Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » De Kronieken van Narnia » A place called Narnia, You Said? » Sùrion, the ghost horse

A place called Narnia, You Said?

6 okt 2008 - 21:43

1065

2

298



Sùrion, the ghost horse

Ik probeer oogcontact te maken en vang een glimp op van twee paar grote, lichte bruine ogen. Het is grappig om te zien dat zijn lichte ogen zo fel afsteken tegenover zijn donkerbruine vacht. ‘Sí¹rion zoon van Camthalion en jij?’ Antwoordt hij plechtig terwijl hij zich omdraait. ‘Aya,’ mompel ik. Even haal ik kort adem, alsof ik afgekapt wordt. ‘Jij bent een Oud -Narniër, toch?’ Sí¹rion kijkt me even verrast aan maar zegt dan : ‘Ja, ik ben een Oud-Narniër,’ Ik wed dat als hij een menselijke mond had gehad, hij lief naar me geglimlacht zou hebben. ‘Waarom heb je me dan niet aangevallen? Ik bedoel, ik zie er toch uit als een Telmarijn?’vraag ik nieuwsgierig. ‘Je klinkt niet als een Telmarijn, je ruikt niet als een Telmarijn en een Telmarijn had me allang gevangen genomen. Maar vertel eens Aya, wat is je verhaal? Voor zover ik opgevangen heb zijn er maar zes mensen die tegen de Telmarijnen zijn. Koning Caspian, Hoge Koning Peter, Koningin Susan, Koning Edmund, Koningin Lucy en Doctor Cornelius.’ Ik glimlach. ‘Dat is een lang verhaal,’ fluister ik terwijl ik een blik werp op het gordijn van water dat net voor mijn voeten op de grond uit een valt,. ‘Ik heb alle tijd,’ zegt Sí¹rion vriendelijk. Zachtjes begin ik mijn verhaal te vertellen van het begin tot het einde, beschrijf ik elk detail en kopieer ik elk woord dat iemand in die twee dagen tegen me zei. Hoewel het inderdaad maar twee dagen zijn, doe ik er toch een dik kwartier over om het hele verhaal te vertellen en de nodige commentaar er bij te geven. Ik geniet van de blikken die Sí¹rion me geeft als hij het met me eens is en van zijn opstandig gemompel waneer hij vindt dat ik overdreven heb. Het doet me goed dat hij naar me luistert en mijn beeld van hem als ‘gewoon een paard’ is totaal verdwenen. ‘En toen kwam ik jou tegen,’ besluit ik mijn verhaal. De regen is er intussen niet minder op geworden, integendeel, het lijkt wel alsof de hemel besloten heeft om van Narnia een oceaan te maken. Een plotse drang om Sí¹rion te strelen borrelt op in mijn vingers maar iets geeft me het idee dat ik dat beter niet zou doen als hij daar niet op voorbereidt is. ‘Kan ik… Mag ik je aaien?’ vraag ik stilletjes. Sí¹rions oren die eerst ontspannen en een beetje schuin hadden gestaan, veren direct op bij het horen van mijn vraag. ‘Wí t?’ vraagt hij met grote ogen. Ik heb nu al spijt dat ik het gevraagd heb. Van alle vragen die ik had kunnen stellen, moet ik natuurlijk weer de verkeerde uitpikken. Het was duidelijk de vraag die hij het minst verwacht had, maar die gedachte maakt het er niet beter op. ‘Ik vroeg of ik je mocht aa-’ ‘Ik heb je wel verstaan,’ briest hij een beetje woest. ‘Het hoeft niet, hoor. Het was maar een vraag,’ zeg ik zowel gepikeerd als geschrokken als teleurgesteld. ‘Waarom zou je me willen aaien?’ vraagt hij. ‘ Weet ik veel, als het zo’n drama voor je is, hoeft het niet hoor. Het is gewoon dat ik nog nooit zo dicht bij een paard geweest ben. Laat staan dat ik me ooit zo op mijn gemak gevoeld heb bij één. Dit heb ik zelf niet bij mensen.’ Verdedig ik mezelf. Ik zie dat Sí¹rions oren terug verslappen en dat de harde blik in zijn ogen plaats maakt voor vertedering. Ik zucht en ga een eindje verderop tegen een boom naar de onophoudelijke regen zitten staren. Een korte stilte valt, maar het geeft me geen ongemakkelijk gevoel, zoals bij Aslan of Caspian, of wie dan ook. Ik hoor dat Sí¹rion langzaam mijn richting uitkomt en naast me naar de regen gaat zitten kijken. Wij zwijgen allebei, maar ik vind het niet erg want ik heb geen nood aan woorden. De regen, de kleur van de donkergrijze lucht en de geur van het natte gras geven me een harmonisch gevoel. Mijn lichaam en mijn emoties lijken eindelijk vrede te sluiten met de situatie. ‘Het spijt me,’ fluistert Sí¹rion na een tijdje. Zijn stem vloeit samen met het geluid van de regenbui die langzaam aan ik een storm lijkt te veranderen. ‘Wat spijt je?’ vraag ik stilletjes. ‘Mijn uitbarsting, je bedoelde het niet verkeerd. Soms durft mijn verleden zich bemoeien met het heden, en dan word ik een beetje wantrouwig’ verontschuldigt hij zich .Zijn lichtbruine ogen kijken me bijna smekend aan. ‘Dat zit wel goed, hoor,’ glimlach ik vergevend. ‘Wat…Wat is er eigenlijk gebeurt…?’ vervolg ik twijfelend of dit wel een goede vraag is. Sí¹rion wendt zijn hoofd even af en kijkt me dan moeilijk aan. ‘Voor ik in het bos leefde, had ik een Telmarijnse eigenaar. Die had er natuurlijk geen flauw idee van dat ik Narniaans bloed in mijn aderen had en dacht dat ik gewoon een hele grote speling van de natuur was. De dag dat ik drie jaar werd en geschrikt was voor de kar te trekken op het veld, wilde de boer zeker zijn dat hij me niet kwijt zou raken, omdat ik een prima werkkracht was. Hij wilde het wapenschild van zijn boerderij in mijn schouder laten branden, zodat hij me terug zou kunnen herkennen moest ik ooit uitbreken of gestolen worden. Die middag kwam hij met een gloeiende pook op me af en plantte die op mijn schouder. Ik raakte in paniek en werd verblind door de pijn. Voor het teken er goed en wel ingebrand was, ben ik uit die kraal gesprongen en het erf afgegaloppeerd . Sindsdien leef ik al twee jaar in de bossen.’ Dat laatste kan hij niet zeggen zonder trots is zijn stem. Ik fluit zachtjes. ‘Hebben ze je nog niet gevonden dan? Nog niet één keer?’ vraag ik ongelovig. ‘Mensen zien me wel eens, en omdat ik zo groot ben en omdat ze daarna plots op hun ongeluk gaan letten, word ik in de volksmond ‘het spookpaard’ genoemd. Ze zeggen dat als je het spookpaard gezien hebt, al het ongeluk van de wereld je te grazen neemt.’ Zegt Sí¹rion grijzend half geamuseerd, half geërgerd. Ik grinnik. ‘Mensen zijn erg bijgelovig,’ zeg ik dromerig. Een donderslag scheurt door de hemel direct gevolgd door een felle lichtflits. ‘Godver,’ vloek ik. ‘Wat nu?’ Mijn ogen staren schrikachtig naar de plek waar zojuist een bliksemschicht de lucht in tweeën deed splijten.


Reacties:


WhippedCream
WhippedCream zei op 11 okt 2008 - 11:25:
hiih,, pff,, ik houd niet van onweer als ik in het bos ben,, k moest een keer naar huis fietsen en toen sloeg hij in op een boom zo'n 50 meter van mij af,, echt supereng! WEll mooi trouwens je verhaal,, Het spookpaard, hiih,, maar waarom precies mag ze hem niet aaien?? herrinnerd dat hem aan de tijd bij de telmeraanse boer??


Laine
Laine zei op 7 okt 2008 - 7:24:
Heeeeeel rustig wegggaan bij die boom schat, anders wordt je ge flambeert