Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen ιn schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » LIEFDE EN BARRIÈRES HOOFDSTUKKEN 1 2 3 4 5 6

LIEFDE EN BARRIÈRES HOOFDSTUKKEN 1 2 3 4 5 6

18 aug 2012 - 6:59

AL

0

0

LIEFDE EN BARRIÈRES



Door Poul Hofland.



Dit is een verhaal over de gebeurtenissen tussen Agnes en Elin in het Zweedse plaatsje Åmål, die de lijn volgt van de film “Fucking Åmål”, ook wel genoemd: “Show me love”.
Echter, dit verhaal heeft geen enkele verbondenheid met Lukas Moodysson (de filmregisseur) of Memfis film zelf.

De vertelling is een uiting van mij omdat ik vindt dat de film een warm en interessant verhaal uitdraagt, in beeld gebracht door jonge talenten. Om die reden leek het me leuk de gebeurtenissen in Åmål op een wat uitgebreidere wijze weer te geven.
Ikzelf heb bijzonder veel plezier beleefd met de creatie hiervan. Het was leuk en interessant de karakters te beschrijven en het verhaal uit te breiden met gebeurtenissen die tussen de in de film getoonde scènes voorkomen.
Graag wil ik iedere lezer veel plezier wensen in het meebeleven van de perikelen die Agnes en Elin op hun levenspad tegenkomen.


Poul Hofland.



www.poulhofland@hotmail.com




ξ



Homo sapiens, levend als gevangen op deze planeet.
Ploeterend en zwoegend in problemen, soms groot, soms klein.
Gestaag en onwetend glijdend in neerwaartse spiralen.

Kleine gelukjes houden de zaak gaande, lonkend naar plezier.
Het ritmisch wederkeren in dit rad van bestaan gaat voort.
Blinde ogen zoeken naar geluk dat voor het grijpen ligt.

Duisternis over het eigen bestaan is wijdverbreid in Zwang.
Onethisch gedrag laat meer en meer deuren sluiten.
Het laat pijn opzwellen in de richting van eeuwige nacht.

Gedrag, gestuurd door Materie, Energie, Ruimte en Tijd bepaald.
Houdt de mens gevangen in condities die hij niet wil.
Laat anderen, anderen onderdrukken uit pure angst.

Wezens, in een harnas van niet overeengekomen gevoelens.
Ploeterend en vechtend tegen stromingen van andere realiteiten.
Geluk en vernedering, beslissing en verwarring, op en neer.

Zij glijden in de tijdstroom op de golven van het bestaan.
Gedwongen tot beslissingen die vaak integriteit schaden.
Laat spoedig het licht komen in de ogen die niet werkelijk kunnen zien.




ξ




1995

1


In een klein Zweeds plaatsje, Åmål genaamd, zat in een spaarzaam verlichte slaapkamer een meisje van vijftien jaar oud, haar naam was Agnes Alhberg. Ze zat op een bureaustoeltje voor een tafeltje, waarop onder anderen een computer, een monitor en bijbehorend toetsenbord stonden. Hoewel ze tijdens het typen alleen haar wijsvingers gebruikte, bewogen toch snel en geroutineerd beide handen over het toetsenbord en ze schreef:

Mijn geheime wenslijst:
1. Dat ik geen feestje hoef te houden
2. Dat Elin mij ziet staan
3. Dat Elin verliefd op mij zal worden
Ik hou van Elin!!!!!!!!!!!

De slaapkamer was niet zoals je van een meisje van die leeftijd zou verwachten. Ze had geen posters of foto’s van filmsterren zoals Leonardo di Caprio aan de muur, maar kindertekeningen die ze vroeger had gemaakt, Morrissey posters en diverse foto’s van zichzelf als klein kind en ook foto’s die ze zelf genomen had. Ook hing er een grote poster van de film Cassa Blanca aan de muur, boven de rugleuning van een fauteuil die in de hoek van de kamer naast een radiator bij het raam stond. De wanden van Agnes’ slaapkamer hadden een overwegend donkere kleur, die overdag een bepaalde somberheid uitstraalde, maar in de avond bij het spaarzame licht van schemerlampen voor een knusse en warme sfeer zorgde.
Het huis waarin zij, haar broertje en beide ouders woonden was, op de fundering na, geheel van hout opgetrokken en overwegend roomwit van kleur.
De slaapkamer van Agnes bevond zich op de bovenverdieping, waarin zich een raam en deur bevonden die buiten op een balkon uitkwamen. Verder was er een deur rechts naast een boekenkastje, welke zich tegenover de muur bevond waartegen een bed en een tafeltje met de computer stonden en op de overloop uitkwam.
Ze had op haar slaapkamer een kleine stereo-installatie staan, die zich in het eerder genoemde boekenkastje bevond en waar ze veel gebruik van maakte. Maar Agnes’ grootste vriend was toch wel de computer, waarin ze een dagboek bijhield en gedichten en korte verhalen probeerde te schrijven. Ze hield van schrijven en wilde later dan ook schrijfster worden.
Ze was een gevoelig en nogal teruggetrokken meisje, hield van rustige maar ook van pittige van muziek, van dieren en van de natuur. Je kon niet zeggen dat ze een blij en zorgeloos type was. Het gebeurde nogal eens dat ze piekerde over het leventje dat ze tot nu toe had geleid en maakte zich soms wat zorgen over de toekomst. Ook kon ze het niet zo goed met haar leeftijdsgenootjes vinden, die het vaak over uitgaan, jongens, feestjes en filmsterren hadden. Agnes was een meisje met een normale lengte voor haar leeftijd en had donkerblonde haren tot even boven de schouders, die stijl en met een mooie zijdezachte glans vanuit een scheiding midden op haar hoofd naar beneden hingen. Ze was tenger gebouwd en hoewel ze niet helemaal het type van een filmster was, zag ze er wel heel leuk en goed verzorgd uit.
Ze had grote, bruine kijkers, een mond met volle lippen en mooie scherpe gezichtslijnen.
De kleding die Agnes droeg was niet modieus. Ze gaf niets om mooie kleren, als het maar gemakkelijk en ruim zat. Veel van haar kleding kocht ze in een winkeltje voor tweedehandse spullen en ze liep meestal in een soort legerbroek rond. Toen ze de leeftijd van veertien jaar had bereikt, wilde ze graag dat het zakgeld dat ze wekelijks ontving van een zodanige hoogte was, dat ze zelf voor haar eigen kleding kon zorgen. Uiteindelijk was die wens, na even wikken en wegen door beide ouders, ingewilligd. Ook was ze vegetarisch, want dieren moesten niet gefokt en dood gemaakt worden om als voedsel voor de mens te dienen, vond Agnes.
Deze denkwijze was ontstaan naar aanleiding van een voorval, dat ze had meegemaakt toen ze net zes jaar oud was.
Ze was toen buiten in de tuin aan het spelen en woonde nog in Mariefred. Op een gegeven moment zag ze dat de buurman in de tuin bezig was met het slachten van een kip; hij hakte met een groot mes in een keer de kop van het dier af. Dit gebeurde recht onder haar ogen en het vervulde Agnes met walging en ontzetting.
O néé! Dat kan hij toch niet zomaar doen? was toen haar ontstelde gedachtekreet geweest.
Het ergste was nog dat de buurman er grapjes over gemaakt had. Wat een hekel had ze op dat moment aan die man. En de kip. Ze had erg veel medelijden met dat dier, vooral toen ze had gezien dat die nog enige tijd was blijven leven en zonder kop als een dolle hond in allerlei bochten rondrende. Op dat moment had ze voor zichzelf besloten geen vlees meer te eten.
Agnes maakte van tijd tot tijd lange wandelingen, meestal in haar eentje. Ze keek graag, niet gestoord door anderen, naar de natuur en kon daar tijden lang in wegdromen. Maar een enkele keer ging ze ook samen met Viktoria op pad, want zij was de enige waar ze zo nu en dan mee omging.
Viktoria, ze was een klasgenootje van Agnes, was grotendeels verlamd aan beide benen, wat veroorzaakt was door een kinderverlamming die ze op vijfjarige leeftijd had opgelopen.
Ze zou wel kunnen lopen, geholpen door een ander of met behulp van een driepootkruk, maar dat kostte erg veel moeite en ze was meestal na een poging daartoe doodop. Dus zat ze in een rolstoel, zodat Agnes Viktoria tijdens de wandelingen moest voortduwen. Eigenlijk was zij niet een échte hartsvriendin, het type waar ze heel goed mee kon praten en zich kon uiten. Ze waren het soms niet met elkaar eens en Agnes had doorgaans heel andere interessen dan zij. Noodgedwongen zochten ze elkaar toch steeds weer op, omdat ze beiden geen aansluiting bij hun school en buurtgenoten konden vinden.
Agnes was geboren en opgegroeid in Mariefred, een klein plaatsje ten westen van Stockholm. Daar had ze toen ze wat ouder was geworden ook geen echte, vaste vriendinnen gehad. Zo af en toe ging ze, nogal oppervlakkig, dan met de ene en dan weer met de andere om en was vaak thuis op haar slaapkamer waar ze zich zonder gezelschap goed had leren vermaken.
Agnes leefde met een groot geheim en daar kon ze eigenlijk niet zo goed mee overweg. Toen ze wat ouder was geworden, had ze ontdekt dat ze zich nooit zo aangetrokken had gevoeld tot jongens van de school en die uit de directe omgeving. Soms maakten de meisjes waar ze zo af en toe mee omging wat lol met die jongens, maar dat wekte bij Agnes altijd een soort gereserveerdheid op. Op de één of andere manier vond ze er nooit iets aan, voelde zich dan ongemakkelijk en hield zich op de achtergrond. Altijd die jongens er iedere keer weer bij!
Steeds meer begon het tot haar door te dringen dat ze andere gevoelens had.
Toen ze op elfjarige leeftijd eens naar een televisieprogramma keek, dat over liefde ging, zat daar ook een onderdeel in dat over liefde tussen twee vrouwen ging. Op dat moment drong het pas echt duidelijk tot haar door dat ze om meisjes gaf en niet om jongens. Dat was een grote schok, want op dat moment werd ze geconfronteerd met een waarheid over zichzelf, die in de buitenwereld, zo wist ze, niet zo gemakkelijk geaccepteerd werd. In eerste instantie had ze haar vermoedens proberen te ontkennen, maar moest uiteindelijk toegeven dat het toch werkelijk zo was, waarna ze het alleen nog maar kon rechtvaardigen.
Ze zag de situatie als een groot probleem, want in het huidige levensstadium was Agnes nou niet bepaald een spontaan en vrijpostig type. Ze was een wat teruggetrokken en stil meisje en had nooit het hoogste woord. Het feit dat ze met een geheim betreffende haar seksuele geaardheid moest leven, zorgde ervoor dat ze de neiging had zich van anderen terug te trekken; ze had altijd iets afstandelijks over zich.
Nogal eens verkeerde ze in een droevige stemming. Het waren emoties die werden veroorzaakt omdat ze zichzelf in de omgang met anderen de mindere voelde. Agnes’ klasgenoten begrepen en erkenden haar niet, vond ze, niet beseffende dat ze daar in feite zelf de oorzaak van was.
Dat onprettige gevoel vanbinnen kwam omdat ze naar meisjes wilde reiken, maar toch ook het gevoel had dat het niet juist was, het mocht niet en het moest geheim blijven. Deze zaken brachten dit jonge meisje van tijd tot tijd in een nogal lage emotionele conditie. En zo ging het tot nu toe in het jonge leventje van Agnes. Zo af en toe was ze wel vrolijk, maar vaak ook somber en dan weer kwaad of verdrietig.
Toen ze anderhalf jaar geleden van Mariefred naar Åmål was verhuisd, omdat haar vader vanwege zijn werk naar daar was overgeplaatst, ging ze de eerste dag met buikpijn naar school, zo zenuwachtig was ze. Ze zag erg op tegen de eerste ontmoeting met al die nieuwe schoolgenoten. Het idee dat ze eerst weer aan hen moest wennen, terwijl ze niet zo gemakkelijk kontact maakte, gaf haar op z’n minst een onzeker en ongelukkig gevoel. Agnes’ ervaringen op dat gebied waren van falende aard, dus had ze er over het algemeen negatieve denkbeelden over. En zo sukkelde ze maar door en ging van tijd tot tijd, meer noodgedwongen dan spontaan, met Viktoria om. Soms waren ze bij Viktoria thuis en een enkele keer was zij ook bij Agnes thuis.
Ze zaten dan altijd in de slaapkamer, deden hun huiswerk of lazen een boek. Heel veel praten deden ze niet; er waren nooit echte gesprekken, geen echte ideeën die uitgewisseld werden.
Viktoria zat op rolstoelbasketbal en Agnes was een keer met haar mee geweest toen ze een wedstrijd had in Karlstad.
Met gemengde gevoelens was ze meegegaan, terwijl ze onderweg had gepiekerd: waarom moest mama zo blijven aandringen dat ik ook mee moest. Ik geef toch helemaal niet om basketbal. Sport vind ik eigenlijk helemaal niet zo interessant. Ik vermaak me liever op m’n kamer, lekker lezen in een spannend of boeiend boek, of probeer een gedicht of een verhaal te maken.
Deze twee laatste waren bezigheden waar ze wel een bepaalde aanleg voor scheen te hebben.
Er waren soms dagen dat ze zich best positief voelde en had dan ook wel een soort drang om met de anderen in kontact te willen komen, om eens iets anders te doen dan zich in haar eentje op de slaapkamer te vermaken. Maar zoals sommigen zich tegenover haar gedroegen – zo ervoer zij dat tenminste – zorgde ervoor dat ze in de regel bij voorbaat afstandelijk reageerde. Die meiden daar hadden het vaak over allerlei dingen die Agnes’ interesse niet konden vasthouden. En wanneer ze uiteindelijk toch met een bepaalde mening naar voren kwam, dan werd er niet naar geluisterd of ze kreeg ongelijk. Ze namen haar niet echt serieus en ze werd van tijd tot tijd ook door enkele van hen gepest; het was haar terughoudendheid die sommigen uitnodigde in haar een gemakkelijke prooi te zien.

Al op de eerste dag van dit schooljaar, toen Agnes in de brede hoofdgang van het schoolgebouw liep, werd haar aandacht getrokken door een meisje met blonde haren. In het begin had ze dat meisje maar heel af en toe gezien, maar naar mate ze haar vaker zag – en hoe meer ze dat blondje zag hoe meer ze op haar ging letten – was ze naar dit opvallende figuurtje gaan uitkijken.
Dat meisje, ze verkeerde geregeld in gezelschap van een vast groepje andere meiden, was meestal druk in gesprek en er werd veel gegiecheld en gelachen. Het vervelende was dat het juist die meiden rond haar waren en soms ook enkele anderen, waar ze nogal nerveus en onzeker van was geworden. Vooral één van hen, Camilla, dat vond ze maar een akelig figuur. Ze probeerde altijd op een zekere afstand van haar te blijven.
Van tijd tot tijd had ze dat blonde meisje ook wel eens in gezelschap van een jongen gezien, maar het was lang niet altijd dezelfde jongen, dat wisselde nogal eens. Ze was er één van het groepje dat nogal populair was op de school.
‘Sprookjesprinses,’ had ze in stilte haar ontdekking genoemd en hoe vaker Agnes deze ‘sprookjesprinses’ tegenkwam, hoe meer aandacht ze ervoor kreeg. Ze voelde zich bijzonder tot dat meisje aangetrokken. Ze vond dat ze een mooie stem had en een mooi gezicht en ook die lichtkleurige ogen hadden iets fascinerends. En dan die gezichtsuitdrukkingen… ja, die hadden iets grappigs, iets guitigs.
Haar blonde haren, met een lengte tot iets over de schouders, hingen als een sieraad om het gezicht en van tijd tot tijd had ze het ook wel opgebonden in een paardenstaart.
Zouden die haren echt van zichzelf zo goudblond zijn, vroeg Agnes zich af, want aan de wortels was het duidelijk donkerder. Zou ze het misschien met een kleurtje lichter maken? Misschien waren die haren oorspronkelijk wel donkerblond! Ik weet het niet zeker, ze kunnen ook van nature donkerder aan de wortels zijn, dat zie je wel veel vaker, redeneerde ze verder. Het was zomaar iets dat ze zich afvroeg in die constante aandacht en gedachten aan dit meisje. Het maakte verder ook niets uit, ze vond dat ze er gewoon heel erg mooi en lief uitzag. Het was de eerste keer dat zij zich écht tot iemand aangetrokken voelde. De eerste keer dat ze zulke diepdoordringende tintelingen van echte liefde voelde.
Het doorstroomde haar hele wezen, zoals een aangename frisse ochtendwind die behendig tussen de bedauwde halmen van een korenveld laveerde en het was vol beloften.
Ze had wel vaker heimelijk naar meisjes gekeken en ze leuk gevonden, maar het bijzondere en warme gevoel dat ze bij dit meisje kreeg, had ze nog niet eerder meegemaakt. Het was vreselijk, want eigenlijk wilde ze dicht bij haar zijn, haar aanraken en kussen, maar ze durfde deze ‘sprookjesprinses’ niet te benaderen, daar had ze absoluut het lef niet voor.
Ze zal zéker niets voor mij voelen, ze gaat tenslotte met jongens om, zo redeneerde ze. Dus kon Agnes alleen maar op afstand genieten, wegzinkend in mooie dromen en fantasieën. En zo worstelde ze verder gedurende dit schooljaar, met diepe gevoelens van geheime liefde voor dit meisje dat onbereikbaar was.
Morgen is het vrijdag, zo piekerde ze. Zestien jaar word ik dan.
Haar moeder – Karin – vond dat ze eens een feestje moest geven. ‘Je hebt er de leeftijd voor,’ had ze gezegd. Agnes had, hoewel het haar in feite erg tegenstond, het idee gekregen dat het toch wel zo hoorde te gaan: dat je op die leeftijd een feestje hoorde te geven.
Een feestje…? Ja iedereen doet het, maar ik heb helemaal geen vrienden of vriendinnen! Als ik een aantal van hen vraag willen ze toch niet komen, dan lachen ze me uit of ze halen hun neus voor me op. Zo vormde zich deze doorgaans al bij voorbaat negatieve gedachten van Agnes. Al dagen had ze om die reden deze verjaardag met tegenzin tegemoet gezien. Ze zag de bui al hangen en piekerde: er zal niemand willen komen, wat een afgang zeg!



2


Åmål was een klein Zweeds plaatsje met afgescheiden woonwijken. Het had ongeveer 13.500 inwoners en de afstanden tussen de wijken waren niet zo groot als in een grote stad. In één van die wijken stonden de drie grootste flatgebouwen van Åmål, die gebouwd waren in de zestigerjaren.
De bewoners – die het in die buurt over het algemeen niet al te breed hadden – gingen naar hun appartement door gebruik te maken van een lift, maar er was natuurlijk ook een trappenhuis in het gebouw aanwezig.
Op de vierdeverdieping van één van die flats woonde Elin, samen met haar oudere zus en moeder. Elin was net klaar met douchen en stond zich enigszins gejaagd af te drogen. Ze was wat aan de late kant en moest opschieten. Snel wreef ze de laatste delen van haar lichaam droog, trok het al klaarliggende ondergoed aan en bedekte zich met een lichtblauwe badjas waaraan duidelijk te zien was dat het al enige jaren dienst deed.
Ze liep met nog halfnatte haren naar de keuken, terwijl ze de lichtgerafelde ceintuur om haar middel bond. Daar aangekomen begaf ze zich naar het aanrecht en nam een pak ‘O’Boy’ chocoladekorrels op met de bedoeling een glas chocolademelk te mixen. Jessica – Elin’s oudere zus – zat aan de keukentafel en schraapte met een broodmes in trage bewegingen de te donkere delen van een geroosterde boterham weg.
Toen Elin het pak cacao had opgepakt en het gewicht voelde, kreeg ze meteen al een vermoeden dat het leeg was. Ze schudde het even heen en weer, maar hoorde niet het kenmerkende geluid van chocoladekorrels.
Verdomme!, dacht ze, net nu ik moet opschieten is er ook geen chocolade meer.
Ze raakte geïrriteerd.
‘Heb je niet wat voor mij overgelaten? Waarom doe je dat nou, verdomme! Ik haat je!’ brulde ze danig uit evenwicht. En terwijl een golf van kwaadheid zich van haar meester maakte, wierp ze in een impuls het lege pak naar Jessica. Jessica’s ogen volgde de snelle beweging van het kartonnen doosje, dat links aan haar zijde zijn weg naar de keukenvloer vond.
‘Rustig zeg,’ mompelde ze sloom en keek Elin een ogenblik verwijtend aan, maar ging toen weer gewoon door met het schrapen van de boterham. Elin, meegesleept door toenemende kwaadheid, riep: ‘Je bent werkelijk imbeciel!’ Ze liep naar Jessica toe, pakte het met chocolademelk gevulde glas dat op de tafel stond op en gooide de hele inhoud over haar hoofd.
Gulzig werd het bruine vocht door de nog ongekamde haren geabsorbeerd, waarna, nadat het verzadigingspunt was bereikt, de overtollige vloeistof langs alle kanten via Jessica’s gezicht op haar kleding en de vloer droop.
Op dat moment kon Jessica zich niet meer beheersen en ze viel Elin aan. Samen rolden ze over de grond, terwijl Jessica Elin heen en weer trok en duwde.
Ze schreeuwde: ‘Je bent een idioot, wat ben je in hemelsnaam aan het doen? Ik haat jou ook!’
‘Oh!’ was het enige wat Elin overrompeld kon uitbrengen. Ze was toch wel geschrokken van deze niet verwachte felle reactie.
Toen ging één van de twee deuren in de keuken open, het was de deur die naar de doucheruimte en één van de slaapkamers leidde en hun moeder – Brigitta – verscheen in de deuropening. Ze had nachtdienst gehad en lag al op bed om van een welverdiende rust te genieten. Verbaast en wat geërgerd keek ze de keuken in en verontwaardigd zei ze: ‘Oh, stop. Wat zijn jullie aan het doen?’
De meisjes schrokken en staakten hun gevecht. Jessica stond op. Ze was nat van de chocolademelk en niet zij alleen want het lag ook nog eens rijkelijk over de vloer verspreid. ‘Vraag het maar aan Elin,’ zei ze kwaad en liep driftig in de richting van de deur die toegang gaf tot de hal. En voordat ze de keuken verliet, pakte ze nog even vlug een broodmes van het aanrecht en smeet het woedend de keuken in...


(Jessica was de oudere zus van Elin en zeventien jaar oud. Ze was een beetje groter dan Elin, had een slank postuur en lange benen. Haar haren, die donkerder waren dan die van Elin en waarover een rode gloed lag, waren meestal in een paardenstaart samengebonden. Ze was een vriendelijk type en gedroeg zich meer volwassen dan haar jongere zusje. Wel liet ze zich door Elin nogal eens op de kast jagen, als Elin één van die uitdagende buien had.
Om de een of andere reden kon ze daar niet zo goed tegen en hapte altijd. Ze wist dat van zichzelf en werd dan kwaad op haar jongere zusje, maar éigenlijk ook op zichzelf, omdat ze besefte dat ze in dat opzicht weer gefaald had: ze kon het niet zo goed uitstaan dat ze er telkens weer in trapte.
Toch voelde ze zich zeer tot Elin aangetrokken, want ondanks de veelvuldig voorkomende felle woordenwisselingen, was er tussen hen toch een hechte band.)


…Elin, die direct na Jessica ook overeind was gekomen, scheurde een stuk papier van de keukenrol af, die, gedecoreerd met rode bloementjes op een witte ondergrond, tussen het gebruikte serviesgoed op het aanrecht stond en liep naar de plek waar de bruine vlekken chocolademelk als een abstract schilderij de vloer tekenden.
Met een nonchalant gebaar gooide ze het papier neer om de chocolademelk op te deppen. Ze geneerde zich en vond nu achteraf dat ze een beetje overdreven had gereageerd. Langzaam schoof ze het keukenpapier met de rechtervoet heen en weer, een voet waarvan de enkel gesierd werd door een zilverkleurig kettinkje en stopte met die handeling toen haar moeder weer begon te praten.
‘Ik begrijp het niet, ik word er zo moe van! Ik heb vannacht de hele nacht gewerkt.’ Met gebogen hoofd mompelde Elin: ‘Sorry, het was niet mijn bedoeling jou wakker te maken.’ In de verte hoorden ze Jessica wanhopig schreeuwen: ‘Wat moet ik nu aandoen!’
Brigitta snapte niet wat er allemaal gebeurd was, ze dacht: dat gedoe elke keer met die meiden. Ze liggen nogal eens overhoop met elkaar.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ze.
Met gebogen hoofd mompelde Elin zacht: ‘Zij heeft het laatste beetje chocolademelk gepakt...’
‘Ze heeft het laatste beetje chocolademelk gepakt?’ herhaalde Brigitta, met een stemklank en een gezichtsuitdrukking die Elin al gauw duidelijk maakte wat een onzin zij het allemaal vond. Elin schaamde zich opnieuw en het enige dat zij kon uitbrengen was: ‘Mm.’ Ze keek haar moeder even kort en schuldbewust aan, waarna ze haar ogen weer naar de vloer richtte. Brigitta zuchtte eens, deed de deur weer dicht en ging terug naar de slaapkamer. Elin wreef het keukenpapier wederom met haar voet heen en weer, totdat de meeste chocolademelk weg was. Zo is het wel goed genoeg, dacht ze, want het is al laat. Ik moet de chocolademelk van m’n benen spoelen, nog eten en me verder aankleden. En terwijl ze tegelijk ook aan de chocoladevlekken onderaan haar badjas dacht, ging ze eerst aan de gang om haar voeten en benen schoon te maken en zich daarna met het ontbijt bezig te houden.

Brigitta – de moeder van Elin en Jessica – was een vrouw in de leeftijd van net achtendertig jaar. Ze had een gemiddelde lengte en donkerblonde haren. Twintig jaar oud was ze, toe ze in het huwelijk trad met de man van wie ze droomde. Het was een stoere knul met goudblonde lokken.
Brigitta en hij hadden toen der tijd besloten om snel te gaan trouwen. Ze was al twee maanden in verwachting, dus het moest wel vond vooral zij. Ze had deze droomprins ruim een half jaar daarvoor ontmoet, dus kende ze hem feitelijk niet erg lang.
In de eerste jaren ging alles erg goed en ze waren gelukkig. Jessica werd geboren en drie jaar later kwam Elin. Toen Elin een jaar of drie oud was ging het langzamerhand steeds minder goed met hem.
Hij kreeg problemen op zijn werk en begon te drinken.
Er ontstonden regelmatig ruzies thuis, die gaandeweg steeds heviger werden. Op een dag was het weer zover. Hij kwam stomdronken thuis. Eerst was hij nog alleen maar vervelend, maar begon haar even later voor alles uit te maken. Op de een of andere manier fokte hij zichzelf steeds meer op en ging toen ineens en geheel onverwachts, over in razernij.
Hij had die avond een paar flinke klappen uitgedeeld en was het huis al scheldende uitgelopen. Na drie dagen was hij pas komen opdagen, had het weer goedgemaakt en ook beloofd dat het niet weer zou gebeuren. Aarzelend en onzeker had ze toegegeven, wilde hem toch nog een kans geven. Het was daarna, een periode van ongeveer een maand of drie, redelijk goed gegaan, waarna hij toch weer geleidelijk in zijn oude patroon verviel.
Toen kwam er een dag waarop het écht mis ging en hij tijdens een woede aanval Brigitta’s arm had gebroken. Hij was op die bewuste dag, meteen na dat incident, óók weer het huis uitgelopen en had dagen later via de telefoon contact met haar gezocht. Zij had hem toen in duidelijke bewoordingen laten weten dat ze wilde scheiden. Hij is nooit meer terug in huis geweest en na de officiële scheiding had Brigitta ook nooit meer iets van hem vernomen. Het leek wel alsof hij van de aardbodem verdwenen was.
Ze was na al die toestanden al snel werk gaan zoeken en had een baantje gevonden in een klein verzorgingstehuis dat zich net even buiten Saffle bevond. Saffle was een plaatsje dat iets groter was dan ǺmÃ¥l en ongeveer negentien kilometer noordelijker lag. Ze had het baantje nodig om financieel de touwtjes aan elkaar te kunnen knopen, wat maar net lukte.
Het was een baan met onregelmatige diensten en ze moest vaak tot ‘s avonds laat werken en van tijd tot tijd moest ze ook ‘s nachts aan de slag. In de late avonddiensten kon ze zich nog enigszins vinden, maar de nachtdiensten vond ze lang geen pretje. Het feit dat ze pas in de ochtend thuiskwam en dan op die afwijkende tijd moest gaan slapen, was iets dat niet altijd goed wilde lukken. Maar ze had tenminste werk en kon zo wat verdienen om het hoofd boven water te houden en daar was ze allang blij mee.



3


Het was vrijdag, vroeg in de ochtend. Agnes lag in bed en was net wakker geworden. Ze lag nog wat na te sluimeren en overdacht wat deze dag zou gaan brengen.
Ze was een beetje zenuwachtig en piekerde over het feit dat haar moeder wilde dat ze een feestje gaf.
Getverderrie, een feestje, er komt toch niemand, zo was de verre van positieve gedachtegang die ze hierover had.
Ze wilde niet ronduit tegen haar moeder zeggen dat ze geen enkele vriendin had, op Viktoria na, want eigenlijk schaamde ze zich daarvoor.
Mama is zo’n type die alles voor elkaar heeft en een voorbeeld lijkt te zijn hoe je in het leven moet staan, piekerde ze. Ten opzichte van haar vond Agnes zichzelf maar een mislukkeling.
Ze probeert me maar aan te zetten tot het geven van een feestje en denkt dat het leuk voor me is. Ze vindt het zelf leuk om het allemaal te organiseren en voor elkaar te maken, maar van mij hoeft het allemaal niet.
En zo trokken flarden van verwijten en zelfinvaliderende* gedachten in Agnes’ denkwereld voorbij.

Karin – Agnes’ moeder – was textielkunstenares en was erg geslaagd in dat werk. Ze had haar hart eraan verpand en besteedde er erg veel tijd en aandacht aan. Daardoor had ze niet echt in de gaten met wat voor problemen Agnes worstelde.
Ölof - Agnes’ vader - echter, was meer opmerkzaam. Hij had de nodige aandacht voor Agnes en luisterde geduldig als ze iets te vertellen had. Ook stelde hij nogal eens de nodige vragen: hoe het ging en of hij ergens mee kon helpen.
Ölof had wel in de gaten dat zij zich niet altijd zo prettig voelde. Dan probeerde hij een gesprek aan te gaan en Agnes op te beuren, maar dat lukte lang niet altijd.
Een paar dagen geleden nog: Agnes zat naast hem op de bank en Karin was in de keuken bezig om koffie te zetten.
Terwijl hij in een krant zat te lezen merkte hij dat Agnes aanhoudend voor zich uit zat te staren en niets zei. Hij voelde gewoon dat er iets niet helemaal oké was.
‘Is alles goed Agnes?’ had hij gevraagd.
O jee!
‘Mmm,’ was haar spaarzame antwoord geweest.
Ölof had de krant laten zakken, terwijl hij zijn ietwat bezorgde blik op haar had gericht.
‘Het lijkt erop dat er iets niet helemaal in orde is, je kijkt zo somber en je zegt niets.’
‘Nee, er is niets bijzonders.’
‘Eh… Als er iets is gebeurd dat niet leuk is of zo, dan is het misschien goed als je erover praat.’
Ik ga er niet over praten; ik kan er niet over praten. Vraag niet zoveel!
‘Nee, er is niets gebeurd. Het ging gewoon niet zo goed op school,’ had Agnes als verklaring gegeven en ze had enigszins geïrriteerd met de schouders geschud. Ze hield van haar vader en kon ook wel goed met hem praten, maar als hij over dit soort dingen begon werd ze geïrriteerd.
‘Wat ging er dan niet zo goed op school?’
O jee, wat moet ik nu zeggen?
‘……Eh… ik eh… nou ik voel me gewoon niet zo goed. Daar komt het door.’
‘Is er echt niet iets anders? Je bent af en toe zo somber en dat is de laatste tijd wel vaker zo. Kan ik misschien iets voor je doen?’
Gadverdamme, dat gezeur…!
Agnes was in stilzwijgen blijven zitten, draaide ongemakkelijk op de bank heen en weer en was toen plotseling opgestaan.
‘Ik zeg toch dat er niets is,’ zo had ze met een snel opkomende kwaadheid gereageerd. ‘Wat zit je elke keer te zeggen dat er iets is. Er is niets! En als er niets is dan is er niets! Snáp je dat dan niet! ronde ze in gedachten haar tegenwerpingen af.
‘En eh… ik hoef ook geen koffie vanavond, ik heb een beetje buikpijn.’
Na deze woorden was ze de huiskamer uitgevlucht – zo kon je het min of meer wel noemen – en ze was die avond niet meer naar beneden gekomen.
Dikwijls piekerde Ölof over deze reacties: wat is dat toch! Wat zou het toch zijn dat haar zo dwars zit.
Hij kon zich nog herinneren dat Agnes vroeger, toen ze nog een klein meisje was, een veel blijer kind was. Nu leek het wel alsof ze steeds stiller werd. Het was hem ook opgevallen dat ze nooit met vriendinnen thuis kwam. Ja, alleen met Viktoria, maar zij was dan ook de enige.
Hij voelde zich niet zo prettig bij deze gedachten en had al meerdere malen met Karin daarover gesproken. Maar die leek daar minder mee te zitten en zei dan dat het waarschijnlijk niet zo‘n soort kind was dat veel vriendinnen nodig had. Eigenlijk wilde ze er niet naar kijken en er ook niet echt over nadenken. Onbewust ontweek ze het liever
‘Het zal wel veranderen wanneer ze ouder wordt,’ zei ze dan...


(Zou het kunnen dat het een onbewuste angst van Karin is? Een angst dat als ze zich serieus met Agnes’ problemen zou moeten bezig houden, ze met haar geliefde werkzaamheden – die ze eigenlijk als een hobby ervoer – in de knel zou komen? Zou dat de reden kunnen zijn dat zij Ölof’s bezorgdheid bagatelliseert?)

…Ölof vond eigenlijk dat zijn vrouw wat te veel tijd en aandacht aan haar werk besteedde. Hij had deze gedachten al een lange tijd, want het was al jaren zo, al voor de geboorte van Oskar – de jongste in het gezin. Ze hadden daar weleens woorden over gehad.
Hij had soms, in verschillende benaderingen en altijd voorzichtig, het idee geopperd dat ze wat minder zou kunnen gaan werken, dat dat misschien beter voor de kinderen zou zijn. Er bekroop hem van tijd tot tijd een vaag vermoeden dat ze misschien iets tekort kwamen, zoiets als aandacht en sturing.
Ik ben doordeweeks, overdag, niet thuis en Karin is altijd zo druk bezig, was een voortdurende consideratie in zijn denken.
Maar wanneer hij er langer over nadacht, wist hij nooit zeker of dat ook werkelijk zo was. Toch voelde het in zijn belevingswereld wel altijd zo aan; wat dat betreft kon hij nooit echt tot een punt van zekerheid komen.
Vroeger, toen Agnes nog klein was, waren er verschillend mensen geweest die tijdens Karin’s afwezigheid op haar hadden gepast, kennissen en buren en zo. Want ze had ook toen nooit van minder werken willen horen en had iedere keer weer argumenten te berde gebracht waarom het volgens haar niet echt nodig was. Het werk was haar hobby en uitlaatklep en ze scheen er zich nogal aan vast te klampen.

Terwijl Agnes onder de dekens lag te piekeren, hoorde ze ineens stemmen op de overloop. Het waren de geluiden waar ze ondanks het gepieker al op lag te wachten. Ze wist dat ze zouden komen, ze was tenslotte jarig vandaag. Maar de vreugdevolle verwachtingen die ze op deze vroege ochtend had, enerzijds en het idee dat ze een feestje moest geven, anderzijds, zorgde toch voor gemengde gevoelens. Het waren gevoelens van blijheid en geborgenheid, maar ook van mislukking en vernedering. Het was een eigenaardige mengeling: die snel na elkaar wisselende stemmingen die in elkaar overvloeiden en elkaar beïnvloedden.
Ze hoorde ze zingen daar aan de andere kant van de deur: ‘Lang zal ze leven. Lang zal ze leven…’ Het geluid klonk gedempt door tot in de slaapkamer.
Beide donkerbruine ogen waren verwachtingsvol op de deur gericht terwijl die langzaam openging en ze zag broertje Oskar en papa en mama als ganzen achterelkaar de slaapkamer binnenkomen.
Mama had een taart in handen, waar het sfeervolle licht van de flakkerende kaarsvlammetjes als een warme koperkleurige gloed boven hing en die hier in het duister van de slaapkamer de drie leden van het gezin iets geheimzinnigs en sprookjesachtigs gaf.
Ook zag ze dat papa en Oskar cadeautjes bij zich hadden. En terwijl ze ze zag naderen hoorde ze hen het lied beëindigen met de woorden: ‘…ze zal nog honderd jaar leven.’
‘Hoera voor Agnes op haar zestiende verjaardag,’ zei Ölof en toen allemaal in koor: ‘hoera, hoera, hoera.’
Dit vond ze altijd het fijnste moment van haar verjaardag, hier thuis in de geborgen sfeer van rust en veiligheid.
Op deze wijze werd, zolang ze zich al kon herinneren, de verjaardag van haarzelf en later ook die van broertje Oskar ingeluid. Het was binnen het gezin een traditie geworden en ze hechtte er veel waarde aan. Ze hield van die gezellige sfeer, de aandacht voor haar persoontje en het uitpakken van cadeautjes.
Ze had gevraagd om een CD van Bob Hund. Die muziek had ze een keer tijdens een televisie uitzending gehoord en het had haar bijzonder aangesproken. Het was stevige muziek waar ze eigenlijk wel van hield, maar in haar collectie had ze ook enkele klassieke Cd’s, die ze graag draaide als achtergrondmuziek bij het schrijven van verhalen en gedichten, of als ze daarvoor in de stemming was. Al wrijvend in de ogen en met een glimlach op het gezicht zag ze Oskar en papa en mama het bed naderen.
‘Ik zal de gordijnen opendoen,’ zei Ölof en hij zette de cadeautjes naast het bed op de grond neer. Intussen bewoog mama de taart met de speels flakkerende kaarsjes naar Agnes toe en zei: ‘Blaas de kaarsjes maar uit liefje!’ En Agnes blies in een krachtige uitademing in een keer alle vlammetjes uit, waarna de kaarsjes met hun zachte pastelkleuren afstekend tegen het maagdelijke wit van de slagroom, nog enige tijd bleven naroken.
‘Goed zo!’ prees Karin haar dochter.
Ölof kwam ook weer aanlopen, strekte zijn armen uit en zei: ‘verjaardagsknuffel!’ en omhelsde en kuste Agnes, waarna ze ook door haar moeder omhelst en gekust werd. ‘Hartelijk gefeliciteerd. Stel je voor, je bent nu zestien,’ zei Karin verheugd. Oskar stond bij dit alles rustig te kijken en nadat Agnes uit de omhelzing van haar moeder was vrijgekomen, aaide ze hem liefdevol over zijn bolletje.
Oskar stak Agnes een cadeautje toe en terwijl ze het dankbaar aanpakte wierp ze hem een warme glimlach toe. En zo verliep het eerste deel van de ochtend in gezellige huiselijke sfeer, met het uitpakken van de presentjes, ontspannen gesprekjes en het eten van een stukje taart.


4


Diezelfde ochtend, voor de ingang van het flatgebouw waarin Elin woonde, stond een jongen van zeventien jaar oud aan een brommer te prutsen. Zijn naam was Johan Hult.
Johan was een rustige en sympathieke jongen, een beetje timide en hij liet soms wat al te gemakkelijk over zich heen lopen. Ook had hij er zo nu en dan wat moeite mee om zijn eigen mening naar buiten te brengen. Soms kwam hij, gezien vanuit het gezichtspunt van de wat vlottere of brutalere types, zelfs een beetje onnozel over. Iets dat hij zéér zeker niet was.
Hij was smoorverliefd op Elin, maar het probleem was dat van hun beiden hij de enige was die dat wist.
Vanmorgen had hij alle moed verzameld en was op weg gegaan naar de flat waarin Elin woonde, want hij zocht al geruime tijd naar een manier om, zonder dat er anderen bij waren, met haar in contact te komen.
Het was alweer een tijdje geleden dat hij Elin stiekem was gevolgd toen ze van school naar huis liep, om zo aan de weet te komen waar ze woonde. Nu stond hij daar in de frisse ochtendwind en deed alsof er iets met zijn brommer niet in orde was.
Al quasi prutsend aan de motor, hield hij de deur van het flatgebouw in de gaten. Op een gegeven moment hoorde hij het klikkende geluid van een deurslot. Onmiddellijk wendde hij een volle blik in die richting en zag waarop hij had gehoopt.
Daar stapte Elin naar buiten, kort rood rokje aan met daarboven een lichtkleurig topje. De blote schouders werden bedekt door een donkerkleurige winterjas die open hing en zicht gaf op de vrij laag uitgesneden hals.
‘Hai,’ zei Johan hoopvol. Elin keek hem met een verbaasde blik aan, alsof ze dacht: wat doe jij hier? Ze vroeg dan ook: ‘Woon jij hier?’ denkende dat hij waarschijnlijk ook hier ergens in het blok moest wonen, terwijl tegelijkertijd ook de gedachte voorbij kwam: maar ik heb hem hier nooit eerder gezien.
En terwijl Johan opstond, zei hij: ‘Nee, ik kwam hier toevallig langs. Het is iets dat ik moest… Ahum… Wil je een lift?’
‘Nee,’ zei Elin resoluut.
Haar aandacht was nog grotendeels bij de ruzie van vanmorgen, die nog steeds haar stemming beïnvloedde. Ze voelde wel dat ze wat dat betreft fout had gezeten en was zo-even nog in gedachten geweest hoe ze het weer goed zou kunnen maken. Jessica was al eerder dan zij en nog steeds boos, de deur uit gegaan, maar Elin zou kijken of ze haar op school nog zou kunnen ontmoeten, dan kon ze sorry zeggen, zo had ze al voor zichzelf besloten.
Johan, die op deze ochtend eindelijk de nodige moed had verzameld om met Elin in contact te komen, deed nog een poging: ‘Je mag mijn helm op,’ zei hij hoopvol.
‘Nee, ik loop wel,’ klonk het ongeïnteresseerd uit Elin’s mond.
Johan stond haar teleurgesteld en wat beteuterd na te kijken en zag dat Elin verder liep.
‘Ga je vanavond naar Christian?’ deed hij nogmaals een poging om toch nog zo lang mogelijk met haar in contact te blijven, maar Elin bleef doorlopen en riep automatisch reagerend: ‘Misschien!’
Met een onzekere klank in zijn stem zei hij: ‘Oké, misschien zien wij elkaar daar dan… Doei.’
Elin zei niets meer en was alweer volledig in gedachten verzonken. Het waren gedachten die gericht waren op heel andere dingen. Ondertussen bleef Johan dit meisje waar hij zo veel van hield met een teleurgestelde blik nakijken en werd gepijnigd door de vraag of zij wel enige belangstelling voor hem had.

Elin was een meisje van veertien jaar oud. Ze had een slank postuur en zag er erg leuk uit. Ze was meestal – vooral als ze uitging – nogal sexy gekleed. Soms wel een beetje overdreven en uitdagend: korte rok en bovenkleding met blote schouders en lage hals, zodat de rondingen van de ontluikende borsten goed uitkwamen.
Om haar hals had ze een lederen koordje hangen met metaal, verchroomde lettertjes eraan, die gezamenlijk de naam ‘Elin’ vormden. Ze droeg geen dure kledingmerken en zo af en toe liep ze in plaats van in een rokje ook in een lange broek rond, dat wisselde nog weleens na gelang de ideeën en de stemming van die dag.
Heel vaak was ze opgemaakt: oogschaduw, mascara en rode lippenstift en liep op moderne sportschoenen met een dikke zool en hak. Elin had soms uitdagende of speelse buien, waarbij ze zich dan op een manier gedroeg die bij anderen het idee opwekte dat ze erg kinderlijk was.
Ze zei of deed dan dingen waar ze later van dacht dat ze het beter anders had kunnen doen. Eigenlijk kwam dat dan alleen maar doordat ze zag dat de reacties van andere mensen ten nadele van haarzelf waren, niet omdat ze er echt spijt van had.
Op school was Elin geen ster. De lessen vond ze maar erg saai en vaak kon ze haar aandacht er niet bij houden. Ze was ook het type dat graag bij de groep wilde horen, maar ondanks dat botste het toch af en toe. Dat kwam omdat ze ten opzichte van haar groepje, soms over bepaalde dingen een geheel eigen opvatting had.
Maar wanneer ze merkte dat de meningen te ver uit elkaar begonnen te lopen, hield ze zich geforceerd in en ging dan uiteindelijk toch maar met de ideeën van de groep in zee, want de meeste stemmen zetten tenslotte toch de toon besefte ze dan.
Maar van tijd tot tijd kon ze ook plotseling met geheel eigen, bijzondere en originele ideeën naar voren komen, die haar vriendinnen dan verbaasden, interesseerden of waarom ze moesten lachen.
Elin wilde graag fotomodel worden, een toekomstbeeld dat spanningwekkende en veelbelovende verwachtingen schiep. Ze zou dan door veel mensen bekeken en bewonderd worden, zou dan misschien eens ook beroemd worden.
Wanneer ze daaraan dacht gaf dat het prettige en spannende gevoel van hoop en beloften. Het idee om fotomodel te worden zat er al van jongs af aan in.
Verder was Elin ook een meisje dat belangstelling en aandacht van anderen nodig had. Dat lukte niet altijd in de mate zoals zij dat wilde. En wanneer er soms een situatie ontstond waarbij ze het gevoel kreeg dat ze wat aan de kant kwam te staan, dan gedroeg ze zich zodanig dat ze die aandacht wél kreeg, daar had ze zo haar maniertjes wel voor.
Ook had ze er over nagedacht om eventueel psychologe te worden, ze had daar eens iets over gelezen en dat leek erg interessant: het onderzoeken van mensen en ergens achter zien te komen om ze dan weer beter te maken.
De vriendinnen in het groepje mochten Elin best wel graag, vooral Malin, zij had soms echt lol om de manier waarop ze bepaalde zaken naar voren bracht. Ja, om de één of andere niet exact onder woorden te brengen reden klikte het gewoon erg goed tussen hen. De maniertjes en reacties van Elin waren één van die dingen die Malin juist zo leuk aan haar vond. Alleen Camilla, daar stond Elin wat gereserveerder tegenover en het leek wederzijds te zijn zonder dat er op het eerste gezicht een echt aanwijsbare reden voor was.
Het was een situatie waarin ze elkaar min of meer tolereerden en het kon tijden lang goed gaan. Maar dan ineens was het mis en ontstond er enige wrijving en soms zelf een echte ruzie.
Een goed waarnemer die Camilla scherp in de gaten zou houden, zou opmerken dat het begin van de wrijving altijd van de kant van Camilla uitging.
Ze deelde dan heel kleine prikjes onderwater uit in Elin’s richting, ook wel naar anderen maar voornamelijk naar Elin. Het blonde meisje leek er ook wat sneller dan de anderen op te reageren, wat bij Camilla een bepaald genoegen leek op te wekken.
Verder was Elin een meisje dat leefde in een gezinssituatie die al een lange tijd vaderloos was.
Haar ouders waren gescheiden toen ze een jaar of vier oud was. De herinneringen aan haar vader waren niet zo helder meer. Af en toe kon ze nog wat vage flarden van vroeger terughalen: veel ruzie en zo. Hij had geen contact meer met het gezin, zo had haar moeder eens verteld. Maar dat had ze natuurlijk zelf ook allang opgemerkt.
Haar moeder praatte eigenlijk liever niet over die toestanden van vroeger. Maar nu Elin wat ouder begon te worden, dacht ze wel eens aan hem. Wat zou het voor iemand zijn vroeg ze zich dan in stilte af en wilde eigenlijk wel meer van hem te weten komen.
Een Enkele keer stelde ze haar moeder vragen over hem, maar kreeg dan een vaag verhaal te horen: dat hij veel dronk en dat er moeilijkheden waren. Haar moeder leek er moeite mee te hebben en praatte dan vlug weer over iets anders of ze reageerde geïrriteerd; je kon goed zien dat ze het hele onderwerp eigenlijk probeerde te ontwijken.
Het gezin had het financieel niet breed en Brigitta moest werken om met die twee meiden rond te komen. Dat lukte wel, maar ze konden meestal geen bijzondere of extra dingen doen.
Wanneer je Elin goed observeerde leek het wel alsof ze altijd ergens naar op zoek was, maar het op de een of andere manier niet kon vinden. Dat veroorzaakte inwendig de nodige onrust. Ze had het gevoel dat ze iets miste en was niet helemaal tevreden met haar huidige leventje.
Ze had al met verschillende jongens omgang gehad, maar dat liep iedere keer weer op niets uit. Hoewel ze belangstelling voor hen had, leek het erop dat ze toch niet datgene in hen kon vinden wat ze werkelijk zocht. Soms had ze maar een dag verkering en dan maakte ze het alweer uit; haar gemoedswereld uitte zich vaak in een besluiteloze onrust en wispelturigheid. Op school had ze stilzwijgend de naam dat ze met elke jongen meeging en het niet zo nauw nam. Maar onder dit uiterlijk losbollige en onrustige imago dat ze scheen te hebben en de praatjes die daardoor fluisterend in het roddelcircuit over haar rondgestrooid werden, zat een gevoelig meisje verborgen dat niet wist waarnaar ze op zoek was en daarom soms met anderen, maar vaker met zichzelf, de knoop zat.



5


Terug in de slaapkamer van Agnes zagen we dat het stukje taart op was. Haar lege bordje stond nog voor het toetsenbord op het computertafeltje, als een stille getuige van de smakelijke traktatie. Daarnaast lag ook de CD van Bob Hund, de vervulde verjaardagswens. Agnes maakte zich gereed om naar school te gaan en zat op de rand van het bed een zwarte, doekenschooltas in te pakken. Papa was zo-even weer naar de slaapkamer teruggekomen om nog even te praten en gedag te zeggen, want hij zou zo naar zijn werk gaan. Hij was op de stoel naast het computertafeltje gaan zitten, terwijl Agnes doorging met het inpakken van de tas.
Hij wierp een blik naar het tafelblad en pakte de CD van Bob Hund op, keek er even aandachtig naar en vroeg: ‘Was dit de goede CD?’
‘Ja, dankjewel,’ zei Agnes, ze keek hem aan en glimlachte.
‘Ik heb er naar geluisterd toen ik in de winkel was,’ zei hij met een geïnteresseerde glimlach, ‘Ik vind het… het zeer goed.’
Agnes wierp opnieuw een blijde en warme glimlach naar hem, waarna hij, door zijn nog steeds aanhoudende glimlach, haar bevestigde. Ze was erg op hem gesteld en er heerste gewoonlijk een goede verstandhouding tussen hen.
Kon ze maar met hem praten over datgene dat haar dwars zat. Soms dacht ze daar over na, maar als puntje bij paaltje kwam durfde ze het niet. Wat zou hij dan wel niet denken wanneer hij te weten zou komen dat ze niet van jongens, maar van meisjes hield.
Diep vanbinnen voelde ze wel dat het juist zou zijn om met hem daarover te praten, maar doordat ze het niet deed had ze betreffende dat onderwerp schuldgevoelens en ontweek daarom alles wat maar een beetje in de buurt daarvan kwam.
Ölof’s blik ging naar de uitnodigingen die hij zelf voor Agnes op de computer had gemaakt en hij vroeg voorzichtig – want hij vermoedde wel dat het een beetje gevoelig lag: ‘Heb je er al een paar uitgedeeld?’ Het gezicht van Agnes betrok en ze kromp wat ineen. Ze had er nog niets mee gedaan en wilde dat eigenlijk ook niet.
Dat verdomde feestje, ik wil helemaal geen feestje, dacht ze in stilte reagerend op zijn vraag. Maar ze wilde hem ook niet voor het hoofd stoten en daarom antwoordde ze: ‘Nee, maar ik doe het wel.’
Ölof, die de reactie op het gezicht van Agnes had gezien, zei: ‘Je hoeft het niet. Ik heb ze voor jou gemaakt, alleen als je zelf wilt…’ Waarop Agnes op een wat beschuldigende toon reageerde: ‘Je hebt ze gemaakt omdat mama dat gezegd heeft.’
‘Ja, dat klopt. Maar jij… het is jouw feest.’
‘Het is mama’s feest,’ zei Agnes weer beschuldigend.
‘Nee, dat is het niet. Het is jouw verjaardag… het is jouw feestje. Als jij… als jij niemand wilt uitnodigen… dan niet.’
‘Ja, maar ik doe het wel,’ zei ze geïrriteerd en stond op om een boek uit de kast te pakken dat ook bij de overigen in de tas moest. Ondertussen vervolgde Ölof: ‘Het is niet zo vreemd. Als je ergens pas bent, dan is het niet makkelijk om onmiddellijk vrienden te maken.’
‘Pas?’ vroeg Agnes met de nodige ironie.
‘Ja.’
En terwijl ze dacht: ik woon hier nu toch al weer een tijdje, zei ze: ‘Maar papa, we wonen hier al twee jaar.’
‘Nee, we zijn in april verhuisd, het is anderhalf jaar,’ zei hij troostend.
Een gevoel van verveling over dit onderwerp, dat snel overging naar monotonie en toen het niveau antagonisme* aantipte, welde vanuit een onbekende diepte in haar denken naar boven en ze riep geïrriteerd: ‘Ik zal het doen, ik zal ze uitdelen!’ Het onderwerp prikte als stukjes glas in een open wond.
Ik wil hier niet over praten, denderde het nu in kwaadheid nadrukkelijk door Agnes’ hoofd.
Deze gedachte creëerde een navenante emotie die via de hypofyse** de nodige lichaamsspieren in beweging brachten, waardoor ze abrupt opstond, de uitnodigingen oppakte en de slaapkamer verliet, terwijl Ölof gelaten mompelde: ‘Nee, maar je hoeft niet…… Agnes, Agnes.’
Lichtjes schudde hij het hoofd en bleef nog even met een somber gezicht voor zich uit zitten staren, als iemand die net een belangrijke wedstrijd verloren had.
Wat gaat er toch allemaal in dat hoofdje om, piekerde hij. Al deze geïrriteerde reacties en de verdrietige somberheid waarin ze van tijd tot tijd verkeert.
Het riep bij hem steeds weer de nodige vragen op. Vragen die nooit beantwoord leken te worden. Ölof had al vaker een poging gewaagd om daarover in gesprek te komen. Hij zou zo graag de reden willen weten waarom ze zo somber was, zodat hij iets kon doen om te helpen. Iedere keer weer, zo had hij gemerkt, wanneer het onderwerp werd aangesneden, trok ze zich terug en zei niet veel meer, of werd geïrriteerd of vertelde dat ze zich niet zo goed voelde. Ölof vond dat hij toch steeds moest blijven proberen om met haar daarover in gesprek te komen, misschien dat ze dan op een keer wél iets los zou laten. En zo liepen al die pogingen om wat dat betreft tot een bevredigende oplossing te komen keer op keer stuk, zoals oceaangolven tegen de hoge rotsen van een ruige kust.



6


De hoofdgang van de middelbare school in Åmål was gevuld met jongens en meiden en het gonsde er van bedrijvigheid en geroezemoes. Op een centrale plaats in het schoolgebouw, direct aansluitend aan een brede gang die naar de hoofduitgang liep, bevond zich een ruimte waar kastjes in rijen stonden, zodat de leerlingen er hun spullen in kwijt konden. De meeste van hen waren daar druk in de weer met boeken, schriften en andere dingen, zich gereedmakend voor de komende les die over een niet al te lange tijd zou gaan beginnen.
Zo ook stond Agnes bij haar kastje en pakte de boeken eruit die ze voor de komende lesperiode nodig had en legde weer andere daarin terug. Twee meter verderop, bij de kastjes tegenover die van haar, zat Viktoria voorover gebogen in de rolstoel. Ook zij was bezig de boeken voor de komende lesperiode te pakken. Agnes draaide het kastdeurtje op slot en begaf zich naar de plaats waar Viktoria zich bevond.
Al lopende pakte ze een uitnodiging uit het kleine stapeltje dat ze in de hand hield en stak die in de richting van Viktoria. ‘Hier,’ zei ze ongeïnteresseerd en op een manier alsof ze gedwongen werd. Viktoria keek op en toen ze de uitnodiging zag reageerde ze blij en verrast: ‘Dankjewel!’ zei ze welgemeend. Waarna Agnes op spottende toon zei: ‘Ik schijn een verjaardagsfeestje te houden.’
Een stukje verderop stond Camilla, één van het populaire groepje van de school. Camilla hield ervan om Agnes zo af en toe te pesten en de draak met haar te steken. Agnes had in de loop van de tijd hoe langer hoe meer een hekel aan dit voor haar irritante persoontje ontwikkelt en dus kwam het zo nu en dan tot een botsing tussen hen. Camilla scheen het een toppunt van plezier te vinden om Agnes naar beneden te halen en te kleineren. En omdat ze bij een aantal scholieren redelijk populair was en een vlotte babbel had – waarschijnlijk had ze die mate van populariteit te danken aan die vlotte babbel – kon Agnes niet tegen haar op en droop dan uiteindelijk vernederd af, diep gekwetst en zich de mindere voelend.
Camilla had gehoord wat Agnes tegen Viktoria zei en zag daar onmiddellijk weer een gelegenheid in om Agnes te vernederen en daarom reageerde ze dus uitdagend: ‘Jij een feestje?’
Agnes, die bij het horen van haar stem al een onprettig gevoel over zich kreeg, draaide zich naar Camilla toe en zei met een verveeldheid waaruit genoeg irritatie bleek: ‘Néé…’
Waarop Camilla onmiddellijk op een dwingende en spottende toon zei: ‘Ik wil het zien.’ En op het moment dat ze dat zei, graaide ze naar de uitnodigingen die Agnes in haar hand had. Maar Agnes hield ze stijf vast zodat de greep van Camilla mislukte.
‘Hou op!’ protesteerde Agnes geïrriteerd. Waarop Camilla spottend reageerde: ‘O, ik wil ook. Dan zal ik ook komen!’ en pakte toen onverwachts de uitnodiging van Viktoria af.
‘Hou op, je bent altijd… Geef de uitnodiging terug!’ riep Viktoria kwaad. Camilla had klaarblijkelijk schik in dit gemene spelletje en vroeg treiterend: ‘Alsjeblieft? Mag ik komen?’
Viktoria was het zat en pakte met een onverwachte greep de uitnodiging uit de handen van Camilla terug, wat wonderwel nog lukte ook en riep geërgerd: ‘Stop!’ De boosheid die ze vanbinnen voelde straalde overduidelijk, als was het een dreigende onweerswolk, van het serieuze gezicht af.
Maar Camilla ging gewoon met de uitdagingen door en vroeg op een zeer overdreven toon: ‘Alsjebliéft?’
Ondertussen was de aandacht van Agnes, als aangetrokken door een krachtige magneet, naar een andere plek in de directe omgeving gegaan. Het hele gebeuren met Camilla zonk weg in volstrekte onbelangrijkheid. Haar blik was naar rechts gegaan en had zich vast op een punt gericht, want daar kwam Elin aangelopen. Elin, mijn ‘sprookjesprinses,’ dacht ze onmiddellijk met verlangen.
Zij leek wel het enige te zijn waarvoor ze momenteel leefde. Ze vergat de wereld om zich heen en geluiden drongen nog slechts gedempt door alsof ze zich door een dikke berg watten heen moesten worstelen.
En in die dromerige roes, die al het andere nagenoeg uitsloot, kon ze alleen nog maar staren en zien hoe Elin naar Jessica liep en haar om de hals viel, terwijl ze zei: ‘Jessica. Sorry.’
Heel vaag, als vanuit een ander wereld, drong de stem van Viktoria weer even tot Agnes door.
‘Het is mijn uitnodiging!’ zo klonk het weliswaar luid in toon, maar voor haar zo betekenisloos als een krachteloze echo die in een stormvlaag verloren gaat. Daarna was de volledige aandacht van Agnes weer bij Elin. ‘Ik zal nooit meer chocolademelk over jou heen gooien. Ik ben zo stom,’ mompelde Elin in innige omhelzing met Jessica.
Waarop Jessica reageerde: ‘Ja, dat ben je.’
Door het zien van de omhelzing kreeg Agnes een warm gevoel vanbinnen en vol verlangen en begeerte fantaseerde ze dat Elin dit ook bij haar zou doen.
Oh, wat zou het toch fijn zijn als ze ook wat voor mij zou voelen, mijmerde ze. Wat is ze toch lief en mooi met die blonde haren.
Toen werd de omhelzing verbroken en al kletsende spoedden de twee zusjes zich weg uit de omgeving.
Met een schok kwam Agnes weer in de werkelijkheid terug. Het geroezemoes in de omgeving begon weer bewust tot haar door te dringen en ze hielp Viktoria, die na de schermutseling met Camilla in de rolstoel was blijven wachten, op weg naar het klaslokaal.
Gedachten maalden door het met zorgen gevulde hoofdje, terwijl ze onbewust luisterde naar de typerende geluiden die de niet volledig met lucht gevulde rubberbanden van de rolstoel maakten in hun wisselend contact met de vloer.
Agnes en Elin zaten niet in hetzelfde klaslokaal. Elin zat in klas 8A en Agnes en Viktoria zaten in 9A. Wel bevonden hun lokalen zich aan dezelfde gang, met de deuren tegenover elkaar.
Agnes, in gedachten nog steeds bij Elin, verlangde alweer naar de pauze, want dan kon ze diegene waar ze zo om gaf tenminste weer zien.
De laatste weken was Elin een obsessie geworden. Ze kon dit meisje maar niet uit haar inwendige wereld krijgen, zo werd het eigenlijk steeds meer een kwelling voor haar.
Vorige week nog had ze het wel geprobeerd.
Ze had toen een serieuze poging gedaan om niet meer aan haar te denken, want ze werd geestelijk vreselijk moe van al die malende gedachten. Ze werd steeds humeuriger, omdat degene waarvan ze hield onbereikbaar was en kon daardoor dagelijks alleen nog maar piekeren en piekeren. De tegenstrijdigheden die ze opbouwde, dwaalden verwarrend in haar denken rond: ik hou van Elin, ik wil haar hebben. Ze is zo mooi en lief. Zou ze mij ook aardig vinden? En daar tegenin: het kan toch niets tussen ons worden, het kan niet en het bestaat gewoon niet. Want ze is……
Het waren steeds dit soort gedachten of varianten ervan.
Al die gedachten draaiden maar rond door dat verwarde hoofdje en kostten Agnes erg veel energie.
Om die reden had ze in een opwelling besloten om voorlopig niet meer aan Elin te denken en ook niet meer naar haar te kijken. Ze had het nog geen dag volgehouden, het ging gewoon niet.
Op school werd haar blik als vanzelf weer naar dat blonde meisje getrokken. Het was iets dat onmogelijk te vermijden was en de gedachten over deze fel begeerde blondine bloeiden dan spontaan weer op, als een oogstrelende bloem in een stralende door dauwdruppels versierde lenteochtend.
Ik kan het niet.
Het lukt gewoon niet!
Wat moet ik nou doen?
In fantasie had ze al heel wat met Elin meegemaakt: mooie dingen, lieve dingen, samen lopen in het park al pratende over van alles en nog wat. Ook had ze fantasiebeelden, dat ze in de slaapkamer samen op bed aan het knuffelen en aan het strelen waren.
Ja, binnen Agnes’ denkwereld, niet tegengehouden door welke andere realiteit dan ook, was het allemaal in actieve creatie: een perfecte wereld waarin ze volmaakt gelukkig kon zijn.

De leerlingen zaten op hun plaats in het klaslokaal en de lucht was vol van geroezemoes en gerommel, de bekende geluiden die voor de aanvang van elke les de ruimte vulden.
De leraar gaf een teken, de wiskundeles was begonnen en snel verstomde het mengsel van menselijke geluiden.
Agnes was er met haar aandacht geheel niet bij, ze was met Elin in sprookjesland waar alles goed en plezierig was. Ze hoorde niet wat de leraar zei en was een rijtje sterretjes in een schrift aan het tekenen.
Viktoria, die rechts naast Agnes zat, keek er stiekem naar en haar aandacht werd in de eerste instantie door die sterretjes getrokken.
Ze was benieuwd wat ze aan het maken was, dus bleef ze het in de gaten houden en zag toen dat Agnes iets onder die sterretjes aan het schrijven was.
Eerst kon ze het niet goed lezen, maar herkende al snel dat er tweemaal de naam Elin stond, in hoofdletters. Ze had ze aan elkaar vast geschreven.
Victoria had al vaker opgemerkt dat Agnes indringend naar Elin keek. In het begin dacht ze dat zij keek omdat Elin zich nogal eens opvallend gedroeg, maar later vermoedde ze dat er toch meer aan de hand moest zijn.
Nu ze gezien had dat Agnes Elin’s naam onder die sterretjes had geschreven, dreigde een sluimerend vermoeden bewaarheid te worden. Er begon zich bij Viktoria het voor haar onreële beeld idee te vormen, dat Agnes een oogje op Elin moest hebben.
Ze kon het nu niet meer op een andere manier uitleggen.
Jezus! Zou ze verliefd zijn! dacht ze ontsteld. Zou ze op meisjes vallen, lesbisch zijn? Of misschien van jongens én meisjes houden?
Het was een beetje verwarrend. Ze vond het maar een raar idee en nam het besluit om Agnes wat beter in de gaten te houden, ze wilde het nu eens zeker weten. En terwijl ze al piekerend naar die sterretjes en Elin’s naam zat te kijken, kreeg ze op een gegeven moment het gevoel dat Agnes door had dat ze aan het loeren was. Ze zag Agnes’ haar hand naar de tekst brengen om die af te schermen en vlug wendde ze haar blik af.
Agnes had, nadat ze Elin’s naam had opgeschreven, gemerkt dat ze gadegeslagen werd. Ze voelde het gewoon, schrok er een beetje van en deed snel haar hand ervoor. Vlug trok ze eerst een streep door de tekst en begon die toen volledig door te krassen. Viktoria hoorde het krassende geluid van potlood op papier en vermoedde dat Agnes wist dat zij het gezien had, maar zeker weten deed ze het niet. Ze kreeg er een beetje raar en onzeker gevoel over.
Het enige wat ze nu kon doen was, doen alsof ze niets had gezien en doorgaan met dat waar ze eerder mee bezig was, wat ze dan ook ijverig deed in een houding van schone, onschuldige schijn, alsof er niets was gebeurd.

In het andere klaslokaal zat Elin lusteloos aan haar lestafeltje. Ze had helemaal geen zin in de les. Een intens gevoel van verveling trok als een negatieve golf door haar lichaam.
Altijd was alles hetzelfde.
Dezelfde gezichten.
De saaie lessen.
Nooit iets spannends.
In ellendigheid zakte ze met het bovenlichaam voorover.
Met haar voorhoofd rustend op haar linkerhandpalm, steunend op haar linkerarm en elleboog, tikte ze met het potlood in haar rechterhand doelloos op de tafel. Toen zakte haar hoofd verder naar beneden, totdat ze met haar voorhoofd het tafeltje raakte en bleef zo liggen, totaal niet geïnteresseerd in de les. Vaag hoorde ze de leraar praten: ‘Blader naar pagina achtenveertig. Dan eerst de vragen beantwoorden en dan lezen we hoofdstuk zes tot en met acht.’ Hij zag Elin met het hoofd op tafel liggen en vroeg: ‘Elin, slaap je?’ Elin kwam zuchtend weer omhoog, met een blik in de ogen alsof ze zwaar vermoeid was. Getverderrie, dacht ze verveeld en met een lichte irritatie. De leraar ging verder: ‘Deze hoofdstukken, ik kan dat alleen tegen…’ En Elin probeerde zo goed en zo kwaad als het kon de lessen te volgen, maar was toch regelmatig in gedachten verzonken en dus het grootste deel van de tijd met andere dingen dan de les bezig.

Hoofdstukken

  1. (no subject)
    0 woorden, 0 reacties, laatste update: 17 aug 2012 - 15:49

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.