Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » xDevilBitch

[vriend] [pb] [blok]

xDevilBitch

Pasfoto van xDevilBitch

Daniëlle

xDevilBitch is offline 

Drenthe

21

-

Kort iets over xDevilBitch:

Wit beyond measure is man's greatest treasure.




Nerdfighter


Statistieken van xDevilBitch

1 maanden 1 weken 4 dagen 3 uur 20 minuten 29 seconden

3 jan 2021 - 23:20

2 aug 2009 - 21:32

9102

177869


FanFiction van xDevilBitch

1 2 3

Gastenboek van xDevilBitch

Pline
Pline zei op 21 jan 2014 - 17:42:
Hoi!
Het nieuwe inschrijftopic van Dark Age is er!
Deze keer gaat het over Valentijn, niet het feest van de liefde maar de legende van Valentijn.
Ik hoop dat je ook wil meespelen.
Inschrijven doe je hier.
Kusjes!
XxX

CosmicPurple
CosmicPurple zei op 20 jan 2014 - 22:41:
F I N N I C K


xEmma
xEmma zei op 20 jan 2014 - 21:40:
Geen probleem hoor, ik heb het drie maanden geleden moeten leren, dus het stond nog gewoon in mijn bestanden. Ik heb nog meer informatie, als je wilt, maar dat lijkt me echt niet nodig voor je toets en is deels overlap met wat je al hebt en zo.
En het is ook heel interessant, the human body is fascinating (:

xEmma
xEmma zei op 20 jan 2014 - 21:02:
Die rare dingen zijn alfa en beta.
Het is: alfa - beta - alfa1 - alfa2- beta1 - beta2 - beta3

xEmma
xEmma zei op 20 jan 2014 - 21:00:
Whoeshhhh. Ik heb het even uit een owg geplukt, geen idee of het te gedetailleerd is.

Hoe is het zenuwstelsel opgebouwd?
Het zenuwstelsel bestaat uit een centraal deel en een perifeer deel. Het Centrale Zenuwstelsel (CZS) bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. De uitlopers liggen in het Perifere Zenuwstelsel (PZS).
Het zenuwstelsel is ook in te delen op basis van functie. Prikkels komen binnen via het afferente deel (sensorisch) en de signalen worden via het efferente deel (motorisch) naar de spieren gebracht. Het afferente en het efferente deel zijn beide verder op te delen: in een somatisch deel, ook wel animaal genoemd, en een autonoom deel. Het somatische deel is in controle over bewuste bewegingen en beslissingen, terwijl het autonome deel niet onder invloed is van de wil. Dit deel heeft vooral betrekking tot gladde spieren, bijvoorbeeld in de spijsvertering.
Het somatische zenuwstelsel heeft interactie met de buitenwereld. Het vangt prikkels van buitenaf op en reageert door bijvoorbeeld een armbeweging. Het efferente deel bestaat uit motorische zenuwen die voor activatie in de spieren zorgen. Het autonome zenuwstelsel controleert het inwendige van het lichaam en zorgt dat het in balans is en blijft. Zo reguleert het onder andere het glucosegehalte in het bloed, de lichaamstemperatuur, de hartactiviteit.
Het autonome zenuwstelsel kan ook nog ingedeeld worden in het parasympatische en het sympathische zenuwstelsel. Elk doelwitorgaan staat in contact met beide zenuwstelsels.

De cellen die in het zenuwstelsel voorkomen zijn neuronen, schakelneuronen en glia. Neuronen zorgen voor de impulsgeleiding, de glia voor steun. Schakelneuronen hebben een axon (van het cellichaam af) en veel dendrieten (naar het cellichaam toe). De myelineschede (cellen van Schwann) zitten om de axon heen. Het cellichaam ligt in het CZS.

Wat zijn de functies van het parasympatische en sympatische zenuwstelsel?
Het parasympatische zenuwstelsel heeft een beschermende en herstellende functie, “rest and digest”. De hartfrequentie en contractiekracht neemt af, net als de bloeddruk. De activiteit van gastro-inestinale wordt gestimuleerd. Activiteit is vaak lokaal, bijvoorbeeld alleen in het verteringsstelsel en hierdoor is het anabool, energie sparend. Het aantal postganglionaire vezels is relatief laag en ligt tussen de twee en vier. De paden van dit zenuwstelsel ontspringen uit de ganglia van het bovenste (hersenstam) en het onderste (sacrale) gedeelte van het ruggenmerg. De preganglionaire vezels zijn langer dan de postganglionaire vezels.
Het sympatische zenuwstelsel verhoogt de alertheid juist, “fight or flight”. Om energie te besparen wordt de activiteit van het verteringsstelsel verminderd. Verder is de activatie vaak verspreid over het hele lichaam en is het dan ook katabool. Het aantal postganglionaire vezels ligt hier hoger, rond de twintig. De paden ontspringen uit ganglia van het middelste (lumbale) gedeelte van het ruggenmerg. Langs het ruggenmerg liggen twee ketens aan ganglia waar deze paden langs gaan. De preganglionaire vezels zijn dan ook kort. naar de bijnier gaat een lange postganglionaire cel tot aan de chromaffine cellen, die noradrenaline aanmaken uit dopamine en dat afgeven aan de bloedbaan.

Hoe wordt de prikkeldracht geactiveerd door verschillende systemen?
Er zijn twee verschillende systemen die hierbij een rol spelen: het cholinerge en adrenerge systeem. Bij het cholinerge systeem speelt de neurotransmitter acetylcholine een rol. Bij het parasympatische zenuwstelsel bevindt prikkeloverdracht op deze manier plaats in de synaps en bij het effectorgaan. Bij het sympatische systeem alleen in de synaps. De receptoren zijn in twee groepen in te delen: de nicotine- en muscarine-receptoren.
Nicotinereceptoren (N1, N2) zorgen voor een snelle respons. De ionkanalen hebben een pentamere structuur en door stimulatie met acetylcholine worden deze permeabel voor K+ en Na+. Hierdoor depolariseert de cel. De N1-receptor is onderdeel van het somatische zeuwstelsel en bevindt zich in de neuromusculaire junction. Het stimuleert de contractie van een skeletspier. De N2-receptor is onderdeel van het autonome zenuwstelsel en bevindt zich op de postganglionaire zenuwen en op de chromaffinecellen in de bijnier. Stimulatie van deze cellen zorgt voor vrijstelling van adrenaline.
Muscarinereceptoren (M1, M2, M3, m4, m5) zijn G-eiwit gekoppelde 7-TM receptoren, die zeven keer het celmembraan passeren. Ze geven een trage respons af doordat er gebruik wordt gemaakt van een second messenger, het G-eiwit. Door stimulatie van acetylcholine ontstaat een toename van Ca2+, wat leidt tot remming van adenylyl cyclase. Deze remming activeert de K+-kanalen wat leidt tot depolarisatie van de cel. De M1-receptor is pre-synaptisch te vinden en zorgt voor een verlaagde afgifte van transmitters. De M2-receptor is te vinden in het hart en zorgt voor dalingen in de hartfrequente, het hartminuutvolume en de bloeddruk. De M3-receptor is te vinden in gladde spieren, arteriën en exocriene klieren. Deze receptor zorgt voor contractie en vasodilatatie.

De neurotransmitter die bij het adrenerge systeem een rol speelt is noradrenaline. Dit systeem is vooral belangrijk in het sympatische deel. Ook hier wordt gebruik gemaakt van G-eiwit gekoppelde 7-TM receptoren, op het receptororgaan. Er spelen twee soorten receptoren een rol: de α-adrenerge- en β-adrenerge-receptoren. De α1-receptoren zorgen voor vasoconstrictie, een verhoging van de perifere weerstand en van de bloeddruk, en van de sluiting van de urineblaas sphincter. De α2-receptoren zorgen voor inhibitie van noradrenaline afgifte door het sympatische zenuwstelsel, vasoconstrictie en verminderde afgifte van insuline. De β1-receptor zorgt voor een verhoogde hartfrequentie, hartcontractiliteit, geleiding in het hart en lipolyse. De β2-receptor zorgt voor vasodilatatie, bronchodilatatie en relaxatie van de blaas en uterus. De β3-receptor zorgt voor ontkoppeling van oxidatieve fosforylering in bruin vetweefsel.

Ook is er prikkeloverdracht door middel van een actiepotentiaal dat arriveert bij de varicositeiten. Hierdoor wordt de cel gedepolariseert en openen de Ca2+-kanalen. Het binnenstromen van Ca2+ leidt tot exocytosise van synaptische blaasjes. Noradrenaline bindt zich dan op adrenerge-receptoren op het doelorgaan. De activiteit vermindert wanneer noradrenaline wegdiffundeert uit de synaps, waarna het terug de axon in wordt getransporteerd. Noradrenaline kan nu opnieuw in synaptische blaasjes geplaatst worden of door monoamine oxidase gemetaboliseerd worden.

Welke rol spelen de hormonen bij de systemen en waar worden deze aangemaakt?
Noradrenaline wordt in de varicositeiten uit het aminozuur tyrosine gesynthetiseerd. Acetylcholine wordt uit Co-achethyl A en choline gemaakt.

Hoe reageert het zenuwstelsel op spanning?
Het sympatische zenuwstelsel neemt op het moment van spanning de overhand. Door het hele lichaam heen zal de activiteit verhoogd worden, behalve het verteringsstelsel dat op een lager pitje wordt gezet. Er wordt minder speeksel aangemaakt, pupillen zijn vergroot, de hartslag gaat omhoog. Glycogeen wordt omgezet in glucose en dilatatie van de bronchiën vindt plaats.