Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » 5 Seconds Of Summer » Carved[Luke Hemmings] » 1. Red painted cheeks by cold

Carved[Luke Hemmings]

7 okt 2014 - 21:33

1602

4

360



1. Red painted cheeks by cold

Het was koud.
Erg koud.
Niet dat dit vreemd was. Het was het einde van oktober, dus niemand verwachtte zomerse temperaturen, maar dit ging alles te boven. Mensen liepen rond met sjaals en mutsen, en rode wangen van de snijdende kou.
Noemi West, daarentegen, leek niets te merken van de ernstig lage temperaturen die de herfst van Zuid-Engeland teisterde. Ze zat in de kleermakerszit tegen de eik op het schoolterrein aan, op de bevroren grond, uiterst ingenomen door het boek dat op haar schoot was gelegd.
Noemi was een meisje met bruin haar dat zo stijl was dat het een eigen wil had en donkerblauwe ogen die eerder bruin dan blauw leken. Ze was stil, teruggetrokken, verlegen. Haar ouders waren constant op zakenreis en ze leefde bij haar opa(William West). Ook had ze een grote fantasie en een olifantengeheugen. Ze las graag boeken en hulde zich dan volledig in de wereld die de schrijver op papier had gezet.
Daardoor merkte ze de ijskoude wind die met haar lange haar speelde niet. Wat ze ook niet merkte, waren de voetstappen die haar naderden.
Plotseling zat er iemand naast haar. Het was een jongen.
‘Hoi,’
Een jongen met blond haar en felblauwe ogen. Zijn wangen waren rood van de kou. Hoge jukbeenderen. Lange wimpers, die ondanks dat ze blond waren goed te zien waren. Het meest opvallende aan zijn gezicht was het ringetje dat in zijn mondhoek was geplaatst. Hij keek haar verwachtend aan.
Noemi staarde hem aan. De jongen fronste.
‘Wat is er?’ vroeg hij, terwijl hij een hand naar zijn gezicht bracht. Hij had een sterk Australisch accent. ‘Zit er verf op m’n gezicht?’
Noemi schudde haar hoofd en herstelde zichzelf. Ze schraapte haar keel. ‘Nee, maar-’
‘Maar wat?’ onderbrak de jongen grijnzend. ‘Ben ik soms zo knap?’
Ze voelde haar wangen heet worden en merkte op dat hij zeer veel zelfvertrouwen had. ‘Er zit nooit iemand naast me,’ zei ze zacht.
De jongen liet zijn hoofd opzij vallen. ‘Waarom?’
Ze haalde haar schouders op. De jongen beet op zijn lip, keek naar de grond, en richtte zijn ogen dan weer op haar. ‘Dat is dan geregeld,’ zij hij, vrolijk glimlachend. ‘Ik zit voortaan naast je.’
‘I-’
‘Ik ben Luke Hemmings,’ zei hij, haar weer onderbrekend. ‘Voordat je het vraagt, ik kom inderdaad uit Australië. Dit is mijn eerste jaar op deze school. In de zomervakantie ben ik hierheen verhuist.’ Hij keek om zich heen en bibberde. ‘Normaal gesproken had ik het nu heel heet gehad, maar Engeland is natuurlijk anders dan de Down-Under.’
Noemi glimlachte en besloot het “ik” gedeelte te negeren. Was hij hier alleen naartoe verhuist, dan? ‘Ik ben Noemi West,’ stelde ze zichzelf voor. Ze mocht hem wel. Hij was slim, leek zijn antwoorden klaar te hebben liggen. Was niet bang.
Luke knikte. ‘Ik weet het.’
‘Hoe-’
‘Je zit in praktisch al m’n klassen.’
Noemi keek hem beschaamd aan. Ze had hem nooit opgemerkt(wat ze nu niet snapte, aangezien hij zeer knap was), maar het leek hem niet te deren. Zijn ogen twinkelden vrolijk, de glimlach op zijn gezicht maakte kuiltjes in zijn wangen en hij nam haar nieuwsgierig in zich op, tot hun ogen elkaar ontmoetten.
Tijd leek even stil te staan. Zijn ogen, oh, zijn ogen, waren blauwer dan het blauwste blauw en de kleur leek sterk op de vloeibare Clearasil die ze elke ochtend en avond gebruikte op haar gezicht.
Voordat ze het wist had Luke zijn ogen afgewend. Hij schraapte zijn keel.
‘Wat voor boek lees je?’ vroeg hij, met een blik op de pagina’s in haar schoot.
Noemi staarde hem verwonderd aan. Hij leek zich gemakkelijk uit ongemakkelijke situaties te kunnen halen. Hij was interessant.
Ze keek even naar het boek. ‘De Da Vinci Code.’ Ze zei.
‘Dan Brown.’ Zei Luke gelijk. Noemi keek op en knikte.
‘Inderdaad.’ Ze zweeg. Luke beantwoordde haar stille vraag.
‘M’n pa,’ Luke haalde zijn schouders op. ‘Hij houdt van lezen.’
Ze praatten nog een tijdje door(hij praatte, zij luisterde). Luke was wonderbaarlijk. In die paar minuten dat ze met elkaar praatten, had ze zo veel over hem kunnen uitvinden. Hij speelde vaak met dat ringetje in zijn mondhoek. Zijn ogen twinkelden constant, maar Noemie wist zeker dat zodra hij kwaad werd of zijn humeur verslechterde, die twinkeling verdween en zijn ogen akelig donker werden. Hij was niet hyperactief, maar ook niet lui.
Hij was wanhopig een gesprek met haar aan te knopen.
Die late namiddag liep Noemi alleen naar huis toe. Haar tenen waren bevroren en haar neus voelde aan als een ijsblokje. Haar ogen waren gericht op het trottoir, een tactiek die ze in de loop der tijd had ontwikkeld, met de reden om anderen niet aan te kijken en zo min mogelijk op te vallen. Natuurlijk had ze zich later gerealiseerd dat het misschien wel wat opviel als je constant naar de betegeling keek, maar aangezien het altijd zo druk was, maakte het haar niets uit.
De zon begon te verdwijnen achter de hoge gebouwen die rond het kleine, ietwat rommelige buurtje waren geplaatst. Glanzend stalen wolkenkrabbers resen hoog op tegen de hemel, een vreemd contrast vormend met de schattige, oude huisjes van de Arbeidersbuurt. Noemi was dat lelijke uitzicht inmiddels gewend en wist dat ze het zelfs zou missen als de wolkenkrabbers ooit gesloopt werden, al zou de vegetatie in haar grootvaders piepkleine tuintje wel wat meer zon krijgen.
Noemi had haar blik nog steeds naar beneden gewend, terwijl ze rustig en zonder te struikelen over de scheefstaande straatstenen liep. Haar opa had zich er altijd aan geïrriteerd, en klaagde er altijd luidkeels over dat mensen er hun nek wel over konden breken.
Maar zodra een ander zich over de toestand van het trottoir beklaagde was hij er fel tegen. Niemand zou zijn geliefde Londen beschuldigen van slecht onderhoud(behalve hijzelf).
Noemi had de rest van de dag met Luke opgetrokken. Nou, eigenlijk trok zij met haarzelf op en hij liep grijnzend achter haar aan, de kleine vriendengroep die hij had verzameld in de paar maanden dat hij hier al was achterlatend. Die leken het verre van erg en verradend te vinden, en Noemie wist niet waarom.
Het vertrouwde huisje dat in haar zicht kwam zodra ze haar blik hief was van donkerrode baksteen. De ruiten hadden gelakte kozijnen met witte luiken, het dak was donkerbruin en een kleine schoorsteen braakte wat rook uit. De voordeur was gelakt. Het voortuintje was netter dan menig voortuintje in de buurt en bestond uit gemaaid gras en wat planten. De haag voor het omringende stenen muurtje werd al wat overwoekerd en de marmeren stenen van het paadje dat naar de voordeur liep waren niet erg wit meer. Ook groeide er wat onkruid tussen hun voegen. Opa William was nooit een perfectionist geweest en was ook de jongste niet meer. Hij liet het werk wat versloeren maar toch was het huis schoon en net, mede door de aanwezigheid van zijn kleindochter Noemi.
Noemi maakte het wat verroeste hekje open en stapte het tuintje in. Gehaast beende ze over het paadje heen en deed de deur open. Er klonk gerommel in de keuken en toen een kleurrijk gevloek. Noemi zuchtte en glimlachte toen. Elke dag probeerde William eten klaar te maken en elke dag mislukte dat. Daardoor maakte Noemie vaak de maaltijden. Ze deed haar jas uit, hing hem op en liet haar tas naast de schoenenkast liggen. Toen liep ze naar de keuken.
‘Verdorie,’ mompelde William, terwijl hij een pan opraapte. William Fredrick West was nog géén zeventig maar zijn dikke, ooit donkerbruine haar, dat hij elke ochtend elegant naar achteren kamde, had al een zilverkleur aangenomen. Hij had wijze, donkerblauwe ogen en borstelige wenkbrauwen. Hij was langer dan de gemiddelde Engelsman en vooral ook mager, maar zo was hij altijd al geweest. Hij was zo op en top Brits was dat het hemzelf verbaasde. Hij leefde nog steeds met de gedachte dat de Duitsers Nazi’s waren en dat de Sovjet in het geheim nog steeds bestond. Ook verachtte hij de Amerikanen, die volgens hem samenspanden met de Russen, en was er van overtuigd dat Engeland nog steeds al zijn koloniën had. Fransen vond hij maar vreemde wezens met hun grote liefde voor vreemde kaas, langwerpige broden, streepjestruien en knoflook en de Schotten en Ieren waren onderwerpen waar hijzelf liever niet over sprak, ondanks het feit dat zijn – inmiddels overleden – vrouw ook uit Schotland kwam.
Noemi zelf maakte het niet veel uit. Ze vond de twee Ierlanden en Schotland zeer rustgevende gebieden, beter dan het drukke zuiden, en droomde er om er ooit eens een paar dagen door te brengen, aangezien zij daar nog nooit was geweest. Ze had het haarzelf voorgenomen om tijdens haar leven nooit veel op te vallen en veel boeken te lezen, en pas met jongens te praten wanneer zij voelde dat de tijd er rijp voor was. Jammer genoeg had Noemi ook niet veel vrienden, behalve haar boeken en een dat vreemde meisje dat altijd in de bibliotheek zat – maar die was meer iemand die wist van haar bestaan dan een echte vriendin.
Noemi liep naar hem toe en pakte ruw de pan af. William glimlachte schaapachtig.
‘Good afternoon, Naomi.’
Opa William had er een handje van om buitenlandse namen om te toveren tot Engelse, of gewoon Engelse bijnamen te geven. Noemi noemde hij nooit “Noemi”, altijd “Naomi” of “Noa”. De vader van zijn schoondochter, Jacques, noemde hij Jack.
‘Hello, grandpa.’ Zei Noemi terwijl ze de pan op het fornuis zette. ‘Wat wil je eten?’

Alsjeblieft! Het eerste hoofdstuk Ik heb bijna herfstvakantie! Zondagochtend vertrek ik naar Frankrijk en hoop m'n laptop mee te nemen zodat ik ook in de vakantie kan posten. Ja? Maar voordat ik zo'n 13 uur lang muziek kan luisteren en helemaal niets kan doen, heb ik eerst nog 4 proefwerken en een so!(eentje moest ik inhalen).
xx


Reacties:


XxcherxX
XxcherxX zei op 11 okt 2014 - 22:03:
Love it blijf zo schrijven


LindjeX1DX
LindjeX1DX zei op 8 okt 2014 - 20:35:
Leuk!!

Veel plezier in Frankrijk en succes met je proefwerken en je so! X


EsjuhXxXLove zei op 8 okt 2014 - 19:26:


ChantiXAMX
ChantiXAMX zei op 8 okt 2014 - 15:10:
awesome!!!
XX