveer hetzelfde als bij jou, alleen jij doet het al langer. Zegt Tom zacht. Ik staar hem met open mond aan. Maar Wil jij Ik bedoel Ik kan geen zinnig woord meer zeggen. Ja, ik wil ook ermee kappen. Zegt Tom. Mein Gott Dit had ik niet verwacht. En al helemaal niet wat hij nu doet.
Een stuk glas geeft aan mij, zelf heeft hij er ook een. Dat was het dan. Zegt hij en maakt aanstalten om zijn polsen open te snijden. Ik volg zijn voorbeeld.
Daar zitten we dan, naast elkaar, allebei bloedende polsen, terwijl we elkaars hand vast houden omdat we elkaar nooit willen verliezen. Langzaam voel ik de kracht uit me vloeien. Langzaam word ik gedwongen om tegen Tom aan te leunen omdat ik het zelf niet meer kan. En voor hem geldt hetzelfde. Alles wordt zwart. Dan zie ik een wit licht. Nu weet ik pas wat de waarzegster bedoelde met een fel wit licht. Ik vertel het straks aan Tom


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.