Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Forum » Stamcafé » [500] Week #7

[500] Week #7

1 2
Bodine
Bodine

Bodine is offline

[21395]
Bodine zei op 5 okt 2015 - 9:19:
Ladies and gentlemen, welkom bij week zeven van de 500 challenge.

B E L A N G R I J K
- Post de stukjes die je schrijft (tussen de 450 en 550 woorden) in dit topic. Anders telt het niet.
[- Als je niet online kunt komen maar wel iets geschreven hebt, stuur dan een foto via Whatsapp of zo, in pb kun je om nummers vragen.]
- Heb heel erg veel plezier. Like, zwaaien-met-een-dode-baby-veel-plezier.



P R O M P T S
maandag: Er zit een barst in de spiegel.



T U S S E N S T A N D



Bodine
Bodine

Bodine is offline

[21395]
Bodine zei op 5 okt 2015 - 9:20:
Maandag: er zit een barst in de spiegel.

Sorry dat ik zo laat ben.

xDevilBitch
xDevilBitch

xDevilBitch is offline

[10099]
xDevilBitch zei op 5 okt 2015 - 10:02:
I did my best to try and be a mirror of society, but we both know the mirror's cracked and everybody's in the act.

sorry

1Dzayn
1Dzayn

1Dzayn is offline

[5362]
1Dzayn zei op 5 okt 2015 - 10:07:
Ik verwacht hele fucked up prompts because Bo so I want to be in this week

Bodine
Bodine

Bodine is offline

[21395]
Bodine zei op 5 okt 2015 - 13:01:
Oh. They're not that fucked really but if that's what you're into, I'll try harder next time (;

1Dzayn
1Dzayn

1Dzayn is offline

[5362]
1Dzayn zei op 5 okt 2015 - 19:27:
500 woorden
I dont even know men


Het eerste wat hij ziet als hij wakker wordt, is zwart. Dan knippert hij zijn ogen open en ziet hij wit. Alleen maar wit. De muur tegenover hem is wit, als hij zich omdraait en naar het plafond kijkt ziet hij wit. Dan gaat hij rechtop zitten en zijn witte lakens ritselen zachtjes. De jongen kreunt, legt een hand op zijn hoofd en knijpt zijn ogen even dicht. Zijn hoofd bonkt, zijn zenuwen voelen pijn. De jongen opent zijn ogen weer, ziet de witte kamer weer. Hij zwaait zijn benen over de rand van het bed, slaat de witte dekens terug. Hij draagt een witte broek.

Hij staat op en zijn tenen raken de witte vloer. Hij voelt zich vreemd, zijn hoofd bonkt nog steeds. Het wit begint pijn te doen aan zijn ogen en hij knijpt ze lichtjes dicht. Met een onzekere tred loopt hij door de kamer, raakt met zijn vingers alle witte oppervlaktes aan. Hij knijpt zijn ogen dicht en laat zich op het bed zakken. Hij weet niet wat hij moet denken, wat hij moet voelen. Hij kan zich niet meer herinneren hoe hij hier is gekomen of waar hij überhaupt is. Zijn hoofd steunt hij in z’n handen. Dan schreeuwt hij. Luid, luider, nog luider. Het geluid kaatst terug van de witte wanden en zingt rond in zijn hoofd. Hij stopt en de stilte klinkt zo mogelijk nog luider dan het geschreeuw. De jongen staat weer op, loopt weer de kamer rond. Er staat een vaas op het nachtkastje. De jongen kan zich niet herinneren dat die er net ook al stond. Hij zal het wel over het hoofd hebben gezien. Hij laat zijn handen rond de vaas krullen, kijkt naar de enige bron van kleur in de witte kamer. De rode roos lijkt te schreeuwen, lijkt zijn kleur te willen verspreiden. De jongen buigt naar voren, ruikt heel licht aan de roos. Hij is geurloos.

Hij zucht en draait zich om, laat zijn handen langs zijn lichaam vallen. Met langzame stappen loopt hij de kamer weer rond, spot een spiegel in de linkerhoek van de kamer. Stond die er al? Het maakt hem niet uit. Hij loopt ernaar toe, kijkt erin. Zijn groene ogen lijken groter dan normaal en zijn krullen zijn zwart. Hij trekt erin, voelt een pijnscheutje. Zijn haar was toch bruin? Het zal wel niet.
Hij weet nog steeds niet wat hij moet voelen, draait zich om en schreeuwt opnieuw. Het geluid kaatst weer tegen de wanden.

Hij schrikt wakker in een donkere kamer. Verward schiet hij overeind, rukt zijn gordijnen open. De witte, besneeuwde straten van Londen zijn rustig. Hij knipt het licht aan in zijn kamer, ziet hoe de witte bladen op zijn bureau hem verwijtend aanstaren. Hij moet zijn opdrachten nog steeds tekenen. Hij weet niet of het een droom was of niet. Hij weet niet meer waar hij was en of het echt was of niet. Hij weet enkel dat er een barst in de spiegel zat.

xDevilBitch
xDevilBitch

xDevilBitch is offline

[10099]
xDevilBitch zei op 5 okt 2015 - 22:33:
De ontmoeting met zijn vuist
Er zit een barst in de spiegel.
Het was echt niet de bedoeling geweest, heus. Eigenlijk was het niet eens de bedoeling dat hij de spiegel zou vinden, en dat hij dat daadwerkelijk gedaan had berustte op niets dan louter toeval. Of zoals Perkamentus zou zeggen: “Het kasteel heeft z’n eigen willetje. Eens dwaalde ik bla bla bla…” Maar hij was geen Harry Potter en Perkamentus zei dus geen woord tegen hem.
Niet verhuld door een onzichtbaarheidsmantel, maar puur en alleen vertrouwend op zijn sluipvaardigheden had hij die avond zijn bed verlaten. Hij wist welke straffen erop stonden als hij betrapt werd, maar de kerkers benauwden hem plotseling. Hij moest weg.
Nog nooit had hij het kasteel zo gezien. Verlaten gangen: niets dan serene rust, enkel verstoord door Foppe die zo nu en dan harnassen liet rammelen of een ketel de trappen af keilde. Het was precies wat hij nodig had.
Dat was de spiegel dan weer niet.
Hoe hij er was gekomen wist hij niet. Misschien was dat wel het geheim, kon je enkel meegesleept worden naar onbekende bestemmingen wanneer je onbestemd ronddoolde. Het maakte ook niet uit, hij was er, en hij had zijn nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen. Zonder er over na te denken had hij het doek van de lijst gegrist, zijn toverstok laten oplichten en gekeken.
Alles in het kasteel was magisch: van het plafond van de Grote Zaal tot haar bewoners en geesten en de toiletten. Maar de spiegel was niet magisch genoeg om zijn ontmoeting met Draco’s vuist te overleven. Met het gerinkel van brekend glas werd het beeld weggeslagen en vervangen door roodbespetterde scherven. De blonde jongen was in de hoek gestommeld, niet huilend van de pijn in zijn hand met wel om het beeld dat nog altijd op zijn netvlies gebrand stond.
Zijn familie stond er, op het eerste gezicht niet anders dan altijd. Kans om zich af te vragen waarom ze dan met hem in de spiegel stonden, terwijl ze zeer zeker niet achter hem stonden, had hij echter niet. Zijn blik was gegrepen door de jongen naast hem. Hij hield Draco’s hand vast en keek naar hem met een blik waarmee hij nog nooit naar de Zwadderaar had gekeken: liefdevol. Maar zelfs dat was nog niet het meest opvallende aan het spiegelbeeld. Het was slechts een klein detail, maar toen het hem opviel had het zijn vuist reflexmatig tegen het glas doen belandden.
Het bliksemvormige litteken op Harry’s voorhoofd was verdwenen.
Uiteindelijk wist Draco zijn gesnikt genoeg te dempen om ongemerkt terug in zijn bed te komen. Slapen, zoals hij had gehoopt te kunnen na zijn avondwandelingetje, wilde echter niet lukken. Zodra zijn ogen maar een beetje dicht begonnen te vallen, flitste het beeld weer voor hem, echt genoeg om het aan te kunnen raken.
Zo kwam het dan ook, dat hij zijn ogen amper open kon houden toen hij Harry Potter weer in levende lijven zag. Met litteken en al: zijn verlangen was niet vervuld, Voldemort bestond nog altijd.

500 woorden

Kayley
Kayley

Kayley is offline

[15313]
Kayley zei op 5 okt 2015 - 23:20:
trigger warning: self-harm.


[x]—Scherven brengen geluk—[x]


Draco herkent de jongen in de spiegel niet meer. Hij was altijd al bleek, wit, ijzig. Blauwe ogen die kil terug staren. Jukbeenderen die uitsteken. Scherpe kaaklijnen.
Nu staat zijn vel strak over zijn botten gespannen, lijkt het licht in zijn ogen volledig gedoofd te zijn.
Hij voelt niets buiten de verlammende angst die hem te pas en te onpas volledig overwelmt; tijdens Toverdranken wanneer hij de ijskoude, grijpgrage aanwezigheid van Sneeps gedachtenlezen zijn hoofd binnen voelt dringen, tijdens het avondeten zodat Korzel en Kwast hem van de bank moeten trekken en hem naar de Leerlingenkamer dragen, elke ochtend wanneer hij wakker schrikt uit een droom en de echte nachtmerrie in tuimelt.
Hij kan niet slikken. Niet knipperen. Niet wegkijken.
Soms voegt zich woede bij die angst. Waarom ik? Waarom wij? Waarom—?
Diezelfde woede is er nu ook. Het doet hem zijn handen ballen tot vuisten, doet hem de spiegel kapotslaan. Glas klatert als kleine diamantjes de gootsteen in. Bloed drupt donkerrood over zijn vingers en op het witte porselein.
Eerst voelt hij het niet, dan beginnen de honderden kleine wondjes te prikken en branden. Zijn kaken zijn op elkaar geklemd om geen enkel geluidje te laten ontsnappen terwijl hij de kraan aanzet en water over zijn hand laat stromen.
Het is fascinerender om naar te kijken dan naar zijn reflectie. Het warme rood blijft omhoog komen, spat in flinterdunne patronen uiteen in het water, spoelt roze de pijpleiding in. Hij weet dat de pijn die in zijn hand prikkelt daar vandaan komt en toch wenst hij dat het niet ophoudt.
Rood is zoveel mooier dan wit.

Sneep vindt hem in de Zwadderichbadkamer een uur later. In zichzelf opgekruld, een bloederige hand in zijn gewaad gewikkeld, een vredevolle blik op zijn gezicht.
Madame Plijster lapt hem er weer bij terwijl hij doorslaapt en kijkt hem met een bezorgde blik aan boven het tengere lichaam van wat ooit een trotse jongeman was. Hij knijpt zijn lippen tot een fijne lijn en zegt niets.
Als hij het er die avond met Perkamentus over heeft, schijnt zijn bloedende hart door in de ogen van de oude man. Maar ze kunnen niets doen.
Draco gaat eraan kapot, maakt zichzelf kapot omdat hij zo bang is voor Voldemort, en ze kunnen niets doen.

Hij is verward wanneer hij wakker wordt in zijn eigen bed. Loom knipperend probeert hij zich te herinneren hoe dat gebeurd is, maar niets reikt zijn hoofd hem aan—het is heerlijk leeg.
Draco schuifelt de badkamer in en staat als verstomd om de spiegel ongebroken in haar lijst te zien staan. Na een blik op zijn hand blijkt hij even ongehavend. Alsof er gisteren niets gebeurd is. Alsof het niets uitmaakt. Niets verandert.
Met knikkende knieën en slappe armen staat hij weer voor de spiegel. Tilt zijn hoofd op om naar zijn reflectie te kijken. Walgt. Wil in elkaar krimpen.
Woede likt als een warme vlam over zijn knokkels.
Het glas breekt gemakkelijk onder zijn vuist.
Alles is wonderlijk rood.

[x]—500 woorden—[x]

Bodine
Bodine

Bodine is offline

[21395]
Bodine zei op 6 okt 2015 - 0:15:
dinsdag – een tomaat die hét moment van je personages verpest

Kayley
Kayley

Kayley is offline

[15313]
Kayley zei op 6 okt 2015 - 7:54:
Omg, there it is. :'

1Dzayn
1Dzayn

1Dzayn is offline

[5362]
1Dzayn zei op 6 okt 2015 - 8:22:
Een tomaat. Alright then

1Dzayn
1Dzayn

1Dzayn is offline

[5362]
1Dzayn zei op 6 okt 2015 - 19:54:
500 woorden

Nooit heeft hij gedacht dat zijn leven door zo’n onbenullig, klein iets verpest zou worden. Hij had verwacht dat het misschien later in zijn leven zou gebeuren, met iets dat best wel ernstig was. Dit? Dit heeft hij echt niet zien aankomen. Hij ziet zijn leven al aan zich voorbij flitsen, kan het gejoel al bijna horen als ze hem hij in elkaar gaan slaan of als ze zijn tas afpakken en in de eik voor de school hangen. Hij had nooit zijn plekje in de bieb moeten opgeven, had nooit dat cadeautje moeten maken voor de jongen die nu voor hem staat.

Terwijl de tomatenprut nog van het gezicht druipt, draait de jongen zich al om en begint hij zich door de menigte te duwen. Hij kijkt niet achter zich, weigert te zien hoe de ietwat kleinere, maar veel populairdere jongen het rode spul van zijn gezicht probeert te vegen, hoe hij daarna de menigte opdraagt hem te vinden. Harry blijft er liever niet op wachten. Hij glipt de bieb in en begeeft zich naar het achterste hoekje. Hij verbergt zich achter de laatste boekenkast en zakt naar de grond. Dat pakte ietwat verkeerd uit. Wie de tomaat heeft gegooid, weet hij niet. Hij weet wel dat hij de bieb niet meer uit durft te komen.

‘Harry?’
Harry ademt scherp in. Hij herkent die stem maar al te goed, maar wist niet dat de jongen zijn naam wist.
‘Harry? Ik weet dat je hier bent. De dame achter de balie zei het.’
‘Hier,’ zegt Harry dan timide. Hij staat op en stapt achter de kast vandaan. Het gezicht van de jongen voor hem is weer helemaal schoon en een glimlach speelt rond zijn lippen.
‘Hey.’
‘Hoi.’
Het is even stil tussen de twee.
‘Het spijt me van die tomaat. Dat was echt niet mijn bedoeling, ik zweer het.’
De jongen glimlacht. ‘Dat idee had ik al. Wat was je cadeau dan, Harry?’
‘Hoe weet je mijn naam, Louis?’
De jongen tegenover hem bloost en Harry knippert zijn ogen.
‘Dat vertel ik je later misschien wel.’
‘Oh.’

‘Dus, wat was je cadeau?’
Harry bloost en steekt een hand in zijn rugzak. Hij trekt de kaart eruit en overhandigt hem met een blos aan Louis. ‘Het is misschien heel kinderachtig, maar ik durfde niet naar de winkel.’
Louis glimlacht en opent het vel. Harry bijt nerveus op zijn nagels.
‘Heel graag.’
‘Echt?’ vraagt Harry verbaasd.
Louis knikt. ‘Ik zou heel graag je Valentijn willen zijn.’
Dan; ‘Ik hoop dat je wel de ironie hier van in ziet.’
Louis draait de kaart om en wijst op een tekening in de hoek. ‘Een tomaat op de kaart, een tomaat in mijn gezicht.’
Harry bloost weer. ‘Dat moest eigenlijk een hart zijn. En die tomaat was ik niet. ’
Louis glimlacht en zijn ogen worden spleetjes, zo breed is zijn glimlach.
‘Schattig. En dat weet ik.’
Harry zucht opgelucht. ‘Mooi.’
Louis is even stil. Harry ook. Dan; ‘Dus, je durfde niet naar de winkel?’

Merula
Merula

Merula is offline

[230]
Merula zei op 6 okt 2015 - 22:08:
Het is de belangrijkste dag van mijn leven. Het is de dag waar ik al van droom sinds ik een kind ben. Het is de dag waar we al tijden naartoe leefden. Niet alleen ik, maar ook mijn familie, vrienden en mijn geliefde. Alles moest perfect zijn. Bloemen, kleding, de taart, muziek, decoratie... zelfs het voertuig, terwijl ik daar normaal niet in geïnteresseerd ben. Het is allemaal veel geregel geweest, ook al houden we het ‘klein’.
En nu is het eindelijk zover. Ik loop langs het altaar, omringt door mijn geliefden. Het weer is goed, iedereen lacht, ik voel me prachtig. Het vooruitzicht om voor altijd samen te zijn en om dat te laten zien... Het voelt gewoon goed.
Als ik de liefde van mijn leven zie, voelt het nog beter. Alle zorgen vallen van me af als we elkaar in de ogen kijken. Het was het allemaal waard geweest. Het moest perfect zijn en dat is het nu ook. Alleen jammer dat we nog niet mogen zoenen.
Ik luister naar het standaardverhaal tot we de geloftes mogen uitspreken. Mijn ogen worden groot als ik de woorden hoor. Ik probeer niet te huilen, maar wat er verteld werd, samen met alle stress van de afgelopen dagen... Het lukt maar net.
Het duurt wel even voor ik me rustig genoeg voel om mijn gelofte voor te dragen. Wonder boven wonder komt het helder en kalm uit mijn mond gerold. Ik merk dat mijn woorden hetzelfde effect hebben. Misschien mag het niet, maar ik omhels de persoon waar ik inmiddels bijna mee getrouwd ben even.
Ik heb altijd gedacht dat dit nooit voor mij weggelegd zou zijn, dat het eigenlijk weinig waarde heeft. Ik wist al vrij snel dat ik voor altijd samen zou willen zijn, samen oud zou willen worden. Een bruiloft is mooi, maar het is enkel een ritueel. Je maakt bekend wat ik, en eigenlijk alle anderen ook, allang weten. Ik weet dat veel mensen het anders zien, dat er veel meer achter kan zitten. Voor mij niet, toen nog niet. Daarom was ik ook zo verbaasd toen ik ten huwelijk werd gevraagd. Vanaf dat moment ging ik het echter steeds meer waarderen en nu heb ik er geen moment spijt van gehad.
Het maakt onze liefde niet anders of groter. Het zorgt wel voor geweldige herinneringen, wat stress en veel plezier.
Als de ceremonie verdergaat, gaat mijn hart toch harder kloppen. Wat als er iets gebeurt? Wat als iemand toch protesteert? Of erger, wat als er ‘nee’ wordt gezegd? Ik heb geen idee hoe ik dan moet reageren, of ik dat aankan...
Het gaat gewoon door en het moment van ja zeggen komt dichterbij. We kijken elkaar aan. Er wordt geglimlacht en mijn hart smelt weer. Toch wordt mijn hart pas echt rustig als er werkelijk een ‘ja’ klinkt.
Nu is het mijn beurt. Ik aarzel niet, heb nooit geaarzeld ook. Maar vlak voor ik ja kan zeggen vliegt er een rode tomaat tegen mijn gezicht.
“Vuile homo!”

I'm sorry... Wel 500 though

xDevilBitch
xDevilBitch

xDevilBitch is offline

[10099]
xDevilBitch zei op 6 okt 2015 - 23:42:
Meh, dit ging voor geen meter.

De roepende
Het gebruikelijke kabaal vulde de aula. Leerlingen hadden het over hun weekend, gooiden propjes papier naar elkaar of staarden simpelweg naar hun telefoon. Grantaire was geen uitzondering. Ook hij vond dat hij zijn tijd beter kon besteden aan het bijpraten van Eponine.
Tot zijn aandacht werd getrokken door een onbekende stem. De meeste leerlingen bleven doorgaan waarmee ze bezig waren, hoorden het onverwachte geluid niet eens, maar het had Grantaire wakkergeschud. Op het podium stond niet de breedgeschouderde rector, met zijn grijze haar en verstopt achter een hoornen bril. In plaats daarvan was het een blonde krullenbol die de plek achter de microfoon had ingenomen. Hij probeerde tevergeefs de aandacht van zijn publiek te trekken, maar zijn zelfverzekerde schouders gingen geen millimeter lager hangen ondanks zijn resultaat.
“Hé, R!” riep het meisje naast hem. Haar geroep was al net zo vruchteloos als dat van de jongen voor de zaal. Maar ook zij was volhardend: bleef onverstoord roepen tot er reactie kwam, al had zij, in tegenstelling tot de jongen, een elleboog beschikbaar om die te bewerkstelligen.
“Au! Waar was dat voor nodig? Ik was aan het luisteren,” zei de jongen naast haar nukkig.
“Pff, waarnaar?” vroeg ze sceptisch. “Ik kan me geen moment in de drie jaar dat je hier bent herinneren, waarop je daadwerkelijk hebt gehoord wat er op dat podium gezegd werd.”
“Ssh!”
“Het is zinloos! Niemand wil hem horen, dus schreeuwen ze over hem heen.”
“Misschien dat ik hem wel kan verstaan als jij je mond eens houdt!”
Het meisje rolde met haar ogen. Maar ze was nu toch wel nieuwsgierig en richtte zich genoeg op om de jongen achter de microfoon te kunnen zien. Hij stond te spreken alsof hij voor de senaat stond. Met zijn armen maakte hij grootste gebaren en zelfs hier kon ze zien dat zijn ogen vuur spuwden. Hij deed zijn best, dat was zeker. Het was alleen zo jammer dat zijn poging nog meer effect gehad zou hebben op de bodem van de oceaan.
Behalve dat Grantaire geboeid probeerde te luisteren. Hij was als een toevallige passant in de spreekwoordelijke woestijn. De kans dat hij er was was onvoorstelbaar klein, dat was het hele punt van het spreekwoord, maar toch zat hij hier. De woestijnwinden maakten luisteren echter onmogelijk.
Toch ging de jongen gestaag door. Als een leeuw vocht hij, maar het doel werd uit de lucht geslagen voor het verstaan kon worden. Hij leek het niet te zien, bleef maar doorgaan. Uit zijn rol viel hij niet.
Tot er gebeurde wat niemand had voorzien: de zaal werd doodstil.
De oorzaak was niet iets wat de jongen had gezegd of gedaan of zelfs maar Grantaire. Die staarde net zo verbaasd als de anderen vooruit.
Had het projectiel zijn rode jasje geraakt, dan zou er weinig aan de hand geweest zijn. Maar zoveel geluk had hij niet: het tomatensap stroomde over zijn witte overhemd.
Het stuk groente bleek zelfs Enjolras te kunnen verstommen. Met iets meer hangende schouders verliet hij het podium.

500 woorden

Bodine
Bodine

Bodine is offline

[21395]
Bodine zei op 7 okt 2015 - 3:04:
Sorry ik ben net thuis

Bodine
Bodine

Bodine is offline

[21395]
Bodine zei op 7 okt 2015 - 11:10:
woensdag - die ene persoon in de groep die niemand mag


kan iemand mij vannacht rond 12u een appje sturen, om me te helpen herinneren dat ik de prompt online gooi?



1 2