Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijden etc » I'd cross every line for him

Schrijfwedstrijden etc

22 nov 2016 - 0:11

1472

1

302



I'd cross every line for him

Snow was alles wat hij… wilde. Of alles wat hij haatte, juist omdat hij alles was wat hij wilde. Zijn gevoelens voor Snow waren een constante paradox. Hij haatte hem, hield van hem. Het liefst duwde Baz de blonde jongen de trap af, om vervolgens zo snel mogelijk naar beneden te stormen om hem zelf ook op te vangen. In hun kamer kon hij hem niks maken, maar misschien was dat maar goed ook – hoogmoed kwam voor de val. Letterlijk, in Baz’ geval, op de romantische manier.

Baz had zichzelf jaar in jaar uit ingepraat dat hij hoger was. Niet zozeer omdat hij een betere Mage was – hij wist dondersgoed van niet – maar hij leerde wel beter dan Snow. Veel beter. Bovendien was Baz, in tegenstelling tot Snow, opgegroeid in deze wereld. Verdomme, hij was een Pitch Grimm. Hij kwam uit een van de rijkste, oudste en belangrijkste families. Hij had toch zeker het recht om arrogant te zijn, om boven iemand die uit de Normale wereld kwam te staan?

Dus sneerde Baz wanneer hij hem zag. Hij keek hem boos aan, smiespelde achter zijn rug om tegen Niall (maar wel zo opvallend mogelijk). Hoewel hij er mee op was gehouden, deed hij er alles aan om de blonde jongen het gevoel te geven dat hij nog allemaal snode plannetjes aan het maken was. Hij hield zich steevast arrogant voor, maar ondertussen borrelde er iets in zijn buik telkens als hij hem zag en voelde hij zijn knieën knikken. ’s Nachts kon hij niet anders dan naar de jongen staren, tot hij in slaap viel, om uiteindelijk over hem te dromen. In die dromen was er nooit sprake van arrogant gedrag, waren ze gelijk aan elkaar.

Zijn tante vermoedde het ongetwijfeld. Natasha merkte alles aan Baz, accepteerde hem voor wat en wie en hoe hij was, maar toch… ook vanuit haar overheerste arrogantie. Hij was erfgenaam van de Mage. Natasha haatte de Mage en was dus niet al te blij. Toch merkte ze dat haar neefje zijn arrogantie niet altijd wist te verbloemen. Hij praatte vol haat en nijd over Snow, maar hij kon de twinkeling in zijn ogen niet verbergen. Niet voor zijn tante, die zag altijd door zijn arrogantie heen.

***

Baz was alles wat hij wilde zijn – behalve een vampier. Hij was slim. Baz kon goed leren, bijna net zo goed als Penny (maar dat zou Simon nooit hardop zeggen) en was opgegroeid in de wereld van Mages. Simon was dan misschien wel een sterkere Mage (de krachtigste ooit, volgens de profetie), maar Baz was op een andere manier sterker. Het maakte Simon onzeker, maar desondanks kon hij de jongen nooit uit zijn hoofd zetten. Hij volgde hem vaak naar het voetbalveld (voetbal was wederom iets waar Baz beter in was) en hield hem altijd nauwlettend in de gaten – want wie weet kon hij een van zijn plannetjes betrappen, zoals hij het ook zag toen hij hand in hand met Agatha stond. Agatha… Zijn gevoelens voor haar waren sindsdien al erg vervaagd en zodra hij zag dat ze Baz’ zakdoek had, was hij er klaar mee. De verrader. Nu kon hij niet eens aan zijn ex denken, zonder tegelijk aan zijn vijand te moeten denken. De nachten dat Baz er niet was, viel hij in slaap met hem in zijn gedachten.

Penny grapte wel eens dat hij net verliefd leek. Hij dacht altijd aan Baz – toentertijd zelfs meer dan aan Agatha. Absurd, vond Simon dat. Penny wist dondersgoed dat hij van Agatha hield. Want dat deed hij, toch? Zelfs toen het uitging en hij daarna alleen maar meer met de vampier (wat toen nog niet eens bevestigd was) bezig was, vond hij het de grootste onzin. Penny was zijn beste vriendin, ze moest toch zeker beter weten dan dat?

***

Alles veranderde toen ze besloten samen te werken, die keer dat Baz moeder op hun kamer was (of haar geest, haar ziel). Baz was toen nergens te vinden, dus Simon besloot er alles aan te doen haar wens in vervulling te laten gaan, hij besloot Baz te helpen – ondanks het feit dat Baz al sinds dag één zijn aardsvijand was, ondanks het feit dat hij zeker wist dat Baz hem wilde vermoorden. Alles veranderde de eerste keer dat hij zijn lippen op die van hem voelde, maar vooral toen ze besloten dat vechten geen zin had en dat dit alles zoveel beter was dan constant maar met elkaar vechten. Met woorden dan, de crucible zorgde er wel voor dat ze nooit echt met elkaar op de vuist konden gaan. Niet in hun kamer, tenminste, en anders waren er altijd mensen bij – of werden anderen (onbedoeld) het slachtoffer.
De maanden waren voorbij gevlogen sinds hun dramatische (en chaotische) laatste jaar op Watford. Penny was gestopt, tot ieders verbazing en van Agatha hoorde niemand meer wat. Nu hadden Simon en Penny samen een appartement, hoewel Baz er ook bijna altijd verbleef. Vaak kwam hij langs en zei hij dat hij écht maar even zou blijven, maar negen van de tien keer dat hij dat zei, viel hij naast Simon in slaap. Simon had inmiddels kleding voor hem ingeslagen, zodat het nooit een probleem zou zijn dat zijn vriendje geen kleding bij zich had. Vandaag was weer zo’n dag.

Het was twee uur ’s middags en Simon en Penny hadden net hun lunch achter de kiezen – gemaakt door laatstgenoemde – toen de bel ging.
“Heb je een pakketje besteld of is het Baz?” grapte Penny terwijl ze de vuile vaat in de vaatwasser zette. Simon haalde zijn schouders op, schoof zijn stoel naar achter en liep de gang op, om vervolgens de deur open te maken.
“Hey Snow,” klonk het nog geen seconde later vanuit de hal. De zwartharige jongen viel zijn vriend in de armen en kuste diens voorhoofd. Simon grinnikte.
“Ik vind het leuker als je me Simon noemt… of schat.”
“Oke, Snow,” grapte Baz. “Sorry, die was flauw, maar dat ben je wel van me gewend.” De blondharige jongen kon niets anders dan glimlachen en knikken en liep de woonkamer in.
“Dus geen pakketje?” vroeg Penny, waarna ze een nep-sip gezicht trok.
“Ik kan me opvouwen tot een pakketje!” riep Baz, terwijl hij de kamer inliep en de gangdeur achter zich sloot.
“Niet goed genoeg,” luidde haar antwoord.

Zo ging het de hele dag. Penny en Baz maakten samen het avondeten, aangezien ze Simon allebei niet in de keuken vertrouwden (dat was al te vaak misgegaan). Zijn enige taak was om alles op te eten, iets wat volgens Penny zijn beste kwaliteit was (Baz was het daar niet mee eens, maar zodra hij dat zei, deed Penny alsof ze doof was). ’s Avonds hielden ze een Netflix marathon, waarbij Baz halverwege in slaap viel, met zijn hoofd op Simons schouder.
“Ik hoop voor je dat hij niet kwijlt,” lachte Penny.
“Als hij mijn shirt onder kwijlt, mag hij hem zelf wassen,” antwoordde Simon.
“Ik zal jou eens wassen,” mompelde Baz vaag.
“Praat hij vaker in zijn slaap?”
“Ja…” begon Simon aarzelend.
“Je hebt jarenlang een kamer gedeeld, die jongen heeft in zijn slaap gepraat, en je hebt nooit daaruit gehoord dat hij iets voor je voelde?”
“Goh, Penny, ik probeerde op die momenten zelf ook te slapen.”
“Slapen? Ik sliep niet,” klonk er naast Simons oor.
“Niet? Nou, dat gaan we nu dus wel doen,” luidde zijn antwoord.
“Ik sluit wel af,” glimlachte Penny. “Heb ik deze nacht de woonkamer en tv voor mezelf, dus nu hoef ik geen stomme series te kijken die jij leuk vindt, Simon.” Ze stak lachend haar tong uit naar haar beste vriend en keek toen hem en zijn vriend aan. “Doe wel een beetje zachtjes, wil je, ik wil niet de tv zo hard moeten zetten om boven jullie uit te komen.”
Simon lachte, tilde Baz in zijn armen en liep naar zijn (of intussen hun) slaapkamer.
“Welterusten Bunce! Ik zal proberen stil te zijn!” riep Baz slaapdronken over zijn schouder.

“Ik vraag me soms echt af hoe ik het met je uithoud,” lachte Simon toen ze, omgekleed en wel, in bed lagen. Ze lagen beiden op hun zij, benen half verstrengeld waardoor het haast lastig te zien was welk been van wie was.
“Je houdt van me,” fluisterde Baz. “Dat is je hele reden, dat mag je ook best zeggen.”
“Alsof je dat zelf niet weet.”
“Maar je hebt het nog nooit hardop gezegd.” Dat snoerde Simon de mond – Baz had gelijk. Baz had altijd gelijk, al helemaal als zijn arrogantie naar boven kwam.
“Maar dat doe ik wel, Baz. Ik hou van jou. Zoals ik nog nooit van iemand gehouden heb.”
“Ook niet van Agatha?”
“Nee. Ik hield wel van haar, maar niet zoveel als ik van jou houd. Ik hou van je, dat besefte ik me al snel na die eerste kus.”
“Ik hou ook van jou, Snow.”
“Ik heet Simon.”
“Ik hou ook van jou, Simon. Maar mag ik je alsjeblieft Snow blijven noemen? Dat ben ik zo gewend.”
“Alleen jij mag dat.”


Reacties:


Cynthia
Cynthia zei op 22 nov 2016 - 14:20:
Omg die laatste zin is zo lief <3
Kjoeeeeetheid.