Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » All I ever wanted » 7.

All I ever wanted

23 okt 2009 - 19:56

2010

0

306



7.

Het concert in Rotterdam was de 10e keer dat ik Bill in het echt zag, en ik was tegenwoordig al lang niet meer zenuwachtig voor mijn grote liefde weer voor me zou staan. Ik wist dat hij me opnieuw niet zou zien, ik vond hem verschrikkelijk bij concerten, en eigenlijk begreep ik helemaal niet goed waarom ik er telkens weer heen ging. Als ik mijn moeder vertelde dat ik niet snapte wat de reden was dat ik nu weer urenlang voor een deur zou liggen te wachten zonder enige zin te hebben in het concert, zei ze: “Je wilt Bill toch gewoon graag zien?”¯ Dan keek ik haar altijd even aan en schudde mijn hoofd. “Ik wil Bill zien, maar hem niet.”¯ Ik wist dat ze het niet begreep, maar ik ging er nooit verder op in.
Die jongen op het podium was Bill gewoon niet, en waarschijnlijk was dat waarom concerten me nog zo weinig deden. Het maakte me niets uit dat hij me niet zag, want met degene voor me had ik niets te maken.
Ik was haast bevroren in de nacht voor het concert, op de ijskoude grond voor de zaal waar Bill nog lang niet aanwezig was. En tijdens het concert verveelde ik me. Ik voelde geen enkele vorm van emotie meer, ik was vooral blij dat het warm was in de eerste rij, gezien ik ruim 20 uur in de vrieskou had gelegen. Ik kon alleen maar naar Bill kijken, weigerde de engelse teksten mee te zingen waarvan ik zeker was dat hij ze zelf niet eens begreep, en dacht na. Alle gillende meisjes rondom me zagen eruit alsof ze hun verstand volledig kwijt waren, maar ik steunde met één arm op het hek en leunde met mijn hoofd op mijn hand, stilletjes kijkend naar degene die Bill moest zijn. Georg, de bassist van de band, glimlachte naar me en ik had het gevoel dat ik een beetje raar over moest komen, zo in de eerste rij. Maar het maakte me weinig uit want Bill keek toch niet naar me. En al zou hij kijken, ik wist dat hij me niet zag. Zoals hij niemand meer zag. Hij was zo vreemd geworden.
Ik weet niet eens meer wanneer het moment kwam dat zijn blik de mijne kruiste. Die halve seconde dat er de minste vorm van contact tussen ons was. Het enige moment dat ik weer gevoel had en zou zweren dat mijn hart oversloeg. En het was geen liefde, wat ik voelde. Het enige wat ik voor me zag, was hoe ongelofelijk dof Bill’s ogen waren. Ik had nooit ogen gezien die zo leeg voor zich uit keken als de zijne. Opnieuw werd ik overspoeld door kou, en ik realiseerde me dat hij nog wel danste en zong, maar dat hij van binnen totaal niet meer leek te leven. Alsof hij rondliep maar er gewoon niet meer was. Ik was zo geschrokken, en volgde het concert nog maar amper. Ik nam me voor nooit meer naar zijn optredens te gaan, omdat ik daar slechts bevestigd kreeg hoe ik dacht dat Bill zich moest voelen. Ik probeerde hem beter in me op te nemen omdat ik besloot dat ik hem niet meer zou zien. Maar hij sprong en huppelde, en hij was overal en nergens tegelijk. Ik wilde hem zo helemaal niet onthouden want ik hield niet van hem. Niet van hém.

Für uns wird’s erst weitergehen wenn wir uns nicht mehr sehen...

Ik slikte. Ik wist dat hij gelijk had. Hoewel het hem weinig uit zou maken als hij mij niet meer zag, zou ik pas verder kunnen met mijn leven als ik hem los had gelaten.

Ik voelde me zo fit na het concert. Tot nu toe had ik altijd compleet in tranen buiten gestaan, me compleet machteloos voelend, met het idee dat ik Bill weer zo lang niet zou zien. Of huilend omdat hij me weer niet aangekeken had. Maar ik voelde me echt oké nu. Het was aan de ene kant een best prettig idee dat ik met die jongen daarbinnen niets te doen had. Aan de andere kant was het raar dat hij wel in het lichaam huisde van degene van wie ik zielsveel hield. En waar de echte Bill heen was, wilde ik al helemaal niet over nadenken.

De nachten erna waren heerlijke droomloze nachten, waarin ik vooral heel dankbaar was voor het feit dat ik in een warm bed onder zachte dekens lag, en ik dacht niet eens meer aan Bill. Het maakte me allemaal gewoon nog weinig uit. Ik voelde me al lang geen hysterische fan meer, en het leek haast alsof ik boven Bill verheven was. Alsof hij onderdanig was aan mij in plaats van andersom. Hij zou mij harder nodig hebben dan ik hem. Maar dat wist hij niet. En diep van binnen wist ik wel dat ik het mezelf voorhield, maar dat zou ik nooit toegeven.

Eigenlijk was er nog maar één ding in de hele wereld dat ik wilde: terug naar hoe het was. Mijn kansen grijpen en zorgen dat ik bij Bill was. Dat ik gewoon heel even met hem kon praten en er voor hem kon zijn. Want zelfs al zou ik nu een meet en greet winnen, ik wist dat ik niet echt meer bij hem kwam.
Ik wist ontzettend goed dat tijdreizen onmogelijk waren en ik geloofde ook niet dat ik op een dag wakker zou worden, en dat het plotseling weer 2 jaar eerder zou zijn. Mijn enige wens was onmogelijk, maar ik wist dat er één manier was om een klein beetje terug te gaan naar zijn oude leven. Terug naar een plaats die zo weinig veranderd was, en waar Bill zelf al zo vaak geweest was. Een plaats die hem vertrouwd was en die ik altijd al had willen bezoeken. De enige manier om terug te keren naar de oude tijd, was door te vluchten naar Loitsche.

8 - In de dagen na het concert, raakte ik steeds zekerder om mijn plan te realiseren. Er zaten zo vreselijk veel nadelen aan mijn fantasie, maar het voelde alsof ik moest. Alsof ik geen keus had. Alsof ik kapot zou gaan als ik niets zou doen.
Eerste en grootste probleem was, dat ik gewoon school had in de komende weken. Ik zou op een zaterdagochtend vertrekken, zodat ik in ieder geval 2 dagen de tijd had verder te komen zonder dat het bij leraren op zou vallen. Ik zou dan zeker in Duitsland zijn en de Nederlandse politie had in het buitenland niets meer over me te zeggen, dus dat probleem was ook al voor een deel opgelost. Tweede probleem was dat mijn ouders meteen zouden weten waar ik heen was. Ik had ze al tijdenlang de oren van het hoofd gezeurd om één dag naar Loitsche te mogen, maar ik had altijd even hard ‘nee’ te horen gekregen. Ik had echter het vage gevoel dat ze me heus niet achterna zouden komen, en al zouden ze me zoeken, ik wist me heus wel te verbergen in omliggende dorpen of steden.
Ik had een lijst gemaakt met spullen die ik nodig zou hebben, en realiseerde me dat ik het nog lastig zou krijgen wat eten en onderdak betreft. Maar ik vond het niet zo erg om buiten te slapen, hoe koud het ook was. Als ik een warme deken over me heen had, kon ik overal wel wegdromen.

Ik vertelde niemand over mijn plannen en zelfs Vera kreeg niets te horen. Ik kon niet voorzichtig genoeg zijn, hoewel ik het doodeng vond om in mijn eentje weg te lopen van mijn vertrouwde huis. Het was niet mijn bedoeling mijn ouders pijn te doen, maar het was allemaal voor mijn eigen bestwil. Ik had gewoon geen keus.

Het was woensdag toen ik bij de pinautomaat om de hoek al het geld van mijn rekening haalde. De dag erop kocht ik op het station via het loket een enkeltje Berlijn, omdat dat naar mijn idee het meest dichtstbijzijnde station was dat ik vanuit Nederland kon bereiken, en door een aanbieding naar alle Europese hoofdsteden was ik ook nog een stuk goedkoper uit dan wanneer ik met lastigere omwegen zou reizen. In mijn rugzak waren 3 setjes kleding ingepakt, plus een hele stapel schoon ondergoed en sokken. Ik had geen idee of ik ergens een wasmachine zou kunnen gebruiken, maar ik kon gewoon niet te veel bagage meenemen. Ik had zelfs al mijn teddybeer ingepakt, die ik gekregen had van iemand die me altijd heel dierbaar was geweest, en ik had opladers van telefoon en iPod in een zijvak gestopt. Op vrijdagochtend was ik er zeker van dat ik al het noodzakelijke had, en als laatste pakte ik mijn schooltas in. De tas waarvan ik niet wist hoe lang het zou duren voor ik hem weer nodig zou hebben.

Op school ging alles volledig langs me heen en ik ging kapot van de zenuwen. Het was vreselijk niemand iets te kunnen vertellen en ik had nou al 4 keer nerveus gezegd dat ik dit weekend niets ging doen maar dat ik toch niet mee naar de bioscoop kon. Om kwart over 4 wenste ik Vera een prettig weekend, en ze riep me na ‘Tot maandag!’. Ze moest eens weten. Over 17 uur zou ik in de trein naar Berlijn zitten.

Die nacht kon ik onmogelijk in slaap komen. Bill was afgelopen week heel ziek geworden en het scheen dat hij op dit moment thuis in Loitsche verbleef. Morgen zou ik in Loitsche zijn. Maar ik wilde hem absoluut niet lastigvallen dus ik wist niet goed wat ik moest doen. Ik was bang dat er tientallen fans rond zijn huis zouden zwerven, en het laatste wat ik wilde was Bill tot last zijn.
Om 7 uur stond ik op, aangezien ik nog geen twee uur had geslapen en het al zo licht was dat het nu geen zin meer had het te proberen. Daarbij moest ik over anderhalf uur de deur uit, dus kon ik sowieso weinig langer in bed blijven liggen.
Mijn ontbijt bestond uit een broodje dat ik amper weg kreeg, en ik nam de overige mee voor de komende dagen. Ik had geen idee hoe lang ik precies weg zou blijven en ik had echt niet genoeg geld om meer dan één dag in een restaurant te eten. Ik nam mijn laatste douche thuis, poetste haastig mijn tanden, en propte nog enkele spullen in mijn rugzak. Ik was bloednerveus toen ik de trap afliep, en was blij dat zowel de deur van mijn vaders kamer als die van mijn broertje nog gesloten was. Ik zuchtte toen ik nog even op de bank neerplofte. Mijn ogen keken de vertrouwde huiskamer rond. Ik wist niet of ik het hier zou missen. Ik was al vaak veel langer van huis geweest, maar ik had nog geen idee in wat voor situaties ik terecht zou komen, en hoezeer ik naar mijn eigen huis zou verlangen. Het was 8 uur toen ik naar boven rende en midden in mijn kamer tot stilstand kwam. Ik was een beetje buiten adem omdat ik net twee trappen op was gerend en keek omhoog naar al mijn posters. “Bill…”¯ Ik haalde driemaal diep adem. “Ik zal je missen, denk ik…”¯ Ik slaakte nog een diepe zucht. “Ik denk aan je… altijd.”¯ Ik liep terug naar de deur en drukte mijn lippen tegen een poster die op ooghoogte hing. Ik keek mijn kamer nog éénmaal rond. Ik was er zeker van dat ik deze plek zou missen. Ik was zo graag in mijn kamer, met alle posters, alle herinneringen. “Dag, Bill.”¯ Ik sloot de deur en liep de twee trappen op mijn tenen weer af.
Om tien voor half negen viel de voordeur van mijn huis in het slot. Ik weigerde nog achterom te kijken toen ik wegliep, omdat ik mezelf had voorgenomen het allemaal niet te zwaar te maken. Ik checkte of ik mijn treinkaartje had, en liep met grote passen naar het station. Mijn reis was nu begonnen, en er was nog altijd niemand die wist wat ik van plan was.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.