Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Everything will be fine » 19.
Everything will be fine
19.
Ik
Daar liep ze dan. Geen enkele emotie kon je aflezen van haar gezicht. Volgens mij probeerde ze alles te verdringen. Alles wat ze had meegemaakt. Alles wat er op dit punt voor zorgde dat ze niet langer in zichzelf kon geloven. Wat kon ze nog geloven? Als ze net de jongen had gekust waar ze van dacht te houden, en dan net op datzelfde moment snapte dat niets is wat het lijkt. Niets.
Haar vingers glijden langs een radiator en brengen een zacht ratelend geluid voort. Als het niet was voor het echo van haar voetstappen zou je het veel beter kunnen horen. Ze bijt op haar lip maar stapt toch verder. Terwijl ze met haar hand door haar haren wrijft kijkt ze even een willekeurige kamer binnen. Ze stopt en blijft staan. Nieuwsgierig werpt ze even een blik binnen. Voor de eerste keer zie ik teleurstelling op haar gezicht. Misschien verwachte ze iemand, iemand die haar zou helpen. Haar zou helpen met het begrijpen van wat ze eigenlijk fout doet. Ze schuift haar handen in haar zakken, net een reflex. Juist wanneer ze een uitweg vindt klinkt een bekende stem haar in de oren. Met duidelijke twijfels draait ze zich om. Buiten adem staat hij haar aan te kijken. Wat zou hij doen? Een excuus verzinnen, of haar de waarheid vertellen met de kans dat ze nog bozer wordt?
“Dat was niet wat je denkt.”¯
Hij blijft op een afstand van haar staan, duidelijk onder de indruk van haar kalme reactie. Ze glimlacht, net niet overtuigend genoeg.
“Dat is het nooit Tom.”¯
“Nee, Yaren, echt. Ik dacht dat ze iemand van de pers was.”¯
“Ja, en stel je voor dat ze je met iemand als mij zou zien.”¯
Ze wil zich terug omdraaien maar hij kan nog net haar hand nemen.
“Dat bedoelde ik helemaal niet.”¯, fluistert hij.
“Natuurlijk niet.”¯
“Ik meen het Yaren.”¯
Zacht duwt hij wat haren naar achteren en buigt zich naar haar toe. Het perfecte plaatje zou je denken. De prins kust haar en ze leefden nog lang en gelukkig. Spijtig genoeg was dat in het geval van Yaren nooit zo geweest.
“Ik begrijp het wel.”¯, zegt ze terwijl ze zich wegtrekt.
Ze draait zich terug naar de deur en stapt de koele avondlucht in. Hij weet dat het geen zin meer heeft om haar tegen te houden. Dat het geen zin meer heeft om iemand te proberen zijn waarvan hij wist dat hij het niet kon volhouden. Hij hield oprecht van haar, maar de twijfels namen de overhand. De twijfels die hem vertelden dat hij haar niet gelukkig kon maken. Terwijl hij dacht dat dat alles was waar hij ooit van had gedroomd.
Met haar gsm belde ze een taxi op. Nog vijf minuutjes en ze kon hier weg. Het enige waar ze aan kon denken was waarom ze zich zo had laten vangen? Zich zo had laten doen door iemand waarvan ze dacht dat hij wel is diegene kon zijn die oprecht van haar zou houden. Wat moest ze nu?
Nog voor ze ook maar één domme oplossing kan bedenken, zoals terug naar België gaan, voelt ze dat iemand naast haar komt staan. Hij zegt niets maar neemt zacht haar hand. Als hij voor haar komt staan ziet ze een traan over zijn wang rollen. Ze denkt vast dat die twee verdomd hard op elkaar lijken. Ook Bill weet dat Yaren niet lang meer kan blijven. Het zoveelste stukje van de puzzel, haar puzzel, ging verloren. Ze verbergt haar gezicht in zijn nekholte zonder ook maar één woord te zeggen.
Reacties:
Daar liep ze dan. Geen enkele emotie kon je aflezen van haar gezicht. Volgens mij probeerde ze alles te verdringen. Alles wat ze had meegemaakt. Alles wat er op dit punt voor zorgde dat ze niet langer in zichzelf kon geloven. Wat kon ze nog geloven? Als ze net de jongen had gekust waar ze van dacht te houden, en dan net op datzelfde moment snapte dat niets is wat het lijkt. Niets.
Haar vingers glijden langs een radiator en brengen een zacht ratelend geluid voort. Als het niet was voor het echo van haar voetstappen zou je het veel beter kunnen horen. Ze bijt op haar lip maar stapt toch verder. Terwijl ze met haar hand door haar haren wrijft kijkt ze even een willekeurige kamer binnen. Ze stopt en blijft staan. Nieuwsgierig werpt ze even een blik binnen. Voor de eerste keer zie ik teleurstelling op haar gezicht. Misschien verwachte ze iemand, iemand die haar zou helpen. Haar zou helpen met het begrijpen van wat ze eigenlijk fout doet. Ze schuift haar handen in haar zakken, net een reflex. Juist wanneer ze een uitweg vindt klinkt een bekende stem haar in de oren. Met duidelijke twijfels draait ze zich om. Buiten adem staat hij haar aan te kijken. Wat zou hij doen? Een excuus verzinnen, of haar de waarheid vertellen met de kans dat ze nog bozer wordt?
“Dat was niet wat je denkt.”¯
Hij blijft op een afstand van haar staan, duidelijk onder de indruk van haar kalme reactie. Ze glimlacht, net niet overtuigend genoeg.
“Dat is het nooit Tom.”¯
“Nee, Yaren, echt. Ik dacht dat ze iemand van de pers was.”¯
“Ja, en stel je voor dat ze je met iemand als mij zou zien.”¯
Ze wil zich terug omdraaien maar hij kan nog net haar hand nemen.
“Dat bedoelde ik helemaal niet.”¯, fluistert hij.
“Natuurlijk niet.”¯
“Ik meen het Yaren.”¯
Zacht duwt hij wat haren naar achteren en buigt zich naar haar toe. Het perfecte plaatje zou je denken. De prins kust haar en ze leefden nog lang en gelukkig. Spijtig genoeg was dat in het geval van Yaren nooit zo geweest.
“Ik begrijp het wel.”¯, zegt ze terwijl ze zich wegtrekt.
Ze draait zich terug naar de deur en stapt de koele avondlucht in. Hij weet dat het geen zin meer heeft om haar tegen te houden. Dat het geen zin meer heeft om iemand te proberen zijn waarvan hij wist dat hij het niet kon volhouden. Hij hield oprecht van haar, maar de twijfels namen de overhand. De twijfels die hem vertelden dat hij haar niet gelukkig kon maken. Terwijl hij dacht dat dat alles was waar hij ooit van had gedroomd.
Met haar gsm belde ze een taxi op. Nog vijf minuutjes en ze kon hier weg. Het enige waar ze aan kon denken was waarom ze zich zo had laten vangen? Zich zo had laten doen door iemand waarvan ze dacht dat hij wel is diegene kon zijn die oprecht van haar zou houden. Wat moest ze nu?
Nog voor ze ook maar één domme oplossing kan bedenken, zoals terug naar België gaan, voelt ze dat iemand naast haar komt staan. Hij zegt niets maar neemt zacht haar hand. Als hij voor haar komt staan ziet ze een traan over zijn wang rollen. Ze denkt vast dat die twee verdomd hard op elkaar lijken. Ook Bill weet dat Yaren niet lang meer kan blijven. Het zoveelste stukje van de puzzel, haar puzzel, ging verloren. Ze verbergt haar gezicht in zijn nekholte zonder ook maar één woord te zeggen.
Ja, dit is je hele stukje.
En weet je waarom?
Dit stuk is, met vlag en wimpel, het allermooiste stuk uit EWBF.
Niet dat de andere stukken niet mooi zijn - integendeel, ik ben nog steeds jaloers op jouw schrijfstijl.
Maar dit?
Dit stuk is het allermooist.
<3
In een woord WOW!
Héél mooi! Echt geweldig! Ik ben het met Nadezh eens, dit is echt het mooiste stukje uit heel EWBF! Ik vind het echt prachtig!
<33