Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Geluk gehad (misschien wel te vaak?) » 3. Location: Belgium

Geluk gehad (misschien wel te vaak?)

16 sep 2009 - 20:36

1562

1

167



3. Location: Belgium

Bill’s pov:
Helemaal hyper stappen we ’s avonds laat de bus in om naar België te rijden. We kijken in de bus nog wat films die we zo ongeveer mee kunnen praten.
De volgende dag staan we constant vast in de file, en daardoor wordt de stemming er niet veel beter op. Allerlei auto’s om ons heen staan te toeteren omdat ze graag door willen rijden, maar dat gaat natuurlijk niet.
Als we een korte stop maken bij een benzinestation weet David ergens een Duitstalige krant vandaan te toveren. Hij neemt het mee de bus in en bladert wat. ‘Jongens? Volgens mij hebben jullie geluk gehad. Of juist niet.’ Zegt hij, en laat het artikel aan ons zien. Met zijn vieren komen we op hem afgestormd en lezen over elkaars schouder het stuk.
Er is weer een concerthal aangestoken. Er staat een grote kleurenfoto bij van het brandende gebouw. En ernaast staat een kleinere foto die eigenlijk té ranzig is om in de krant te zetten. Het is het stoffelijke overschot van een van de fans. Het lijkt erop alsof ze niet meer leefde toen ze verbrand werd. Ze was al helemaal verscheurd. Het ziet er echt walgelijk uit, helemaal doordat het een kleurenfoto is. ‘Hoe kunnen ze dit soort foto’s in de krant plaatsen? Dat vind ik echt niet kunnen.’ Zegt Tom. ‘Hier krijg ik echt kotsneigingen van.’ Zeg ik. Gustav en Georg zijn sprakeloos. We snappen niet hoe dit zomaar kan gebeuren. Er was extra beveiliging ingezet, en iedereen was gefouilleerd. ‘Ik hoop dat we vanavond een concert kunnen geven zonder dat we bang hoeven te zijn dat er weer een paar honderd fans vermoord worden.’ Zegt Gustav.

Denise’s pov:
Ik heb gehoord van de ongelukken bij de twee andere concerten van Tokio Hotel. Maar nu is er zo veel beveiliging, het moet wel goed gaan. We zijn op van alles gecontroleerd, en er staan extra veel beveiligingsmensen in de zaal.
Ik ben echt niet van plan om niet naar een concert te gaan, alleen maar omdat een paar haters vervelend doen.
In België zijn ze gelukkig niet zo extreem, dus hier verwacht ik het niet. Ik ga gewoon genieten van het concert, en van alle nummers die ze spelen.
Er zijn wel meer fans die er ook zo over denken, want anders zou deze zaal niet helemaal vol staan.
De lichten gaan uit, en het concert begint. Er is helemaal niets aan de hand, en iedereen schreeuwt uit volle borst mee.
De jongens lijken zich ook niets van alle krantenberichten aan te trekken, want ze doen net zo veel hun best, als hoe ze het normaal gesproken ook zouden doen.
De sfeer is echt geweldig, en iedereen geniet ervan.
Het hele concert was echt gaaf, en An deiner Seite blijft een van mijn favoriete nummers.
De jongens komen nog een paar keer terug om flesjes water over het publiek leeg te gooien, en Gustav doet de Wave met iedereen.
Nog één keer komen ze met zijn allen op, en bedanken alle fans. Snel gaan ze weer weg, ze moeten natuurlijk weer verder.
Het podium wordt afgebroken, maar de deuren gaan maar niet open.
Alle crew is weg.
Ineens gaan de lichten uit. Je ziet geen hand voor ogen. Wat is hier aan de hand? ‘Lisa? Lisa waar ben je?’ Roep ik als ik mijn beste vriendin kwijt ben.
Een gil. Ergens uit de zaal komt een oorverdovende krijs. Niet zo een wanneer je je favoriete band tegen komt. Nee, dit was van angst, of pijn. Misschien een combi van die twee.
Zouden de krantenberichten toch echt zijn? Zouden dit onze laatste uurtjes zijn?
Nog een gil. ‘Laat me los!’ Volgens mij is dat Lisa. ‘Lisa! Waar ben je? Wat is er aan de hand?’ Vraag ik in het niets. Geen antwoord van Lisa.
Er word gelachen, heel gemeen. Het komt van overal om ons heen. Het is niet een iemand, het zijn er een paar. Verspreid door de zaal. Wat gebeurt er? Ik snap er niets van.
Alle fans raken in paniek. Om ons heen wordt geduwd en getrokken. Iedereen wil naar buiten, maar de deuren zitten stevig op slot.
Ineens een krijs heel dicht bij, naast me. Mijn oren doen er pijn van. Ineens voel ik wat spetters op mijn gezicht. Wat is dí¡t? Ik ga met mijn vingers over mijn wang heen, en voel iets warms en vloeibaars. Getver! Dat is toch niet… Nee, niet aan denken. Houd je hoofd koel.
Ik probeer me naar achteren te worstelen, naar de uitgang, waar iedereen aan de deur staat te trekken.
Ik hoor steeds meer angstig gegil, het wordt steeds harder. Maar na een paar minuten neemt het af. Het kan toch niet zo zijn dat ze ineens kalm zijn? Dat kan gewoon niet.
Ik probeer niet te denken aan wat er wel gebeurt is, maar ik heb toch een vermoeden.
Ineens ruik ik iets. Het is nog maar een heel klein beetje, maar het is niet goed. Het begint steeds meer te stinken. Ineens weet ik wat het is. Benzine!
Oh nee! We worden straks levend verbrand! Ik sla zo hard mogelijk op de deur, hopend dat er personeel is van het concert gebouw die het kan horen.
Het wordt steeds warmer hier binnen. Wanneer ik me omdraai zie ik geen concertzaal meer, maar alleen een grote vlammenzee. Het komt steeds dichter naar ons toe. Daardoor worden we steeds meer in een hoekje gedreven.
Ik weet nu al dat we het niet lang meer volhouden.

Bill’s pov:
Vandaag hebben we wel weer lekker gespeelt, maar toch heb ik er een rotgevoel bij. Wat nou als het nu weer gebeurt? Op die manier vind ik het touren echt niet leuk meer.
Ik kijk door het achterraam en zie een grote wolk.
Hoe kan dat? Het is nu wel laat in de avond, maar er zijn amper wolkjes, en daar hangt een hele dikke grijze wolk.
Ik kijk waar het vandaan komt.
Even lijkt alles stil te staan.
De wolk komt van het gebouw waar wij net vandaan komen. ‘David! Ze zijn er weer!’ Schreeuw ik in paniek. Ik grijp naar Tom’s shirt, hij zit nou eenmaal het dichtste bij, en trek hem naar de achterruit. ‘Moet je kijken! We moeten terug! Wat als er nog allemaal mensen daar binnen zijn?’ Hyper ik. Tom was eigenlijk al half in slaap gevallen, maar door mij plotselinge uitbarsting is hij zo goed als wakker en focust zich op de wolk, en dan naar het concertgebouw. ‘Bill, ik denk dat we daar niets meer aan kunnen doen.’ Zegt hij.
‘Jawel, we moeten terug. Het moet.’ Zeg ik en ga naar de chauffeur. ‘We moeten terug naar het concertgebouw. We moeten de fans helpen.’ Zeg ik. ‘Dat gaat niet, dan komen we niet op tijd in Duitsland aan voor jullie concert.’ Zegt hij en rijdt stug door. ‘Dan zet je me maar hier af, en loop ik naar het gebouw.’ Zeg ik koppig.
Uiteindelijk krijg ik de chauffeur zo ver dat hij terug rijd.
Wanneer we aan komen bij het gebouw zijn we al te laat.
Verslagen sta ik naar het overgebleven deel van het gebouw dat helemaal zwart is.
Aan de eerste brandweerman die voorbij komt vraag ik of er nog fans zijn gevonden. ‘Ja, we hebben er wel een paar gevonden.’ Zegt hij. ‘En? Hoe is het met ze?’ Vraag ik bezorgd. ‘Niet zo goed, een paar waren er al overleden voordat het gebouw in vlammen opging, een paar zijn er levend geroosterd. Geen overlevenden.’ Zegt hij. ‘Oh.’ Kan ik nog net uitbrengen voordat hij weer weggaat.
Ik zie een paar busjes de parkeerplaats oprijden van het concertgebouw. Al snel springen er een paar cameramannen uit, en een paar mensen van verschillende zenders die het nieuws presenteren.
Ze doen allemaal hun zegje. Wij verstaan er natuurlijk niets van, want diegene die binnen gehoorsafstand zijn, spreken geen Duits.
Ineens komt een van hen naar ons toe. ‘Wat vinden jullie ervan dat er al tot drie keer toe een concertgebouw is afgebrand na een concert van jullie. Bij alle andere bands gebeurt dat niet.’ Zegt ze in het Duits. Even moet ik nadenken over het antwoord. Waarom komt ze zo plots hierheen? ‘Natuurlijk vinden wij het ook erg wat er is gebeurt!’ Zegt Tom net als ik m’n mond open wil trekken om iets te zeggen. De vrouw lijkt verbaasd dat Tom antwoord geeft, en ik niet. ‘Er zijn erg veel beveiligers ingezet, juí­st omdat we het wilde voorkomen. Iedereen is gefouilleerd, en niemand had iets de zaal in meegenomen dat brandbaar was. Alles is in beslag genomen.’ Leg ik uit. ‘Dus jullie willen zeggen dat je niet weet wie erachter zit?’ Vraagt ze. Wat een domme vraag, natuurlijk weten we dat niet. Tom heeft diezelfde indruk, alleen maakt hij het haar even duidelijk met woorden. ‘Het valt wel erg op dat het alleen bij jullie concerten is. Zou het misschien kunnen dat het iemand uit jullie crew is?’ Vraagt ze. ‘Natuurlijk niet! Wij vertrouwen onze crew erop dat ze geen vlieg kwaad doen.’ Zeg ik. De vrouw van het nieuws is ongeduldig en seint dat de cameraman kan stoppen met filmen. ‘Even off the record… Het is wel erg opvallend dat jullie nu nog hier zijn. Het zou me niets verbazen als er een paar mensen wantrouwig worden.’ Zegt ze, en keert ons de rug toe. Ik kan hier echt pissed om worden. Stampvoetend keer ik me om en ga de bus weer in. ‘We kunnen gaan.’ Mopper ik tegen de chauffeur. ‘Een “asjeblieft”ť kan geen kwaad, Bill.’ Zegt hij. Ik negeer hem, en ga gelijk door naar achteren.


Reacties:


XxMangelBxX
XxMangelBxX zei op 16 sep 2009 - 20:55:
-Got no words for it-
-Silence-
-Dead silence-

Xx. <3